ECLI:NL:RBMNE:2024:2159

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 april 2024
Publicatiedatum
10 april 2024
Zaaknummer
16.045022.23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksueel misbruik van minderjarig kind door vader

Op 10 april 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vader die beschuldigd werd van seksueel misbruik van zijn 5-jarige dochter. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer betrouwbaar en bruikbaar waren voor het bewijs, en dat deze voldoende steun vonden in de overige bewijsstukken. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaar. Tijdens de proeftijd mag de verdachte geen contact hebben met zijn dochter, haar moeder en stiefvader, en hij mag zich niet in de directe omgeving van hun woning of school bevinden. Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij, de moeder van het slachtoffer, toegewezen tot een bedrag van € 8.000,- voor immateriële schade, met toepassing van de BEM-clausule. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, dat nog zo jong is.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.045022.23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 10 april 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats] ,
wonende [adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 27 maart 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. A. Dam en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. L. Noordanus, advocaat te Lelystad, alsmede mr. M. Rotgans namens de benadeelde partij [slachtoffer] en haar moeder, [getuige 1] , naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1primairop 8 januari 2023 te Lelystad met [slachtoffer] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ;
subsidiairop 8 januari 2023 te Lelystad heeft geprobeerd met [slachtoffer] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen te plegen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ;
feit 2primairin de periode van 1 november 2022 tot en met 7 januari 2023 te Lelystad, meermalen, althans éénmaal met [slachtoffer] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ;
subsidiairin de periode van 1 november 2022 tot en met 7 januari 2023 te Lelystad, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige kind [slachtoffer] .

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het primair onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het primair en subsidiair onder 1 en 2 ten laste gelegde. Primair stelt de raadsvrouw zich op het standpunt dat de verklaringen van [slachtoffer] niet betrouwbaar zijn. Subsidiair stelt de raadsvrouw zich op het standpunt dat zich geen steunbewijs in het dossier bevindt. Meer subsidiair dient vrijspraak te volgen voor het primair onder 1 en 2 ten laste gelegde, aangezien er onvoldoende bewijs is voor het seksueel binnendringen. Meest subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht verdachte vrij te spreken als er enige twijfel is over het ten laste gelegde seksuele misbruik.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen [1]
1. [slachtoffer] heeft volgens een
proces-verbaal woordelijke uitwerking kinderverhooronder meer de volgende verklaring afgelegd, zakelijk weergegeven:
V: Dat er een praatkamer is, ja, dat klopt. Hoe ben je eigenlijk hier gekomen vandaag.
A: voor papa.
V: voor papa, Ben je voor papa hier gekomen. Nou, vertel is?
A: [verdachte] ging met zijn piemel in mijn spleet proppen. [2]
(…)
A: Dat deed heel zeer.
V: Dat deed heel erg zeer. En verder?
(…)
A: Hij deed super ver.
(…)
A: veels te ver in m'n spleet proppen.
V: Hij deed veels te ver in jouw spleet proppen. Hoe weet je, dat ie zo ver in jouw spleet deed proppen.
A: Dat deed heel zeer.
(…)
V: Weet je niet? En, waar was je, toen die de piemel in jouw spleet deed proppen.
A: in de douche,
(…)
A: In papa z'n huis, [3]
V: (…) Dus jij zegt, [verdachte] ging met z'n piemel in m'n spleet proppen, hè. Dat piemel
in de spleet proppen, is dat één keer of vaker gebeurd.
A: twee keer,
V: twee keer, En dat piemel in de spleet proppen, waar is dat gebeurd.
A: In [woonplaats] ,
(…)
A: Ik wou hem alleen een knuffel geven, maar hij deed dat.
V: Je wou hem alleen een knuffel geven, maar hij deed dat. Vertel me dan is alles over die knuffel geven.
A: Want hij ging gewoon z'n piemel in m'n spleet proppen. En dat wou ik eigenlijk niet. Maar ik wou hem alleen even een knuffel geven.
V: ja, Jij wou hem alleen een knuffel geven, en toen ging die toch met z'n piemel in de spleet proppen. Maar jij wilde hem een knuffel geven. Hoe ging dat.
A: Gewoon staan, en een knuffel geven, en toen deed ie dat, en toen ging die een beetje mij tillen, en op z'n schoot. [4]
A: Hij deed helemaal z'n piemel in m'n spleet. [5]
V: Aha, [slachtoffer] , nou hoorde ik, dat toen ik in het begin vroeg, of het één keer of vaker was gebeurd, zei je dat het twee keer was gebeurd. Vertel mij is alles over die tweede keer. Of over die andere keer hè. Want jij hebt nou over de laatste keer verteld, vertel is over die andere keer.
A: Toen deed ie dat ook.
V: toen deed ie dat ook, mm, en verder? Wat deed ie toen ook?
A: Ook z'n piemel in m'n spleet proppen.
V: Ook de piemel in de spleet proppen. En daar zei je van, dat was ook in de douch. En die andere keer, hoe ging dat toen, ook in de douche?
A: hetzelfde,
(…)
A: Want ik moest ook schoon zijn, want ik ruikte vies, naar rook, want ik ging ook vuurwerk afsteken. [6]
V: ook plassen, en de piemel ook plassen, en dan zeg je, de piemel in de spleet proppen hè. Wat is dat, proppen.
A: Dat is, dat je heel erg iets erin propt, bijvoorbeeld zo.
V: Zo erin propt, ik zie dat jij de potlood nu in de puntenslijper doet. Dat is erin proppen, oké, wat voel je dan, als iemand de piemel in de spleet propt?
A: Dat doet zeer.
(...)
V: Deed ie dat proppen hè, deed ie dan zachtjes, of hard,
A: hard,
V: weet je het niet of anders. Hard, hij deed hard proppen. Hoe doe je hard proppen, leg me is uit.
A: Dat betekent, dat je heel hard de piemel in je spleet gaat heel hard gaat drukken, en proppen.
(...)
V: Omdat je er naar keek, dat had je al gezegd. Goed, dat je dat nog een keertje zegt. Heeft papa nog aan andere dingen aan jou lichaam gezeten.
A: ook aan mijn billen, en m'n bips.
V: Ook aan je billen?
A: en dan in bed,
V: Ook aan je billen, maar dan in bed, vertel.
A: Dan doet ie dat gewoon, maar dat vind ik niet fijn, maar hij zegt: "ik heb je billen gemaakt."
(...)
V: Je zegt, dan ben je bij papa in bed, vertel is?
A: dan doet ie dat meestal.
V: Dan doet ie dat meestal. En wat doet ie dan precies. Jij zegt, zit dan aan m'n billen.
A: Dan doet ie dat met z'n handen.
V: Dan doet ie dat met z'n handen, wat doet ie dan met z'n handen.
A: Eh, aan m'n spleet zitten.
V: Aan je spleet zitten, en verder?
A: Weet ik niet.
V: Weet je niet. Hoe kan papa met zijn handen aan jouw spleet zitten. [7] A: Omdat ik bij hem in bed lig.
V: Omdat je bij hem in bed ligt. Wanneer lig je bij hem in bed.
A: Ik mag er ook altijd slapen.
V: Jij mag daar ook altijd slapen.
A: voor altijd,
V: voor altijd, En als je dan bij papa in bed ligt.
A: En als het ochtend is, dan doet ie dat.
(...)
V: Hoe kan papa dan bij jouw billen?
A: Omdat ik in hem z'n bed lig.
V: Omdat je in hem z'n bed ligt.
A: En ik ben altijd bang.
V: Ben je dan altijd bang.
A: Want het is dan heel erg donker.
V: Dan is het heel erg donker. En je zegt, je ligt bij papa in bed, en dan zit ie aan m'n billen, en ook aan m'n spleet. Je hebt dan een onderbroek aan. Is jouw papa dan, zit jouw papa dan aan jouw spleet, over de onderbroek, of een beetje in de onderbroek, of in de onderbroek, of anders?
A: Gewoon op de onderbroek,
V: Op de onderbroek, en wat voel je dan?
A: Dan voel ik dat.
V: Want je zegt, dan zit papa aan m'n spleet, waarmee zit ie dan aan jouw spleet.
A: met z'n handen,
V: met z'n handen.
A: Maar alleen in de douch zit ie aan m'n spleet, en in bed alleen m'n billen. [8]
2. Uit de
rapportage betreffende de verklaring van [slachtoffer]volgt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
Al met al is er geen reden om te veronderstellen dat de verklaring van [slachtoffer] door een sturende werkwijze van de verhoorder tot stand is gekomen.
8.2.
Inhoud van de verklaringen van [slachtoffer]8.2.1. Volledigheid
De verklaring van [slachtoffer] is niet onvolledig. [slachtoffer] vertelt details over de vermeende
seksuele handelingen, de context waarin en de manier waarop deze zouden hebben
plaatsgevonden en over uitspraken die vader zou hebben gedaan.
8.2.2.
Accuraatheid
De verklaring van [slachtoffer] bevat geen onmogelijkheden met betrekking tot de seksuele
handelingen.
Haar verklaring bevat geen problemen in de tijdlijn. Op de momenten waarover [slachtoffer]
verklaart, verbleef zij daadwerkelijk bij haar vader.
De handelingen waarover [slachtoffer] verklaart worden niet binnen een onmogelijke context
geplaatst.
(…)
8.2.3.
Consistentie
De verklaring van [slachtoffer] in de kindvriendelijke verhoorstudio is niet tegenstrijdig met
eerdere uitspraken die zij zou hebben gedaan tegen haar moeder en [getuige 2] . Haar
verklaring in de verhoorstudio sluit aan bij wat zij inhoudelijk aan moeder en [getuige 2] zou
hebben verteld en ook haar verklaring over de onthulling sluit aan bij die van moeder en
[getuige 2] over hoe de onthulling is verlopen. [9]
3. Getuige [getuige 1] heeft volgens een
proces-verbaal van aangifteonder meer de volgende verklaring afgelegd, zakelijk weergegeven:
V:Voor wie doe je aangifte?
A:Voor [slachtoffer] . [2017] geboren..
V: Tegen wie doe je aangifte?
A: [verdachte] .
V: Wat is hij van jou? [10] A: Mijn ex-partner. Hij is ook de vader van [slachtoffer] .
V: Waar zijn de feiten gebeurd?
A: Bij hem thuis in de badkamer onder de douche. En de billen aanraken in bed. Dat is
op de [adres] te [woonplaats] .
V: In welke periode zijn de feiten gebeurd?
A: Het was niet afgelopen zondag, maar de week ervoor, van de feiten onder de douche.
Dat was zondag 8 januari '23. En de andere gebeurtenis is vanaf november '22 dat ze
met de uitspraken over de billen thuiskwam. En vrijdag de 13e heeft ze het douche
incident aan mij verteld. [11]
V: Ik heb begrepen uit je informatief gesprek dat jij en je huidige partner [getuige 2] ,
[verdachte] en [slachtoffer] tegenkwamen zondag 8 januari 2023 bij je broertje thuis vanwege
een verjaardag?
A: Dat klopt.
V:Vertel ons eens alles over hoe dat daar ging?
A: (...) [slachtoffer] kwam naar ons toe gerend. Eerst heel vrolijk en toen barste ze in tranen uit. Huilend bij ons en [verdachte] ging naar buiten. [slachtoffer] kwam bij ons zitten en klaagde dat ze buikpijn had en zich niet goed voelde. Ze wilde met ons mee naar huis. Toen heb ik met haar gesproken en gezegd dat ze bij papa op de bank moest gaan liggen en wat moest gaan drinken en kijken of ze morgen weer naar school kon. [verdachte] is met haar naar huis gegaan.
(…)
V: Wanneer heb je [slachtoffer] weer opgehaald?
A: Dinsdag, 10 januari '23 rond 18:30 uur bij zijn moeder.
Toen ze thuiskwam begon ze op de bank te huilen en zei dat ze niet alleen wilde slapen en
niet alleen naar bed wilde. Toen heb ik [A] eerst naar bed gebracht en daarna ben
ik met haar gaan douchen en heb ik haar in bed gedaan. Ze kwam er vrij snel weer uit [12] en zei dat ze verdrietig was, buikpijn had en zich niet lekker voelde. Ze moest
huilen. Ik heb haar weer naar boven gebracht, ze mocht een filmpje kijken. En toen
was het oke. Na 10 minuten kwam ze weer naar beneden en zei mama ik heb nog ergens
last van, maar [getuige 2] mag het niet horen. Toen ben ik met haar naar boven gegaan en
toen zei ze dat ze pijn had aan haar spleet. Dat het jeukte en prikte, brandde. Ook
met plassen deed het pijn zei ze. Ik vroeg of haar onderbroek niet lekker had gezeten
of dat haar broek te strak zat. Ze zei dat haar onderbroek steeds in haar spleet ging
en dat ze het op school er steeds uit moest trekken. Ik heb haar sudocreme gegeven en toen deed ze er zelf wat sudocreme op en ze heeft een andere onderbroek aan gedaan.
Toen kwam ze weer naar beneden en zei dat ze nog last had. Ik heb haar een koud
washandje gegeven en toen heeft ze zich nog even gewassen. Daarna deed ze haar
onderbroek weer aan en ging weer naar bed. Toen was het bijna 22:30 uur toen ze in
slaap viel. Laat, ja.
V: Ging het slaapritueel wel vaker zo?
A: Nee, ze komt wel eens beneden met gekke smoesjes dat er een beest achter het
gordijn zit. Of dat haar filmpje het niet meer doet. Ze gaat om 19:00 uur naar boven
en mag dan nog een half uurtje film kijken en daarna slapen. Maar deze avond was
anders dan anders. Vooral ook het vele huilen, dat doet ze eigenlijk niet.
V: Het gedrag wat je net omschreef en de rest van die week, wat kan je daarover
vertellen?
A: Woensdag en donderdag ging het ook zo. Veel huilen en laat in slaap vallen en zei
steeds dat ze pijn aan haar spleet had en dat hij pijn deed met het plassen. Als ik
vroeg waar dat van kwam zei ze dat niet wist. Ze klaagde ook dat ze moe was op
donderdag en ze wilde niet turnen op woensdag. Dat was ineens spannend en eng en
normaal gesproken gaat dat goed.
V: Dan is het vrijdag 13 januari 2023, probeer zo veel mogelijk over deze middag te
vertellen.
A: Toen begon ze te zeggen dat ze zich weer niet lekker voelde net zoals op de verjaardag van [B] . Toen vroeg ik wat er was en wat ze voelde. Ze zei buikpijn, hoofdpijn, pijn aan haar been. Ze had overal last van, misselijk. Ik vroeg wat er was en toen zei ze dat ze een groot geheim had. Toen heb ik haar gezegd dat ze mij alles kan vertellen, vertel het maar. Toen vroeg ze nog word je niet boos. Ik zei nee. Toen zei ze papa heeft mij pijn gedaan bij mijn spleet. Toen zei ik oh, ik probeerde zo normaal mogelijk te reageren. Ik vroeg hoe komt dat dan? Wat is er gebeurd? Ze zei dat ze met papa ging douchen. En in de douche hebben ze een zitje zeg maar. Daar was hij op gaan zitten. En toen had hij gezegd kom maar op schoot zitten. En toen zei [slachtoffer] dat ze dacht dat ze hem een knuffel ging geven. Ze zat met haar benen wijd over hem heen. Dat heeft ze bij mij voorgedaan. Ik vroeg aan haar hoe zat je dan? Toen zei ze dat hij zijn piemel had gepakt en langs haar spleet heen haalde en hem erin probeerde te proppen. Toen zei ze dat dat pijn deed en dat ze dat ook tegen hem gezegd heeft. En dat hij toen heeft gezegd dat maakt nier uit. Je bent een grote mevrouw en ik heb die spleet gemaakt en ik mag zelf weten wat ik ermee doe. En ze zegt dat ook steeds over haar billen dat hij daar aan zit en zegt dat hij zelf mag weten wat hij er mee doet, want hij heeft die billen gemaakt. [13]
A: [slachtoffer] kwam vanaf november thuis met dat papa over haar billen wrijft en dat hij dit dan in bed doet. En ze zegt dat ze dat niet fijn vindt en hij zegt dan dat hij die billen heeft gemaakt en er mee mag doen wat hij wil. Ze heeft ook een keer gezegd papa zit aan mijn spleet. Toen vroeg ik haar wat doet hij dan en toen deed ze met haar duim en wijsvinger voor en schoot haar wijsvinger vanaf de duim weg.(…) [14]
A: Terwijl zij de crème op deed stond zij met haar benen wijd en ik zag toen dat haar vagina rood was. [15]
4. Uit het
proces-verbaal van bevindingenmet uitspraken [slachtoffer] na studioverhoor volgt onder meer het volgende, zakelijk weergegeven:
zaterdag 28 januari 2023
[slachtoffer] zat aan het ontbijt en begon nog over het politieverhoor te vertellen,
Ze zij : mama ik heb nog iets wat jij niet weet.
Ik vroeg aan haar of ik ook het geheimpje mocht weten.
Toen zei ze: het is 2 keer gebeurd (ze deed 2 vingers in de lucht). Ze zei: Dat was na oud en nieuw. [16] (…)
5. Getuige [getuige 2] heeft volgens een
proces-verbaal van verhoor getuigeonder meer de volgende verklaring afgelegd, zakelijk weergegeven:
Ik weet mij nog te herinneren dat [slachtoffer] aan het spelen was in huis met haar vriendinnetje, [C] . Ik hoorde haar zeggen: ‘papa zit altijd hier’. Ze wees naar haar spleet. (…) Ze heeft ook wel eens gezegd ‘papa zit aan mijn billen’. [17]
Bewijsoverwegingen
Bewijsminimum
Op grond van artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) kan het bewijs dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, niet uitsluitend worden aangenomen op grond van de verklaring van één getuige. Deze bepaling heeft, naar vaste rechtspraak, betrekking op de tenlastelegging als geheel en niet op een onderdeel daarvan. De bepaling beoogt de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing te waarborgen, in die zin dat artikel 342, tweede lid, Sv de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen als de door één getuige naar voren gebrachte feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
Bij zaken die zien op seksueel misbruik, gaat het voornamelijk om zaken waarin slechts twee personen aanwezig zijn geweest en is het daarmee meestal het woord van de aangever/getuige tegen dat van verdachte. In dergelijke zaken is het niet vereist dat het misbruik als zodanig bevestiging vindt in ander bewijsmateriaal, maar dat het afdoende is wanneer de verklaring van de aangever/getuige op onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen. Tussen die verklaring en het overige gebezigde bewijsmateriaal mag geen sprake zijn van een te ver verwijderd verband. Tegen deze achtergrond oordeelt de rechtbank als volgt.
Betrouwbaarheid verklaringen slachtoffer
De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag gesteld of de verklaringen van [slachtoffer] als voldoende betrouwbaar kunnen worden aangemerkt om tot uitgangspunt te kunnen dienen in deze zaak.
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer] consistente verklaringen heeft afgelegd, eerst aan haar moeder, daarna tegen haar stiefvader [getuige 2] en later in de verhoren tegenover de politie en in het bijzijn van de rechter-commissaris. Zij heeft gedetailleerd en consistent verklaard over de handelingen die verdachte bij haar heeft verricht en over de omstandigheden waaronder die handelingen hebben plaatsgevonden. Het ging daarbij om twee specifieke momenten waarop zij samen met verdachte ging douchen, en om momenten waarbij zij bij haar vader in bed lag. De bewoordingen die [slachtoffer] gebruikt (“proppen”) passen bij een kind van 5 jaar. Daarbij heeft [slachtoffer] zowel bij moeder als bij de politie voorgedaan hoe zij bij verdachte op schoot zat, verteld dat het pijn deed en heeft zij er een tekening van gemaakt. Uit het deskundigenonderzoek volgt eveneens dat sprake is van consistentie en accuraatheid in de verklaringen van [slachtoffer] . De rechtbank acht de verklaringen van [slachtoffer] dan ook betrouwbaar en bruikbaar voor het bewijs.
Waardering van het bewijs ten aanzien van feit 1 en 2
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of de verklaringen van [slachtoffer] voldoende steun vinden in de overige onderzoeksbevindingen. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en licht dat als volgt toe.
In de dagen voorafgaand aan de spontane onthulling (‘disclosure’) van [slachtoffer] over het seksuele misbruik, merkt haar moeder dat [slachtoffer] zich anders gedraagt dan anders. [slachtoffer] klaagt over buikpijn en pijn bij haar vagina, en moeder ziet ook dat deze rood is. [slachtoffer] huilt ineens veel terwijl ze dat normaal niet doet en komt moeilijk in slaap. Ook op vrijdag 13 januari 2023 klaagt [slachtoffer] over onder andere buikpijn, hoofdpijn en misselijkheid. Als moeder vraagt wat er aan de hand is, vertelt [slachtoffer] dat zij een groot geheim heeft en deelt zij vervolgens voor het eerst wat er is gebeurd.
Naast deze door moeder waargenomen gedragsverandering voorafgaand aan de onthulling en de verklaring van moeder over roodheid aan de vagina van [slachtoffer] , bevat het dossier ook steunbewijs uit andere bronnen die de verklaring van [slachtoffer] plaatst in een concrete context waarbinnen het misbruik heeft plaatsgevonden.
[slachtoffer] vertelde haar moeder in de dagen nadat zij voor het eerst over het misbruik had verteld, dat verdachte tegen haar had gezegd dat haar billen mooi omhoog staan als zij haar prinsessenhakken aan heeft. Moeder schrok hiervan, want verdachte zei dit tijdens hun relatie ook tegen haar, als zij hakken aan had. Moeder heeft voorts verklaard dat gedurende hun relatie verdachte naar porno keek van jonge ‘platte’ meisjes en dat hij het leuk vond als zij kinderlijk ondergoed droeg.
Ook getuige [getuige 2] heeft waargenomen dat [slachtoffer] ongevraagd over het misbruik heeft verteld aan een vriendinnetje van haar.
Uit het procesdossier volgt verder dat verdachte op Instagram meer dan 2000 accounts volgt van duidelijk minderjarige meisjes. [18] Op de foto’s van de verschillende accounts die zich in het procesdossier bevinden, zijn veel meisjes schaars gekleed, soms in ondergoed dat niet bij de leeftijd past, en nemen zij op sommige foto’s uitdagende poses aan. Verdachte heeft ter terechtzitting over deze vondst enerzijds - bij herhaling - verklaard dat hij ‘ook wel eens ergens naar kijkt’, maar anderzijds dat zijn dochter graag naar filmpjes van dansende meisjes kijkt. Vanwege de dubbelhartigheid van zijn verklaring, maar vooral vanwege de hoeveelheid en de aard van de foto’s, vindt de rechtbank het niet geloofwaardig dat [slachtoffer] op naam van haar vader al deze meisjes op Instagram heeft gevolgd en gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte dit voor het overgrote deel zelf heeft gedaan.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer] over het misbruik door verdachte onder de douche en in bed voldoende steun vinden in de rest van het dossier, waarbij er tussen de verklaringen van [slachtoffer] en het overige gebezigde bewijsmateriaal geen sprake is van een te ver verwijderd verband en er overigens ook geen sprake is van contra-indicaties.
Verdachte heeft nog aangevoerd dat [slachtoffer] zou zijn beïnvloed door haar moeder en haar nieuwe vriend. De rechtbank is echter van oordeel dat uit het procesdossier en hetgeen ter terechtzitting naar voren is gekomen geen enkele concrete aanwijzing blijkt dat sprake zou zijn van een vooropgezet plan om verdachte erin te luizen door het afleggen van valse verklaringen.
De rechtbank acht gelet op het hetgeen hiervoor is overwogen het primair onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1 -primairop 8 januari 2023 te Lelystad, met [slachtoffer] , geboren op [2017] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het duwen van de penis in de vagina van die [slachtoffer] ;
feit 2 -primairin de periode van 1 november 2022 tot en met 7 januari 2023 te Lelystad, met [slachtoffer] , geboren op [2017] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het duwen van de penis in de vagina van die [slachtoffer] en het meerdere malen betasten van de billen van die [slachtoffer] .
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen primair onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1 -primair
Met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam;
feit 2-primair
Met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 4 jaren, met aftrek van het voorarrest,
- een vrijheidsbeperkende maatregel (38v-maatregel), inhoudende dat verdachte
 zich niet ophoudt bij:
o [adres] ;
o [school] , [adres] , [vestigingsplaats] .
 zich onthoudt van contact met:
o [slachtoffer] ,
o [getuige 1] ,
o [getuige 2] .
De officier van justitie vordert dat deze vrijheidsbeperkende maatregel wordt opgelegd voor de duur van 5 jaren. Voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan, zal vervangende hechtenis voor de duur van één maand worden opgelegd met een maximum van zes maanden.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd de 38v-maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte is een first offender en uit het onderzoek van het NIFP zijn geen bijzonderheden naar voren gekomen. In beginsel kan worden volstaan met een taakstraf. Gelet op het taakstrafverbod ex artikel 22b Sr stelt de verdediging zich op het standpunt dat ook kan worden volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die gelijk is aan de duur van het voorarrest. Indien de rechtbank overgaat tot oplegging van een deels voorwaardelijks straf verzoekt de verdediging enkel te volstaan met algemene voorwaarden dan wel bijzondere voorwaarden op te leggen en daarbij rekening te houden met het gegeven dat verdachte al een jaar in een schorsing loopt en zijn voorwaarden niet heeft overtreden.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van het feit
Er zijn weinig feiten die meer verontwaardiging oproepen dan een ouder die zijn eigen kind seksueel misbruikt. Het vertrouwen dat een kind in zijn ouder moet hebben wordt daarmee op de meest basale manier verstoord. Verdachte had als gescheiden vader in zijn huis een veilig plek moeten creëren voor zijn 5-jarige dochter. Juist hij had haar moeten beschermen. Maar in plaats daarvan heeft verdachte ervoor gekozen zijn dochter seksueel te misbruiken en haar daarmee zelfs pijn te doen. Verdachte heeft dus alleen oog gehad voor zijn eigen behoeftebevrediging en is daarbij volledig voorbijgegaan aan het lichamelijke en geestelijke welzijn van [slachtoffer] . De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij op die manier de lichamelijke integriteit van een zeer jong meisje heeft geschonden.
Het is een feit van algemene bekendheid dat door seksueel misbruik vaak langdurige en ernstige schade wordt toegebracht aan de geestelijke gezondheid en de seksuele ontwikkeling van het slachtoffer. [slachtoffer] was nog maar 5 jaar oud toen zij de bewezenverklaarde seksuele handelingen moest ondergaan. Hierdoor is haar natuurlijke seksuele ontwikkeling onmiskenbaar en ernstig verstoord. Uit de slachtofferverklaring van moeder blijkt verder dat [slachtoffer] het vertrouwen in andere mensen kwijt is. Een schokkend gegeven, helemaal op deze leeftijd. Na veel verdriet komt er nu ook woede en angst bij [slachtoffer] naar boven. Verdachte heeft door zijn handelen [slachtoffer] haar kinderlijke onschuld én haar vader ontnomen.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een
uittreksel justitiële documentatiebetreffende verdachte van 15 februari 2024. Hieruit volgt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
- een
psychologisch rapportvan 24 april 2023, opgesteld door I. Kusters, klinisch psycholoog. De psycholoog heeft gerapporteerd dat er geen zicht is op een delictscenario en er evenmin sprake is van eerdere veroordelingen en aanwijzingen voor problematisch gedrag of een stoornis, als gevolg waarvan geen forensische beschouwing kan plaatsvinden. Doordat er op basis van het onderzoek geen stoornis kan worden vastgesteld en verdachte het tenlastegelegde ontkent, kan er evenmin een uitspraak worden gedaan over het risico op recidive. Wel kan worden vastgesteld dat bij verdachte sprake is van een vermijdende coping.
- een
adviesvan Reclassering Nederland van 25 maart 2024, opgesteld door N. Blauw, reclasseringswerker. Uit het advies volgt dat de reclassering zich aansluit bij hetgeen de psycholoog heeft gerapporteerd. De reclassering adviseert verder in geval van een veroordeling geen bijzondere voorwaarden, met uitzondering van een locatieverbod, aan verdachte op te leggen, aangezien de reclassering geen mogelijkheden ziet om met interventies of toezicht de risico’s te beperken of het gedrag te veranderen.
Op te leggen straf
Verdachte moet ervan worden doordrongen dat zijn handelen volstrekt ontoelaatbaar is. De rechtbank is dan ook van oordeel dat gelet op de aard en ernst van de strafbare feiten en de omstandigheden waaronder zij zijn gepleegd, niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een vrijheidsbenemende straf. Een vrijheidsbenemende straf is passend en geboden vanuit het oogpunt van vergelding, normhandhaving en generale en speciale preventie.
Voor de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gekeken naar (enigszins) vergelijkbare zaken. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de zeer jonge leeftijd van [slachtoffer] . Verder is rekening gehouden met het gegeven dat verdachte geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen. De rechtbank overweegt voorts dat de uitlatingen van [slachtoffer] na het studioverhoor over het gedrag van verdachte met betrekking tot zijn geslachtsdeel, zorgelijk zijn. [19] Dit geldt eveneens voor de ruim 2000 accounts van jonge schaars geklede jonge meisjes die verdachte volgt. De rechtbank ziet sterke aanwijzingen dat de seksuele belangstelling van verdachte voor minderjarigen niet incidenteel is maar een wezenlijk onderdeel uitmaakt van zijn leven.
Al het bovenstaande in ogenschouw nemend, komt de rechtbank tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, waarvan één jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van vijf jaren. De tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal in mindering worden gebracht op het onvoorwaardelijke strafdeel. De rechtbank zal aan het voorwaardelijke strafdeel de bijzondere voorwaarde verbinden dat verdachte gedurende de proeftijd, dan wel zoveel korter als de officier van justitie aangewezen acht, geen contact mag zoeken met [slachtoffer] , haar moeder [getuige 1] en stiefvader [getuige 2] . Verder zal verdachte zich niet mogen bevinden of in de directe omgeving mogen begeven van de woning en school van [slachtoffer] . Anders dan de officier van justitie heeft gevorderd, ziet de rechtbank geen aanleiding deze voorwaarden in de vorm van een maatregel als bedoeld in artikel 38v Sv op te leggen. [slachtoffer] , haar moeder en haar stiefvader kunnen naar het oordeel van de rechtbank voldoende bescherming ontlenen aan het voorwaardelijke strafdeel.
De rechtbank komt met de strafoplegging uit op een lagere gevangenisstraf dan door de officier van justitie is gevorderd. Indien de eis van de officier van justitie zou worden gevolgd zou verdachte - kort gezegd - bij goed gedrag effectief een derde van de tijd korter vastzitten als gevolg van de wettelijke regeling voorwaardelijke invrijheidstelling. Effectief bedraagt het onvoorwaardelijke strafdeel in dat geval 32 maanden. Bij een deels voorwaardelijke straf vindt geen voorwaardelijke invrijheidsstelling plaats. Het onvoorwaardelijke strafdeel in de door de rechtbank opgelegde straf, bedraagt dan ook 24 maanden. Dat is korter dan in de strafeis van de officier van justitie, maar de rechtbank acht het gezien de bovengenoemde zorgen van belang dat verdachte ook een langlopende waarschuwing in de vorm van een fors voorwaardelijk strafdeel en een heel lange proeftijd boven het hoofd heeft hangen. Dit voorwaardelijke strafdeel dient ertoe verdachte gedurende een langere duur, en dus ook fors langer dan de door de officier van justitie gevorderde vier jaren, in het vizier van justitie te houden en hem zo te weerhouden van het plegen van strafbare feiten en soortgelijke zaken in het bijzonder.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

9.BENADEELDE PARTIJ

Moeder [getuige 1] heeft zich namens haar minderjarige dochter, [slachtoffer] , als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 10.000,- bestaande uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde feit.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat de vordering van de benadeelde partij geheel voor toewijzing in aanmerking komt, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en toepassing van de wettelijke rente.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw is van mening dat het toe te wijzen bedrag dient te worden gematigd gelet op de letsellijst van het Schadefonds Geweldsmisdrijven en een tweetal aangehaalde uitspraken.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde, gelet op de aard en ernst van de feiten, rechtstreekse immateriële schade heeft geleden. De aard en de ernst van de normschending brengen mee dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Er is derhalve een rechtsgrond voor vergoeding van immateriële schade. De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van het op te leggen bedrag rekening gehouden met de jonge leeftijd van de benadeelde partij, de ernst van de fysieke inbreuk en de grote impact van het handelen van verdachte op haar leven. De rechtbank stelt deze schade naar billijkheid, met inachtneming van wat in vergelijkbare gevallen wordt bepaald, vast op een bedrag van € 8.000, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 januari 2023 tot de dag van volledige betaling.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde afwijzen.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 8.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 januari 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 75 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
De rechtbank zal bepalen dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij te openen rekening met een zogenoemde BEM (Belegging, Erfenis en andere gelden Minderjarigen)-clausule. Een dergelijke BEM-clausule is bedoeld ter bescherming van de belangen van de minderjarige. De minderjarige en zijn wettelijke vertegenwoordiger kunnen aldus slechts met toestemming van de kantonrechter over het vermogen van de minderjarige beschikken tot hij achttien jaar is.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f en 244 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het primair onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het primair onder 1 en 2 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het primair onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
3 (drie) jaren;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de
gevangenisstrafeen
gedeelte van 1 (één) jaar,
nietzal worden
ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van
5 (vijf) jarenvast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte gedurende de proeftijd, dan wel zoveel korter als de officier van wenselijk noodzakelijk acht:
* op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
o [slachtoffer] (geboren op [2017] ),
o [getuige 1] (geboren op [1993] ),
o [getuige 2] (geboren op [1991] ); en
* zich niet zal bevinden op of in de directe omgeving van:
o [adres] ;
o [school] , [adres] , [vestigingsplaats] ,
Benadeelde partij
  • wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 8.000,-, bestaande uit een vergoeding voor immateriële schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2023 tot de dag van volledige betaling;
  • wijst de vordering van [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde af;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 8.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 75 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • bepaalt dat de als gevolg van deze uitspraak te betalen schadevergoeding zal worden gestort op een ten behoeve van de benadeelde partij te openen rekening met een BEM-clausule.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Loots, voorzitter, mrs. I.L. Gerrits en
V.A. Groeneveld, rechters, in tegenwoordigheid van mr. O.S. Salet, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 april 2024.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1primairhij op of omstreeks 8 januari 2023 te Lelystad, althans in Nederland, met [slachtoffer]
[slachtoffer] , geboren op [2017] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet
had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te
weten het een of meerdere ma(al(en) brengen/duwen van de penis in de vagina van
die [slachtoffer] ;
subsidiairhij op of omstreeks 8 januari 2023 te Lelystad, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [slachtoffer] , geboren op [2017] , die toen de leeftijd van 12 jaren nog niet had bereikt,
handelingen te plegen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
  • die [slachtoffer] heeft opgetild en/of
  • die [slachtoffer] op zijn schoot heeft gezet en/of
  • met zijn, verdachtes vingers de vagina heeft geopend en/of
  • heeft getracht zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] te duwen/brengen
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 2primairhij in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 7 januari 2023 te Lelystad, althans in Nederland, meermalen, althans éénmaal
met [slachtoffer] , geboren op [2017] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten het een of meerdere ma(al(en) brengen/duwen van de penis in de vagina van die [slachtoffer] en/of het meerdere ma(a)l(en) betasten van de billen en/of de schaamlippen/vagina van die [slachtoffer] ;
subsidiairhij in of omstreeks de periode van 1 november 2022 tot en met 7 januari 2023 te
Lelystad, althans in Nederland, ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind
[slachtoffer] , geboren op [2017] , door een of meerdere ma(a)l(en) de
billen en/of schaamlippen/vagina van die [slachtoffer] te betasten.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 30 maart 2023, genummerd PL0900-2023013492, opgemaakt door politie Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 138. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 34.
3.Pagina 35.
4.Pagina 36.
5.Pagina 38.
6.Pagina 40.
7.Pagina 44.
8.Pagina 45.
9.Een rapportage betreffende de verklaring van [slachtoffer] in de strafzaak tegen [verdachte] van 3 oktober 2023, opgesteld door drs. [verbalisant 1] , pagina 13.
10.Pagina 12.
11.Pagina 13.
12.Pagina 16.
13.Pagina 17.
14.Pagina 18.
15.Pagina 19.
16.Pagina 65.
17.Pagina 26.
18.Aanvullend ‘proces-verbaal van bevindingen volgend Instagram verdachte [slachtoffer] ’ van 21 maart 2024 door verbalisant [verbalisant 2] , met bijlagen.
19.Pagina 66, 67.