ECLI:NL:RBMNE:2024:2061
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van opzettelijk aanwezig hebben van hennep en voorbereidingshandelingen voor hennepteelt
Op 5 april 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland in Lelystad uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1970, die werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennep en voorbereidingshandelingen voor hennepteelt. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer en het vonnis is gewezen na een openbare terechtzitting op 22 maart 2024. De officier van justitie, mr. I.M.F. Graumans, had gevorderd om de verdachte vrij te spreken van de tenlasteleggingen, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door raadsman mr. V.P.J. Tuma, eveneens vrijspraak bepleitte. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de hennep en de hennep gerelateerde goederen in het pand. Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlasteleggingen.