Op 29 maart 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres [A], vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R. Grijpstra, en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had beroep ingesteld omdat verweerder volgens haar niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 15 juni 2023 tegen een dwangsombesluit van 11 mei 2023. Verweerder diende op 12 oktober 2023 een verweerschrift in. De rechtbank overwoog dat, ongeacht de vraag of het e-mailbericht van 11 mei 2023 als een besluit kan worden aangemerkt, verweerder met het e-mailbericht van 12 september 2023 volledig aan eiseres tegemoet was gekomen. Dit betekende dat eiseres geen procesbelang meer had bij een beslissing op haar beroep. De rechtbank besloot daarom het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en nodigde partijen niet uit voor een zitting, aangezien dit in deze zaak niet nodig was. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. M. Eversteijn, rechter, in aanwezigheid van mr. M.L. Bressers, griffier.