In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 26 maart 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst/Toeslagen had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 22 september 2022 bezwaar ingediend, maar pas op 17 januari 2024 diende de verweerder een verweerschrift in. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat eiseres terecht beroep had ingesteld. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak alsnog een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet ook worden vergoed. De rechtbank merkte op dat zij geen mogelijkheden heeft om verweerder te verplichten om een kopie van het dossier aan eiseres te verstrekken, aangezien dit geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht is.