4.3Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak feit 1
Op grond van het dossier stelt de rechtbank vast dat er op 14 augustus 2023 twee kogels zijn afgeschoten op de ruit van de woning van [slachtoffer] aan de [adres] te [woonplaats] . De rechtbank stelt voorts vast dat verdachte op het moment van het schietincident samen met twee anderen bij deze woning aanwezig was. Ook vindt de rechtbank bewezen dat de patronen afkomstig waren van verdachte. Toch komt de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van dit feit, nu het dossier de mogelijkheid openlaat dat het niet verdachte is geweest die heeft geschoten, maar één van de andere aanwezigen. Evenmin is bewezen dat verdachte in dat geval medepleger is geweest, nu van nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het schieten niet is gebleken. Gelet hierop zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het onder 1 tenlastegelegde feit.
Bewijsmiddelen feit 2, primair en feit 3
In een
proces-verbaal van bevindingenis door verbalisant [verbalisant 1] het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op maandag 14 augustus 2023, was ik, verbalisant [verbalisant 1] , samen met collega [verbalisant 2]
belast met de incidentenafhandeling in de gemeente [woonplaats] . Rond 14:30 uur kregen wij de melding om te gaan naar de [adres] . Daar zou mogelijk een schietincident hebben plaatsgevonden. Eenmaal voor de deur van ditzelfde adres zag ik twee ronde gaten in het raam naast de voordeur zitten. Dit leek op kogelgaten. Daarna zag ik dat er een jong meisje op mij af kwam lopen. Ik hoorde haar tegen mij zeggen dat ze mannen had zien staan voor de deur en dat ze had gezien dat er was geschoten met een pistool. Ik hoorde haar vertellen: “Ik zag dat er twee mannen boven stonden. Ik zag een man trappen op een deur en ik zag dat het boven was want ik moest omhoog kijken. De andere man ging schieten. Ik zag dat deze man een pistool vast had. Ik hoorde toen twee knallen”.
Uit een
proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1]van 14 augustus 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Ik woon op het adres [adres] . Ik zag dat er een ouder model van een zilvergrijze Opel Astra ter hoogte van [adres] midden op de weg stond met een persoon ernaast. Ik heb toen aan de persoon naast de auto gevraagd of hij de auto wilde verzetten en ik zag dat hij dit deed. Ik startte mijn auto en ik hoorde twee doffe knallen. Ik zag twee mannen van de trap rennen in het trappenhuis. Ik zag dat de mannen met een volle sprint van de trap renden. Het duurde ontzettend kort na de knal dat ik de mannen zag rennen.
Uit een
proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2]van 14 augustus 2023 volgt, zakelijk weergegeven:
Ik woon op de begane grond van een flat. Ik zag twee mensen staan naast een auto. Eén van de twee mannen zag en hoorde ik naar boven schreeuwen. Er kwam een tweede auto bij. Ik zag dat er een man uit de auto stapte en contact maakte met de twee andere mannen. Tegelijkertijd hoorde ik twee schoten. Dit klonk heel dichtbij. Ik wist sowieso dat de schoten boven ons werden gelost.
In een
proces-verbaal van bevindingenis door verbalisant [verbalisant 3] het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Vandaag bevond ik mij op de [adres] naar aanleiding van een schietincident. In navolging daarvan sprak ik een buurtbewoner, welke aangaf dat degene het een en ander had gezien. Hij vertelde mij dat hij drie mannen op de 2e verdieping had zien staan voor de woning van nummer [nummer] , dat hij tenminste één persoon herkende als [verdachte] , dat hij [verdachte] herkent als buurman van de flat, dat hij [verdachte] tegen de deur al dan niet de woning heeft zien trappen, dat hij zag dat ze hevig tekeergingen in de richting van de woning, zowel fysiek als woordelijk.
In een
proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict ( [adres] [woonplaats] )is door verbalisant [verbalisant 4] het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op maandag 14 augustus 2023 om 17:10 uur kwam ik voor forensisch onderzoek aan op de locatie [adres] te [woonplaats] . Op de parkeerplaats voor het genoemde appartementencomplex zag ik dat het terrein was afgezet met politielint. Door een geüniformeerde collega werd ik gewezen op een door hen aangetroffen huls. Deze huls was door hen veiliggesteld door er een plastic pylon overheen te zetten. Nadat ik de pylon had weggehaald zag ik een huls liggen en die heb ik veiliggesteld en voorzien van SIN AAQT4751NL. Ik las op de bodem van de huls dat er "7.65" stond en ik zag dat het slaghoedje rood van kleur was. Op de galerij van de tweede verdieping werd ik door een geüniformeerde collega gewezen op een pylon waar ook een huls onder lag. Ik zag dat deze pylon zich bevond tussen de voordeuren van nummer [nummer] en het links daarvan gelegen nummer [nummer] . Ik heb de huls veiliggesteld en voorzien van SIN AAQT4752NL. Ook op deze bodem van de huls las ik "7.65" en was het slaghoedje rood van kleur. Recht naast de voordeur van nummer [nummer] zag ik een raampartij, een uitslaand raam links en een vast raam rechts daarvan. In dit vaste ruit zag ik twee doorschoten door de buitenste ruit van het dubbele glas.
Nadat de Dienst Speciale Interventies bij woning [nummer] naar binnen was gegaan, ben ik samen met de districtsrecherche naar binnen gegaan. Ik zag in het midden van het bureau een leeg doosje liggen en op dat doosje las ik dat er patronen met kaliber 7.65 hoorden te zitten. Op het bureau zag ik een rol brede doorzichtige tape liggen. Daarin zag ik een plastic boterhamzakje liggen met daarin drie patronen. Ik zag dat deze patronen een rood slaghoedje hadden. Ik las dat er "7.65" stond vermeld. Ook zag ik in de rol tape een vierkant plastic patroonhouder (vermoedelijk uit een doosje voor 25 patronen) met daarin drie gelijkende patronen geklemd. Ik heb dit zakje en de patroonhouder veiliggesteld en voorzien van SIN AAQT4754NL. Achterop het bureau zag ik een stickerprinter geopend staan. Rechts naast de stickerrol zag ik een doosje liggen en toen ik het eruit pakte zag ik dat het een doosje patronen was. Ik las dat het 25 patronen van 7.65 waren. Ik zag dat de patronen in een gelijkend plastic patroonhouder waren geklemd als die ik had gezien in de rol tape en dat het eruit zag of alle patronen er nog inzaten. Ik heb de patronen er niet uitgehaald, om dit te controleren. Ik heb dit doosje veiliggesteld en voorzien van SIN AAQT4755NL.
Goednummer: PL0900-2023245037-3205692
SIN: AAQT4754NL
Object: Munitie (Kogelpatroon)
Aantal/eenheid: 6 stuks
Inhoud/specificatie: 7.65
Bijzonderheden: Op bureau, in rol tape, 3 in houder en 3 in plasticzakje
Goednummer: PL0900-2023245037-3205697
SIN: AAQT4755NL
Object: Munitie (Kogelpatroon)
Merk/type: 7.65
Bijzonderheden: In stickerprinter op bureau
In een
proces-verbaal van bevindingenis door verbalisant [verbalisant 5] het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Op maandag 14 augustus 2023 werd er op de woning aan de [adres] te [woonplaats] geschoten. Op de plaats delict werden twee hulzen aangetroffen van het kaliber 7.65. Uit getuigenverklaringen bleek dat een van de verdachten genaamd [verdachte] , woonachtig was in de woning naast de woning waarop was geschoten, namelijk de [woonplaats] . Hierop werd op grond van de Wet wapens en munitie een doorzoeking verricht in deze woning. Op het bureau naast een beeldscherm werd een zogenoemd boterhamzakje aangetroffen met daarin drie patronen. Op deze patronen stond aan de onderkant de opdruk 7.65 vermeld. In een rol tape werd een patroonhouder aangetroffen met daarin drie gelijkende patronen ingeklemd. Verder werd er nog een doosje aangetroffen met daarin 25 patronen van 7.65. De aangetroffen hulzen en patronen werden door de medewerker forensische opsporing in beslag genomen en overgedragen aan de afdeling Wapens, Munitie en Explosieven (WME). Op woensdag 16 augustus 2023 heb ik contact gezocht met de afdeling WME met de vraag of de hulzen en patronen overeen komen qua kaliber. Op donderdag 17 augustus 2023 kreeg ik van mijn collega [verbalisant 6] het antwoord dat de aangetroffen hulzen en de aangetroffen patronen van hetzelfde kaliber zijn.
In een
proces-verbaal van bevindingenis door verbalisant [verbalisant 7] het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Naar aanleiding van de onder dit proces aangetroffen- en in beslag genomen voorwerpen, is door mij, op donderdag 21 september 2023, in het kader van de Wet wapens en munitie, een nader onderzoek aan deze voorwerpen ingesteld, waarbij het onderstaande werd bevonden.
Goednummers: PL0900-2023245037-3205692 (7x) en
PL0900-2023245037-3205697 (25x)
SIN: AAQT4754NL en AAQT4755NL
Munitie: 32 scherpe patronen
Categorie: III
Bovengenoemde scherpe patronen kaliber 7.65mm, merk Geco, zijn munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van een scherpschietend vuurwapen kaliber 7.65mm af te schieten.
Rapporteurs T. Kraaijenbrink en M. te Raa hebben in een deskundigenrapportage
Forensisch DNA-onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrumvan 18 oktober 2023 onder meer het volgende gerapporteerd:
Ontvangen onderzoeksmateriaal
Omschrijving onderzoeksmateriaal
SIN-code sample
SIN-code schotresten
AAQT4751NL- Munitie (mund huls)
AAQT4751NL#01
AAPT0764NL
AAQ.T4752NL - Munitie (mund huls)
AAQT4752NL#01
AAPT0765NL
Samenvatting DNA-onderzoek
SIN-code
Celmateriaal kan afkomstig zijn van
Bewijskracht
AAQT4751NL#01
Verdachte RAAL8434NL#01 ( [verdachte] )
Meer dan 10 miljard
AAQT4752NL#01
Verdachte RAAL8434NL#01 ( [verdachte] ) + tenminste 1 onbekende persoon
Meer dan 10 miljard
Uit de
verklaring van verdachteter terechtzitting van 27 maart 2024 volgt, zakelijk weergegeven:
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zijn bij mijn woning gekomen. [medeverdachte 1] vertelde dat hij had gevochten met mijn buurman. [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en ik gingen naar de buurman. [medeverdachte 1] ging als eerste, ik als tweede en daarna [medeverdachte 2] . [medeverdachte 1] begon tegen de deur te trappen en schoppen van de buurman. Wij stonden met z’n drieën dicht op elkaar bij de reling. Nadat er werd geschoten ben ik weggerend naar de portiek, naar beneden. De patronen die op 14 augustus 2023 in mijn woning zijn gevonden zijn van mij.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op beide feiten, maar op één van de feiten.
Bewijsoverwegingen
Ten aanzien van het openlijk geweld (feit 2)
Vaststelling van de feiten
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting stelt de rechtbank het volgende vast. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft eerder die dag een conflict gehad met [slachtoffer] . Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft toen tegen [slachtoffer] gezegd dat hij terug zou komen met een wapen.[medeverdachte 1] en een derde persoon, [medeverdachte 2] , zijn naar de woning van verdachte gegaan, en hebben hem verteld over het conflict met [slachtoffer] , die naast verdachte woont. Verdachte is vervolgens samen met hen naar de woning van [slachtoffer] gegaan. Uit verklaringen en overige bevindingen volgt dat er tegen de deur wordt getrapt en dat er tweemaal op de ruit van de woning van [slachtoffer] is geschoten. Uit de getuigenverklaringen en de verklaring van verdachte ter terechtzitting volgt dat er toen geen andere personen op de galerij bij de woning van [slachtoffer] aanwezig waren dan verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Verdachte is meteen na het schietincident samen met de medeverdachten gevlucht, zo volgt uit zijn eigen verklaring en de verklaring van getuige [getuige 1] .
De rechtbank stelt verder vast dat verdachte de leverancier is geweest van de munitie waarmee op de ruit is geschoten. Op de plaats delict zijn immers twee hulzen aangetroffen, en uit het forensisch onderzoek volgt dat die hulzen van hetzelfde kaliber zijn als de munitie die in de woning van verdachte is aangetroffen. Op de hulzen is bovendien DNA-materiaal aangetroffen dat matcht met het DNA-materiaal van verdachte. Verdachte heeft verklaard dat de medeverdachten, voordat zij naar de woning van [slachtoffer] gingen, één minuut bij hem binnen zijn geweest en de patronen moeten hebben gepakt toen hij even naar de badkamer ging om te plassen. Deze veronderstelling van verdachte, die nergens in het dossier steun vindt, acht de rechtbank hoogst onwaarschijnlijk, mede gezien het bijzonder korte tijdsbestek van één minuut waarin dit zou zijn gebeurd en waarin zij ook nog aan verdachte zouden hebben uitgelegd wat er allemaal aan de hand was. Er valt niet in te zien hoe de medeverdachten ervan uit konden gaan dat zij de gelegenheid zouden krijgen om patronen weg te nemen en een wapen te laden zonder dat verdachte het zou merken.
Openlijk in vereniging gepleegd geweld
Voor een bewezenverklaring van openlijk geweld in vereniging dient vast te staan dat verdachte een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die "in vereniging" geweld pleegt. Beoordeeld zal moeten worden of de door de verdachte geleverde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is.
Uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat er is geschoten op de woning van [slachtoffer] , en dat er tegen de voordeur van die woning is getrapt door een persoon dan wel personen die behoorden tot de groep waarvan ook verdachte deel uitmaakte. Verder is gebleken dat de groep voorafgaand en tijdens het geweld gezamenlijk is opgetrokken, en dat verdachte na afloop samen met de anderen is gevlucht. Deze voortdurende aanwezigheid van verdachte, tezamen met het feit dat verdachte de leverancier is geweest van de munitie waarmee door enig lid van de groep op de ruit is geschoten, leveren naar het oordeel van de rechtbank een voldoende significante bijdrage op aan de openlijke geweldpleging. De rechtbank acht daarom feit 2 primair wettig en overtuigend bewezen. Daarbij zal verdachte wel partieel worden vrijgesproken van de strafverzwarende omstandigheid dat hij de voordeur en ruit heeft vernield, omdat niet kan worden vastgesteld dat verdachte dit eigenhandig heeft gedaan.
Het voorgaande maakt dat de verweren worden verworpen.
Partiële vrijspraak voor het voorhanden hebben van een vuurwapen (feit 3)
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van het voorhanden hebben van een vuurwapen. De bewezenverklaring van feit 2 laat de mogelijkheid open dat niet verdachte maar iemand anders met het vuurwapen heeft geschoten. Onder deze omstandigheden kan de rechtbank niet vaststellen dat verdachte een vuurwapen voorhanden heeft gehad.