ECLI:NL:RBMNE:2024:2157

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 februari 2024
Publicatiedatum
10 april 2024
Zaaknummer
16-291233-22
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het in vereniging aanwezig hebben van een grote hoeveelheid softdrugs met oplegging van voorwaardelijke gevangenisstraf en taakstraf

Op 13 februari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 7 november 2022 in Amersfoort in vereniging met een ander 1.495 hennepplanten en 34,37 kilogram hennep aanwezig had. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van vormverzuimen, zoals door de verdediging was gesteld. De politie had het bedrijfspand rechtmatig betreden op basis van een sterke hennepgeur en zenuwachtig gedrag van de aanwezigen. De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte en zijn medeverdachte samen in de hennepkwekerij waren en dat zij wetenschap hadden van de aanwezige hennepplanten. De verdachte werd veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden en een onvoorwaardelijke taakstraf van 180 uren. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De rechtbank besloot tot onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen hennep en een wapen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16-291233-22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 13 februari 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1974 te [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [adres 1] , [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 29 november 2023 en 30 januari 2024. De zaak is inhoudelijk behandeld op laatstgenoemde datum.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie, mr. M. Kamper, en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. J.T.H.M. Mühren, advocaat te Purmerend, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1
primair:op 7 november 2022 in Amersfoort in vereniging 1.495 hennepplanten aanwezig had;
subsidiair:medeplichtig is aan het primair ten laste gelegde;
feit 2
op 7 november 2022 in Amersfoort in vereniging 34,37 kilogram hennep aanwezig had.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie vindt dat er geen sprake is van een vormverzuim. De politie heeft het bedrijfspand rechtmatig betreden ter controle en op grond van een verdenking (een sterke hennepgeur en zenuwachtig gedrag) het bedrijfspand doorzocht.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair aangevoerd dat de politie onrechtmatig het bedrijfspand is binnengetreden, omdat geen sprake was van een redelijk vermoeden van schuld. Daarnaast is er zonder goede grond overgegaan tot een doorzoeking. De raadsman voert aan dat daarmee een onherstelbaar vormverzuim is begaan dat moet leiden tot bewijsuitsluiting van alle belastende stukken in het dossier die zien op hetgeen in het betreffende pand is aangetroffen en dus tot integrale vrijspraak.
Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte op basis van het dossier op geen enkele manier in verband kan worden gebracht met de hennepkwekerij en daar aanwezige hennep. Verdachte verklaart geen wetenschap te hebben gehad van de hennepkwekerij en niet in de kelder te zijn geweest (feit 1) en evenmin wetenschap van te hebben gehad, laat staan beschikkingsmacht over de in de kelder aangetroffen hennep.
Meer subsidiair heeft de raadsman verzocht verdachte van de feiten vrij te spreken, omdat hij niet als medepleger kan worden aangemerkt nu zijn rol onvoldoende blijkt uit het dossier.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Bewijsmiddelen [1]
Het proces-verbaal over het binnentreden en doorzoeken van het bedrijfspand
Op maandag 7 november 2022 waren wij, [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , in burger gekleed en waren
wij aanwezig op de [adres 2] in [plaats] .
Ik zag dat de mannen achter een stapel dozen vandaan kwamen. Hierop ben ik, [verbalisant 2] , samen met de wijkagent de garage in gelopen. Ik sprak direct de twee mannen aan welke later bleken te zijn: ++ [medeverdachte 1] geboren op [geboortedatum 2] 1980 te [geboorteplaats 2] ++ en ++ [verdachte] geboren op [geboortedatum 1] 1974 te [geboorteplaats 1] +++
Wij liepen naar de mannen toe en roken hierbij direct een zeer hevige henneplucht afkomstig van beide mannen. Ik, [verbalisant 2] , zei direct dat ik hennep rook tegen deze mannen. Zij verklaarden hierop beide dat zij vanochtend hennep hadden gerookt. Echter was de henneplucht zo heftig dat dit volgens ons, [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , onmogelijk kon komen door het enkel roken van hennep. Wij zagen dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] direct erg zenuwachtig waren. Wij hoorden dat zij kortaf op onze vragen reageerden en druk met hun handen bezig waren. [2]
Het proces-verbaal over het aantreffen van de hennepkwekerij
Wij hebben hierop de toegangsdeur van de kelder geforceerd.
Hierbij troffen wij in iedere ruimte een in werking zijnde hennepkwekerij aan.
Achterin de kelder troffen wij een zelfde houten ruimte aan, met daarin een vermoedelijke verpakkingslocatie.
Wij zagen hier diverse goederen liggen voor het knippen, drogen en verpakking van hennep.
Daarbij zagen wij ook een houten bord met daarop verschillende vermoedelijke prijzen.
Ik, [verbalisant 3] , zag achterin de kelder een balie of bar staan.
Ik zag hierop een broodje in verpakking liggen.
Ik zag dat het doosje, waarin het broodje lag, was voorzien van een logo van "Go Fresh bakery".
De tekst op de sticker van de verpakking betrof de volgende:
"Baquette gekoeld Belegd
Date:
Time:
Made:
07/11/22
08:37
Discard:
07/11/22
12:37 ma [3]
Het proces-verbaal over het aangetroffen broodje
Om te achterhalen of de verdachte op 7-11-2022 een broodje had gekocht bij het tankstation [locatie] , welke is voorzien van een "Go Fresh Bakery", werden de camerabeelden gevorderd van 7-11-2022 10:20 uur tot 10:50 uur. Op deze camerabeelden is te zien dat de verdachte: [medeverdachte 1] bij de kassa staat. Ik zie dat de verdachte een broodje krijgt van de bakkerij van het tankstation. Ik zie dat deze in een wit kartonnetje zit met plastic eromheen. Dit betreft een soortgelijkend broodje welke te zien is op foto 19 van de fotobijlage PL0900-2022331147 van de hennepkwekerij. Ik zie dat de verdachte nog een ander broodje krijgt en het tankstation weer verlaat. [4]
Het proces-verbaal over het aantreffen van de hennepkwekerij
Op maandag 7 november 2022 om 11:40 uur stelde ik samen met collega's van de Landelijke
Eenheid een onderzoek in bij en in het perceel op het adres [adres 2] te
[plaats] en constateerde ik het volgende:
Kweekruimte 1
Op de plattegrond en de bijgevoegde ruimlijst genoemd ruimte A
In totaal stonden er 8 hennepplanten. Per m2 stonden er 8 planten.
Kweekruimte 2
Op de plattegrond en de bijgevoegde ruimlijst genoemd ruimte B
In de ruimte zelf: In totaal stonden er 386 hennepplanten. Per m2 stonden er 9 planten.
Kweekruimte 3
Op de plattegrond en bijgevoegde ruimlijst genoemde ruimte C
In de ruimte zelf: 356 hennepplanten
Kweekruimte 4
Op de plattegrond en de bijgevoegde ruimlijst genoemde ruimte D
In totaal stonden er 371 hennepplanten. Per m2 stonden er 9 planten.
Kweekruimte 5
Op de plattegrond ruimte E
In totaal stonden er 374 hennepplanten. Per m2 stonden er 9 planten.
Vaststelling hennep
Ik constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren. Ik constateerde, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten waren. [5]
Het proces-verbaal over onderzoek aan de bestelbus
Aantreffen bus
Op het moment dat ik genoemd pand binnenliep, rook ik direct de voor mij ambtshalve bekende hennepgeur. In genoemd pand zag ik een bestelbus staan. Dit betrof het volgende voertuig: Ford Transit Costom voorzien van het Nederlandse kenteken: [kenteken] . Op het moment dat ik bij genoemd voertuig stond hoorde ik iemand het volgende naar mij roepen: "Wil je er even in kijken? Ik maak hem wel open. Hierop hoorde en zag ik dat genoemd voertuig werd ontgrendeld. De persoon die bovengenoemde naar mij riep bleek later de volgende persoon te zijn: [verdachte] geboren op [geboortedatum 1] 1974 te [geboorteplaats 1] .
Zoekend rondkijken bus
Hierop heb ik de schuifdeur van genoemde bestelbus geopend. Ik zag direct dat voor de achterbank, op de vloer, meerdere hennep resten lagen.
Doorzoeking genoemde bestelbus
In de laadruimte van genoemd voertuig trof ik meerdere dozen met nieuwe vuilniszakken aan.
In deze dozen lagen tevens meerdere setjes nieuwe werkhandschoenen. In het bestuurdersportier van genoemd voertuig trof ik een boksbeugel aan. [6]
Kennisgeving van inbeslagneming
Plaats: [adres 2] , [postcode] [plaats]
Datum en tijd: 7 november 2022 te 15:58 uur
Omstandigheden: hennep aangetroffen in de hennepkwekerij. Hennep zat verpakt in sealbags en diverse vuilniszakken.
Goednummer: PL0900-2022331147-3071965
Bijzonderheden: Hennep en hennepgruis welke in de hennepkwekerij lagen. [7]
Het proces-verbaal over de weging van de hennep
Wij zagen dat de verdovende middelen in meerdere plastic vuilniszakken of doorzichtige sealbags waren verpakt. Het betrof een mix van henneptoppen, gruis en hennepafval. Hier zaten bijvoorbeeld ook takken van de planten en bladeren tussen. Wij hebben het geheel in blauwe plastic tonnen geplaatst en gewogen.
Ton 1 (IX55446607018): 4,07 kilogram
Ton 2 (IX55446607016): 3,98 kilogram
Ton 3 (IX55446607017): 3,61 kilogram
Ton 4 (IX55446607019): 3,68 kilogram
Ton 5 (IX55446607024): 3,67 kilogram
Ton 6 (IX55446607025): 3,91 kilogram
Ton 7 (IX55446607022): 3,99 kilogram
Ton 8 (IX55446607023): 3,89 kilogram
Ton 9 (IX55446607021): 3,57 kilogram
Het netto totaalgewicht van de hennep betreft hierdoor: 34,37 kilogram.
Goednummer: PL0900-2022331147-3071965 [8]
Het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen
Bij een door ons gehouden MMC kleur-reactietest bleek dat deze stof, voorzien van de NFI-code 133961, positief reageerde op de aanwezigheid van: hennep.
Betreft een partij a 30 kg Hennep met gruis
Verdeeld over 4 verschillende zakken een monster getest.
4 x monster positief resultaat. [9]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
4.3.2
Vormverzuimen
Ten aanzien van de gestelde vormverzuimen overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank stelt vast dat de politie de showroom van het bedrijfspand, waar de hennep en hennepkwekerij later werd gevonden, is binnengelaten door medeverdachte [medeverdachte 2] . Dit deel van het bedrijfspand is openbaar toegankelijk. Voor het op deze manier betreden van een bedrijfsruimte is gelet hierop geen machtiging vereist en ook geen redelijk vermoeden van een strafbaar feit.
Eenmaal binnen heeft de politie, wederom met toestemming van medeverdachte [medeverdachte 2] , de garage betreden toen zij daar twee mannen zagen lopen. Ook dit binnentreden is daarom rechtmatig. De politie raakt in gesprek met verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] en ruikt een, zo begrijpt de rechtbank, opvallend sterke hennepgeur bij hen. Dit is voldoende voor een redelijk vermoeden van enige overtreding van de Opiumwet. Op grond van artikel 9 van de Opiumwet mocht de politie daarom vervolgens elke plaats betreden in het bedrijfspand om nader onderzoek te verrichten en dus ook de kelder waar uiteindelijk de hennepkwekerij is aangetroffen.
De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van vormverzuimen en er dus geen bewijsuitsluiting volgt.
4.3.3
Bewijsoverweging
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte 1.495 hennepplanten en 34,37 kilo hennep aanwezig heeft gehad samen met een ander. In de kelder van het bedrijfspand is een hennepkwekerij aangetroffen. In de bestelbus van verdachte zijn hennepresten en werkhandschoenen aangetroffen. Zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte 1] roken sterk naar hennep. Daarnaast is één van de broodjes die medeverdachte [medeverdachte 1] eerder die dag had gekocht, gevonden in de kelder waar de hennepkwekerij zich bevond. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] kwamen tegelijkertijd tevoorschijn, terwijl de politie al enige tijd in het bedrijfspand rondliep en hen niet eerder had gezien. Hieruit maakt de rechtbank op dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] samen in de hennepkwekerij in de kelder waren, al voordat de politie aanwezig was. In het feit dat medeverdachte [medeverdachte 1] wisselend heeft verklaard op de vraag wat hij en verdachte op de betreffende locatie aan het doen waren, ziet de rechtbank een bevestiging van dit oordeel: medeverdachte [medeverdachte 1] verklaarde ter plaatse tegenover de politie dat zij daar waren om onderhoud te plegen aan zonnepanelen; tijdens zijn verhoor verklaarde medeverdachte [medeverdachte 1] dat zij daar waren om isolatiemateriaal op te halen.
Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] hebben geen verklaring afgelegd over hun rol bij de hennep(kwekerij). Uit het feit dat zij allebei in de kelder zijn geweest, en derhalve toegang hadden tot de nadien afgesloten kelder waarin de hennepkwekerij zich bevond, volgt dat zij beiden wetenschap hadden van de hennepkwekerij en beschikkingsmacht hadden over de hennep(planten) die zich daar bevond(en). De rechtbank acht daarom ook het medeplegen bewezen nu er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] .

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 1 primair
op 7 november 2022 te Amersfoort tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 1495 hennepplanten zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
feit 2
op 7 november 2022 te Amersfoort tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 34,37 kilogram hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
feit 1 primair en feit 2:telkens het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van vier maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren;
- een taakstraf van 240 uren, met aftrek van het voorarrest, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 120 dagen hechtenis.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht dat de rechtbank rekening houdt met het strafblad van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1
De aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het samen met een medeverdachte voorhanden hebben van een grote hoeveelheid hennepplanten in een bedrijfspand. Hennep is een verdovend middel waarvan het gebruik schadelijk kan zijn voor de volksgezondheid. De handel in hennep kan daarnaast leiden tot verschillende vormen van criminaliteit.
8.3.2
De persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister (strafblad) van 19 december 2023 over verdachte, waaruit blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
8.3.3
Conclusie
De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de straf gekeken naar de oriëntatiepunten van de rechtspraak (LOVS). Hierin wordt voor het aanwezig hebben van meer dan 25 kilogram softdrugs een (onvoorwaardelijke) gevangenisstraf van 12 maanden als uitgangspunt genomen. In dit geval was sprake van 34,7 kilogram hennep, kennelijk bestaande uit een mix van henneptoppen, hennepgruis en hennepafval. Voor een hennepkwekerij van 500 tot 1000 planten wordt hierin een taakstraf van 180 uren en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden als uitgangspunt genomen. In dit geval was er sprake van 1495 planten.
De rechtbank wijkt in aanzienlijke mate af van de hiervoor genoemde oriëntatiepunten. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt. Op basis van het dossier wordt onvoldoende duidelijk of de aangetroffen ‘hennep’ in de vuilniszakken vooral bestond uit afval of uit hennep die daadwerkelijk bruikbaar was en bestemd was voor verkoop. Verder volgt uit de bewijsmiddelen slechts dat de verdachte op 7 november 2022 samen met zijn medeverdachte in de hennepkwekerij is geweest en blijkt uit het dossier niet dat zij daar vaker zijn geweest, noch dat zij in de hennepkwekerij een bepaalde rol vervulden.
Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden met een proeftijd van twee jaar in combinatie met een onvoorwaardelijke taakstraf van 180 uur (subsidiair 90 dagen vervangende hechtenis) met aftrek van het voorarrest, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag, passend en geboden is. Met de oplegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf hoopt de rechtbank verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten, zoals het opzettelijk aanwezig hebben van hennep(planten), te plegen. De onvoorwaardelijke taakstraf acht de rechtbank aangewezen omdat verdachte de gevolgen van zijn handelen dient te ervaren.

9.BESLAG

Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank zal verklaren dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten 9 STK Hennep (G3071965), 1495 STK Hennep (G3072358) en 1 STK Wapen (G3072348), worden onttrokken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 9, 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 3 en 11 van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het onder feit 1 primair en feit 2 bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van vier (4) maanden;
- bepaalt dat
de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzijde rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij
een proeftijd van twee (2) jarenvast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 180 uren;
- beveelt dat voor het geval verdachte de taakstraf niet of niet naar behoren verricht de taakstraf wordt vervangen door 90 dagen hechtenis;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van 2 uren taakstraf per dag;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • 9 STK Hennep (G3071965);
  • 1495 STK Hennep (G3072358);
  • 1 STK Wapen (G3072348).
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E.S. Dolmans, voorzitter, mrs. G. Schnitzler en I.G.C. Bij de Vaate, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.J.A. Barends, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 13 februari 2024.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
feit 1
hij op of omstreeks 7 november 2022 te [plaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 1495 hennepplanten zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
(art 11 lid 2 Opiumwet, art 11 lid 5 Opiumwet, art 3 ahf/ond B Opiumwet)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven personen op of omstreeks 7 november 2022 te [plaats] met elkaar, althans één van hen, opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (in een pand aan [adres 2] ) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 1495, althans een groot aantal, hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte op of omstreeks 7 november 2022 te [plaats] , in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door werkzaamheden in die kwekerij te verrichten ten behoeve van de hennepkwekerij en/of door hennep(planten) van en/of naar die kwekerij te vervoeren;
(art 11 lid 2 Opiumwet, art 3 ahf/ond B Opiumwet, art 3 ahf/ond C Opiumwet, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
feit 2
hij op of omstreeks 7 november 2022 te Amersfoort tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, een grote hoeveelheid als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de Opiumwet, te weten 34,37 kilogram hennep, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
(art 11 lid 5 Opiumwet, art 3 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 9 november 2022, genummerd PL0900-2022331147, opgemaakt door politie Midden-Nederland, niet doorgenummerd. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 12-13 van PV VGL.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 17-18 van PV VGL.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 146 van PV VGL.
5.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, p. 22-26 van PV VGL.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 20-21 van PV VGL.
7.Kennisgeving van inbeslagname, p. 149 van PV VGL.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 121 van PV VGL.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 148 van PV VGL.