ECLI:NL:RBMNE:2024:222
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Misbruik van procesrecht in WOZ-zaak met geen juridische relatie tot onroerende zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting De Lange Brugstraten en de heffingsambtenaar van de gemeente. De eiseres, Stichting De Lange Brugstraten, had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar, die de WOZ-waarde van een onroerende zaak had vastgesteld en aanslagen onroerendezaakbelasting en rioolheffing had opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen juridische relatie meer had met de onroerende zaak, aangezien zij deze in 2020 had verlaten en niet de eigenaar was. De rechtbank heeft de gemachtigde van eiseres gevraagd naar de reden van de procedure, waarop werd bevestigd dat de vastgoedportefeuille van eiseres zo goed mogelijk uit het zicht van de overheid gehouden moest worden. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat de beroepsprocedure niet werd gevoerd voor het rechtsbeschermingsdoel, maar voor andere doeleinden, wat duidt op misbruik van procesrecht. De rechtbank heeft het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen proceskosten waren gemaakt door de heffingsambtenaar. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een juridische relatie met de onroerende zaak voor het instellen van beroep en wijst op de kwade trouw van eiseres.