In deze zaak verzoekt de vader, die gedetineerd is, de rechtbank om een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming naar de mogelijkheden voor contact en omgang met zijn kinderen, na een eerdere ontzegging van omgang van drie jaar. De vader heeft zijn kinderen verloren door de dood van hun moeder, die hij zelf heeft vermoord, en is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar. De kinderen wonen sinds 2019 bij pleegouders en hebben nog niet de kans gehad om het verlies van hun moeder te verwerken. De rechtbank heeft de verzoeken van de vader afgewezen, omdat er onvoldoende informatie is over zijn persoonlijke ontwikkeling en de kinderen en pleegouders nog niet klaar zijn voor een onderzoek naar contactherstel. De rechtbank benadrukt dat het belang van de kinderen voorop staat en dat er meer tijd nodig is voor verwerking voordat er een onderzoek kan plaatsvinden. De vader moet eerst werken aan zijn eigen ontwikkeling en het belang van de kinderen centraal stellen voordat er ruimte is voor contactherstel. De beslissing is genomen door de kinderrechter en griffier en is openbaar uitgesproken op 3 april 2024.