3.12.[eiseres c.s.] stelt dat de publicatie van de aflevering onrechtmatig is, omdat de aflevering een eenzijdig, vertekend en misleidend beeld schetst over [eiseres c.s.] Zij onderbouwt dit met de volgende verwijten over de aflevering.
1. Volgens [eiseres c.s.] wordt in de aflevering een beeld van haar geschetst dat zij aanbetalingen van consumenten heeft ontvangen, deze achterhoudt, vervolgens geen tegenprestatie levert, en inmiddels onvindbaar is. Volgens [eiseres c.s.] is dat beeld onjuist. Dit beeld wordt geschetst door een combinatie van de titel “ [de aflevering] ” en een aantal uitlatingen in de aflevering die onjuist zijn. Hierdoor wordt [eiseres c.s.] weggezet als oplichter.
Het verwijt van [eiseres c.s.] hierbij is dat haar uitleg en verklaring over de overname van de bedrijfsactiviteiten door [bedrijf 2] niet is opgenomen in de aflevering. Meer specifiek, verwijt [eiseres c.s.] Avrotros dat haar verklaring over wat zij heeft gedaan met de aanbetalingen van de klanten niet gemeld is in de aflevering. Dit had Avrotros wel moeten doen, omdat [eiseres c.s.] bij e-mails van 10 en [2023] en de verklaring van [2023] aan Avrotros heeft uitgelegd dat zij de aanbetalingen van de klanten heeft betaald aan [bedrijf 2] , dan wel ten goede heeft laten komen aan [bedrijf 2] . Daarbij komt dat in de aflevering wel een interview met [bedrijf 2] is opgenomen, waarin [bedrijf 2] zegt dat zij geen aanbetalingen van de klanten heeft ontvangen van [eiseres c.s.] Dit is volgens [eiseres c.s.] kwalijk, omdat de tegengestelde verklaring van [eiseres c.s.] volgens haar niet is opgenomen in de aflevering.
2. [eiseres c.s.] verwijt Avrotros dat zijn geen gebruik heeft gemaakt van haar aanbod bij e-mail van [2023] om de aangeboden stukken in te zien. Daarnaast verwijt [eiseres c.s.] dat Avrotros niet heeft gemeld in de aflevering dat zij de mogelijkheid heeft gekregen stukken van [eiseres c.s.] in te zien, maar daarvan geen gebruik heeft gemaakt.
3. In de aflevering wordt [eiseres sub 1] het moederbedrijf van [bedrijf 1] genoemd, mr. Riep wordt de advocaat van [eiser sub 3] genoemd, en er wordt gezegd dat er tientallen gedupeerden zijn. Deze uitlatingen zijn volgens [eiseres c.s.] onjuist.
4. Volgens [eiseres c.s.] wordt in de aflevering de suggestie gewekt dat [eiseres c.s.] nog steeds aanbetalingen ontvangt van klanten van [bedrijf 2] . Dat is volgens [eiseres c.s.] niet correct.
5. Avrotros zegt in de aflevering dat [eiseres sub 1] onvindbaar zou zijn, terwijl dat volgens [eiseres c.s.] niet het geval is. [eiseres c.s.] heeft op alle e-mails van Avrotros gereageerd en heeft in de e-mail van [2023] geschreven dat [eiser sub 3] bereid is een interview af te geven. De opmerking in de aflevering dat [eiser sub 3] niet voor de camera wil verschijnen is dus ook onjuist, volgens [eiseres c.s.]
6. [eiseres c.s.] verwijt Avrotros dat veel beelden van de persoon [eiser sub 3] worden getoond, waardoor bij de kijker de suggestie wordt gewekt dat hij de eigenaar is van [bedrijf 1] en dat hij in privé de aanbetalingen van de consumentkoper achterhoudt. Door het tonen van twee vermeende dure auto’s in een loods van [bedrijf 1] en een beeldfragment van [eiser sub 3] met uitlatingen over zijn autocollectie, doet de aflevering de kijker ten onrechte geloven dat [eiser sub 3] de aanbetalingen heeft aangewend voor de twee dure auto’s, volgens [eiseres c.s.]