In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 28 maart 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 17 november 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelde dat de beslistermijn was overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moest nemen. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder dit besluit uiterlijk op 28 mei 2024 moet nemen en dat hij een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten in overeenstemming gebracht met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die nadere beslistermijnen heeft vastgesteld voor soortgelijke zaken. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.