In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 29 maart 2024, is het beroep van eiseres tegen het niet tijdig beslissen door de Belastingdienst/Toeslagen op haar bezwaar van 15 mei 2023 tegen de lichte toets compensatie kinderopvangtoeslag aan de orde. Eiseres had op 4 juni 2022 een besluit ontvangen waarin een bedrag van € 30.000,- was toegekend op basis van de Catshuisregeling. Eiseres stelt dat zij dit besluit niet heeft ontvangen en heeft hierom bezwaar gemaakt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk is, omdat eiseres geen procesbelang heeft. Dit betekent dat er geen reëel en actueel belang is bij de uitkomst van de procedure, aangezien eiseres het compensatiebedrag al heeft ontvangen. De rechtbank heeft verder opgemerkt dat de bezwaargronden van eiseres niet voldoende zijn om aan te nemen dat er nog een belang is bij het beroep. De rechtbank heeft daarom besloten dat eiseres geen recht heeft op vergoeding van proceskosten of griffierecht. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, in aanwezigheid van griffier mr. M.E.C. Bakker.