Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
althans kon worden gehinderd, welke gedragingen van verdachte nader zijn omschreven onder primair;
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
5.BEWEZENVERKLARING
- niet, althans in onvoldoende mate, heeft gekeken naar de fietser die zich op de oversteekplaats voor (brom)fietsers van voornoemde T-kruising bevond en welke fietser doende was om de kruising over te steken, althans in onvoldoende mate heeft gelet op het direct voor hem gelegen weggedeelte waarop de fietser zich bevond en
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
9.BENADEELDE PARTIJ
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 36f van het Wetboek van Strafrecht en
- 6, 175 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994,
11.BESLISSING
- wijst de vordering van [A] toe tot een bedrag van € 20.220,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [A] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 november 2021 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [A] aan de Staat € 20.220,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 november 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 136 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [C] toe tot een bedrag van € 32.553,80;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [C] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 november 2021tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [C] aan de Staat € 32.553,80 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 november 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 197 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
waren en hieruit hebben bestaan dat hij, verdachte,
- aldaar een T-kruising met de [straat 2] is genaderd, en/of (vervolgens)
- niet, althans in onvoldoende mate, heeft gekeken naar de fietser die zich op de oversteekplaats voor (brom)fietsers van voornoemde T-kruising bevond en welke fietser doende was om de kruising over te steken, althans in onvoldoende mate heeft gelet op het direct voor hem gelegen weggedeelte waarop de fietser zich bevond en/of
- in strijd met artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstegens 1990 niet de snelheid van het door hem bestuurde motorrijtuig op zodanige wijze heeft geregeld dat hij, verdachte, in staat was het motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover de weg vrij was, en/of
- in strijd met artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 et een snelheid van ongeveer 79,9 kilometer per uur, althans met nagenoeg die nelheid, in elk geval met een te hoge snelheid dan de op die weg maximale toegestane snelheid, heeft gereden, en/of
- in elk geval onvoldoende heeft geanticipeerd op de wegsituatie, waardoor, althans mede waardoor, (vervolgens) een botsing is ontstaan met/tussen zijn, verdachtes, motorrijtuig en de fietser, zijnde voornoemde [slachtoffer] .
- aldaar een T-kruising met de [straat 2] te naderen, en/of (vervolgens) niet, althans in onvoldoende mate, te kijken naar de fietser die zich op de versteekplaats voor (brom)fietsers van voornoemde T-kruising bevond en welke
doende was om de kruising over te steken, althans door niet, in elk geval in onvoldoende mate, te letten op het direct voor hem gelegen weggedeelte waarop de fietser zich bevond, en/of
- in strijd met artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstegens 1990 niet de snelheid van het door hem bestuurde motorrijtuig op zodanige wijze te regelen dat hij, verdachte, in staat was het motorrijtuig tot stilstand te brengen
binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover de weg vrij was, en/of
- in strijd met artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met een snelheid van ongeveer 79,9 kilometer per uur, althans met nagenoeg die snelheid, in elk geval met een te hoge snelheid dan de op die weg maximale toegestane snelheid, te rijden, en/of
- in elk geval onvoldoende te anticiperen op de wegsituatie, waardoor, althans mede waardoor, (vervolgens) een botsing is ontstaan met/tussen zijn, verdachtes, motorrijtuig en de fietser, zijnde [slachtoffer] , door welke verkeersgedraging(en) van verdachte levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor (een) ander(en) te duchten was.
- aldaar een T-kruising met de [straat 2] is genaderd, en/of (vervolgens)
- niet, althans in onvoldoende mate, heeft gekeken naar de fietser die zich op de versteekplaats voor (brom)fietsers van voornoemde T-kruising bevond en welke doende was om de kruising over te steken, althans heeft hij, verdachte, in onvoldoende mate gelet op het direct voor hem gelegen weggedeelte waarop de fietser zich bevond, en/of
- in strijd met artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstegens 1990 niet de snelheid van het door hem bestuurde motorrijtuig op zodanige wijze heeft geregeld dat hij, verdachte, in staat was het motorrijtuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover de weg vrij was, en/of
- in strijd met artikel 62 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met een snelheid van ongeveer 79,9 kilometer per uur, althans met nagenoeg die snelheid, in elk geval met een te hoge snelheid dan de op die weg maximale toegestane snelheid, heeft gereden, en/of
- in elk geval onvoldoende heeft geanticipeerd op de wegsituatie, waardoor, althans mede waardoor, (vervolgens) een botsing is ontstaan met/tussen zijn, verdachtes, motorrijtuig en de fietser, zijnde [slachtoffer] , door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.