ECLI:NL:RBMNE:2024:2026

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 maart 2024
Publicatiedatum
4 april 2024
Zaaknummer
UTR 23/4720
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar tegen dwangsombesluit

Op 29 maart 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres [A], vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. Grijpstra, en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder volgens haar niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 15 juni 2023 tegen een dwangsombesluit van 11 mei 2023. Verweerder diende op 12 oktober 2023 een verweerschrift in. De rechtbank overwoog dat, ongeacht de vraag of het e-mailbericht van 11 mei 2023 als een besluit kan worden aangemerkt, verweerder met het e-mailbericht van 12 september 2023 volledig aan eiseres tegemoet was gekomen. Dit betekende dat eiseres geen procesbelang meer had bij een beslissing op haar beroep. De rechtbank besloot daarom het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en nodigde partijen niet uit voor een zitting, aangezien dit in deze zaak niet nodig was. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4720

1.a

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 maart 2024 in de zaak tussen

[eiseres], in zijn hoedanigheid van bewindvoerder van
[A], uit [woonplaats] , eiseres
(gemachtigde: mr. R. Grijpstra),
en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder(gemachtigde: [gemachtigde] ).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingesteld, omdat verweerder volgens haar niet op tijd heeft beslist op het bezwaar van 15 juni 2023 tegen het dwangsombesluit van verweerder van 11 mei 2023.
Op 12 oktober 2023 heeft verweerder een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
Eiseres heeft op 15 juni 2023 bezwaar gemaakt tegen een e-mailbericht van (een juridisch administratief medewerker werkzaam bij) verweerder van 11 mei 2023. In dit e-mailbericht heeft verweerder eiseres laten weten dat zij recht heeft op een rechterlijke dwangsom van € 500,-. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt en vervolgens verweerder op 8 september 2023 in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op dit bezwaar.
Bij e-mailbericht van 12 september 2023 heeft verweerder hierop gereageerd. Eiseres wordt bericht dat de verbeurde dwangsom alsnog wordt vastgesteld op € 15.000,- en dat de resterende € 14.500 diezelfde dag aan haar zal worden uitbetaald. Het valt de rechtbank op dat de gemachtigde de vermelding van dit aan hem verzonden e-mailbericht achterwege laat in zijn beroepschrift, terwijl hij het in de zaak met nummer UTR 23/4422 aan de rechtbank voorlegt als “bewijs” dat verweerder een tweetal beschikkingen “voor de vorm heeft opgesteld”.
4. De rechtbank overweegt hierover dat, nog daargelaten de vraag of het e-mailbericht van 11 mei 2023 een besluit is waartegen bezwaar openstond, verweerder met het e-mailbericht van 12 september 2023 volledig (en, zo lijkt het, ten onrechte) aan eiseres is tegemoet gekomen. Dit betekent dat zij geen procesbelang heeft bij een beslissing op haar beroep. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 maart 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.