In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 28 maart 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 17 mei 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank constateerde dat de beslistermijn was overschreden, aangezien verweerder op 28 juni 2023 in gebreke was gesteld. Eiser heeft pas op 6 februari 2024 beroep ingesteld, wat binnen de wettelijke termijn viel.
De rechtbank oordeelde dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum voor een vooraankondiging vastgesteld op 15 mei 2024. Tevens werd bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook bepaald dat het door eiser betaalde griffierecht van € 51,- door verweerder moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.