In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 3 april 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot de compensatie voor kinderopvangtoeslag, maar de Belastingdienst had niet tijdig beslist op dit bezwaar. Eiseres had op 6 februari 2023 bezwaar gemaakt en na het verstrijken van de beslistermijn, heeft zij op 1 maart 2024 beroep ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om uiterlijk op 10 juni 2024 een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet ook worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.