2.3Het oordeel van de rechtbank
De feiten
De rechtbank stelt op basis van de stukken in het dossier vast dat het volgende is gebeurd.
Op 26 september 2023 ontvangt de politie rond 18.30 uur een melding dat op de [straat] in [plaats 2] , ter hoogte van perceel [nummer] , in een Toyota Aygo vuurwerk wordt verhandeld. Wanneer de politie rond 18.40 uur ter plaatse komt, ziet zij twee personen in het genoemde voertuig zitten, waaronder verdachte. Verdachte zit op de bijrijdersplaats. Bij het voeteneinde van de bijrijdersplaats ziet de politie meerdere doosjes vuurwerk liggen. In de achterbak van de auto wordt een plastic tas met vuurwerk aangetroffen. In een andere plastic tas in de achterbak wordt een boterhamzakje met daarin onder meer ponypacks aangetroffen. Naar aanleiding hiervan vindt er een doorzoeking plaats in het vakantiehuisje in [verblijfplaats] waar verdachte op dat moment verblijft. In de eetkamer wordt nog meer vuurwerk aangetroffen. Al het aangetroffen vuurwerk is professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik. Daarnaast worden in één van de slaapkamers diverse zakken met pillen, wit poeder, bruin kristalachtig materiaal, verpakte blokken die aan hasj doen denken, een vuurwapen met een scherpe patroon en een sok met meerdere patronen aangetroffen. Een deel van de aangetroffen materialen waarvan vermoed wordt dat het drugs betreffen, blijkt na nader onderzoek nep te zijn.
Vrijspraak feit 4
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het feit onder 4 van het ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. Er zijn 42 verpakte blokken inbeslaggenomen die aan hasjiesj deden denken. Verdachte heeft van meet af aan verklaard dat het om nep-hasj zou gaan, die hij zou gebruiken voor het maken van souvenirtafels. Er heeft een indicatieve test plaatsgevonden, waaruit bleek dat de THC-waarde niet veel was. De verdediging heeft kort na de inbeslagname verzocht om de inbeslaggenomen blokken nader te onderzoeken, maar deze bleken toen al vernietigd te zijn. Over de uitgevoerde indicatieve test is een nader proces-verbaal opgemaakt, maar dit geeft naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende inzicht in de wijze waarop de indicatieve tests zijn verricht. Niet duidelijk is geworden hoeveel van de 42 inbeslaggenomen blokken indicatief getest zijn, hoeveel testbuizen op een positieve uitslag duidden en hoe hoog de aangetroffen THC-waarde was. Nu in de woning van verachte ook grote hoeveelheden nepdrugs zijn aangetroffen, is de rechtbank van oordeel dat het indicatieve onderzoek in dit geval onvoldoende wettig en overtuigend bewijs oplevert om verdachte te veroordelen voor het bezit van hasjiesj.
Bewezenverklaring feit 1, feit 2 en feit 3
De rechtbank vindt op basis van onderstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in het bezit was van professioneel vuurwerk en dit heeft opgeslagen en dat hij een vuurwapen, munitie en MDMA in zijn bezit heeft gehad.
Nu verdachte heeft bekend dat het professionele vuurwerk van hem was en zijn raadsman geen vrijspraak heeft bepleit, zal de rechtbank voor dit feit volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. Gelet op het feit dat de raadsman vrijspraak heeft bepleit voor het bezit van het vuurwapen, de munitie en de MDMA, zal de rechtbank de bewijsmiddelen van deze feiten uitschrijven. In de bewijsoverwegingen zal de rechtbank reageren op de verweren die door de raadsman zijn gevoerd.
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank heeft voor de bewezenverklaring de volgende wettige bewijsmiddelen gebruikt:
T.a.v. feit 1 (bezit en opslaan vuurwerk):
- De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 maart 2024;
- Een proces-verbaal van bevindingen van het aantreffen van het professioneel vuurwerk in de auto;
- Een proces-verbaal van bevindingen van het aantreffen van het professioneel vuurwerk in de woning;
- Een proces-verbaal van onderzoek van het inbeslaggenomen vuurwerk.
T.a.v. feit 2 (bezit vuurwapen en munitie) en t.a.v. feit 3 (bezit MDMA):
Een verbalisant heeft – zakelijk weergegeven – het volgende opgeschreven:
Op dinsdag 26 september 2023 doorzocht ik de woning [adres 2] , [woning] , in [plaats 1] . In de ruimte recht tegenover de keuken, stond een bekisting waar de Cv-ketel in zat. Links daarvan lagen allemaal zakken en tassen. Hierin trof ik het volgende aan:
- gripzakje bruine brokken kristalachtig materiaal zit in waardezak met sealbagnummer: 00786036
- Gripzakje roze gebroken pillen zit in waardezak met sealbagnummer: 00573843
- 2 gesloten zakken met bruine brokken kristalachtige materiaal. Zit in waardezak met sealbagnummer: 37693122 en 00573840
- Vuurwapen met losse houder met 1 scherpe patroon.
- Wit katoenen sok mogelijk meerdere scherpe patronen.
T.a.v. feit 2 ( bezit vuurwapen en munitie) voorts:
Verdachte heeft het volgende verklaard:
Het wapen is van mij. Ik dat dat het inbeslaggenomen wapen en de inbeslaggenomen kogels in mijn woning lagen. Ik wist dat de kogels echt waren.
Een verbalisant heeft het volgende opgeschreven:
Naar aanleiding van de onder dit proces aangetroffen en in beslag genomen
voorwerpen, is een nader onderzoek naar deze voorwerpen ingesteld, waarbij
het onderstaande werd bevonden.
1. Goednummers: PL0900-2023294979-3227329 (pistool) en PL0900-2023294979-3227537 (patroonmagazijn)
Wapen: vuurwapen, pistool
Bovengenoemd voorwerp is van origine een gaspistool, merk Zoraki, model 2918- TD, kaliber 9mm P.A.K. Bij dit voorwerp bleek de loop te zijn vervangen, waardoor dit gaspistool is voorzien van een volledig open loop. Hierdoor kunnen er projectielen door de loop worden verschoten. Derhalve is dit pistool een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.
2. Goednummers: PL0900-2023294979-3227539 (in patroonmagazijn; a) en
PL0900-2023294979-3227541 (in sok; b)
Munitie: 6 scherpe patronen
a. scherpe patroon, afkomstig uit het patroonmagazijn van het onder 1 omschreven vuurwapen
b. vijf scherpe patronen in een witte sok
Deze patronen zijn munitie bestemd of geschikt om een projectiel door middel van dit vuurwapen en elk ander scherpschietend vuurwapen kaliber 7.65mm af te schieten.Derhalve zijn deze patronen munitie in de zin van artikel 1 aanhef onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 categorie III van de Wet wapens en munitie.
T.a.v. feit 3 ( bezit MDMA) voorts:
Kennisgeving van inbeslagname met registratienummer PL0900-2023294984-1l:
Plaats inbeslagneming: [adres 2] [woning] , [plaats 1]
omstandigheden: aangetroffen doorzoeking woning
Beslagene: Amarki
Goednummer: PL0900-2023294984-3227435
Omschrijving: Medicamenten/hulpmiddelen
Bijzonderheden: bruine vermoedelijk mdma kristallen
Sealbagnummer: 00786036.
Kennisgeving van inbeslagname met registratienummer PL0900-2023294984-13:
Plaats inbeslagneming: [adres 2] [woning] , [plaats 1]
omstandigheden: aangetroffen doorzoeking woning
Beslagene: Amarki
Goednummer: PL0900-2023294984-3227440
Omschrijving: Medicamenten/hulpmiddelen
Bijzonderheden: bruine kristallen vermoedelijk MDMA
Sealbagnummer: 37693122
Kennisgeving van inbeslagname met registratienummer PL0900-2023294994-9:
Plaats inbeslagneming: [adres 2] [woning] , [plaats 1]
omstandigheden: aangetroffen doorzoeking woning
Beslagene: Amarki
Goednummer: PL0900-2023294984-3227430
Omschrijving: Medicamenten/hulpmiddelen
Bijzonderheden: 1 gripzakje
Sealbagnummer: 00573843
In het proces-verbaal onderzoek verdovende middelen staat – zakelijk weergegeven - het volgende beschreven:
Sporendrager
Goednummer: PL0900-2023294984-3227435
SIN: AAPD3202NL
Relatie met SIN: AAQT0558NL
Monster A
SIN: AAQT0558NL
Relatie SIN: AAPD3202NL
Plaats veiligstellen: Gripzak met 100,81 gram brokken, waarvan 36,43 lichtbruine brokken/kristallen (monster A)
Sporendrager
Goednummer: PL0900-2023294984-3227440
SIN: AAPD3195NL
Relatie met SIN: AAQT0555NL
Monster B
SIN: AAQT0555NL
Relatie SIN: AAPD3195NL
Plaats veiligstellen: Plastic zak met 30,00 gram bruine brokken/kristallen.
Deze brokken zijn op uiterlijke kenmerken gesorteerd; 22,2 gram (monster 2) en 7,8 gram (monster 1)
Sporendrager
Goednummer: PL0900-2023294984-3227430 (p. 137-138)
SIN: AAPD3200NL
Relatie SIN: AAQT0556NL
Omschrijving: Gripzakje met roze tabletten met delen,
Gewicht: 6,90 gram
In een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) staat – zakelijk weergegeven -het volgende:
Omschrijving forensisch onderzoek:
monster crèmekleurig kristallijn poeder en kristallen in twee gripzakjes; de inhoud van beide gripzakjes werd onderzocht: crèmekleurig kristallijn poeder in een gripzakje met opschrift "licht A" crèmekleurige en kleurloze kristallen in een gripzakje met opschrift "Donker B"
Kenmerk: AAQT0558NL
Conclusie:
A: crèmekleurig kristallijn poeder in een gripzakje met opschrift "licht A": bevat MDMA
Omschrijving forensisch onderzoek: poeder en brokjes, bruin, uit 7,80 gram; aantal
bemonsteringen in onderzoek: een
Kenmerk: AAQT0555NL
Conclusie: bevat MDMA
Omschrijving forensisch onderzoek: tablet, roze, uit 6,90 gram; aantal
1. bemonsteringen in onderzoek: een
Kenmerk: AAQT0556NL
Conclusie: bevat MDMA
Ten aanzien van feit 1: bezit vuurwapen en munitie en bezit MDMA
Gedeeltelijke vrijspraak voor "in vereniging plegen”
Voor wat betreft de opslag en het bezit van het professioneel vuurwerk komt de rechtbank, net als de officier van justitie en de raadsman, tot het oordeel dat verdachte dit feit alleen heeft gepleegd. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van de in de tenlastelegging opgenomen beschuldiging dat hij dit feit samen met een ander heeft gepleegd.
Ten aanzien van feit 2: bezit vuurwapen en munitie
Opzet bezit vuurwapen
De raadsman heeft gevraagd om verdachte vrij te spreken voor wat betreft het vuurwapenbezit. De raadsman heeft aangegeven dat verdachte ervan uitging dat het aangetroffen wapen geen echt vuurwapen betrof en dat hij daarvan ook mocht uitgaan. Toen verdachte het wapen kreeg, is tegen hem gezegd dat het een nepwapen was. Verdachte heeft vervolgens de merknaam opgezocht op Google en vond daar dat sprake was van een gaspistool. Van verdachte kon niet méér dan dat verwacht worden in het kader van de onderzoeksplicht, aangezien bij hem een verstandelijke beperking is vastgesteld.
De rechtbank vindt de verklaring van verdachte dat hij dacht dat het wapen geen echt vuurwapen betrof was niet geloofwaardig en legt dat als volgt uit. Verdachte heeft bij de politie in zijn eerste verhoor verklaard dat het wapen van hem was. Pas in een later verhoor heeft verdachte verklaard dat het wapen van een ander zou zijn, die tegen hem zou hebben gezegd dat het een nepwapen was. Verdachte heeft echter geen naam willen noemen van de persoon van wie hij het wapen zou hebben gekregen, zodat de juistheid van deze latere verklaring dus niet te controleren is. De rechtbank schuift dit verweer daarom aan de kant en gaat uit van de eerste verklaring van verdachte, dat het wapen van hem was. Gelet daarop en gelet op de wijze waarop verdachte het vuurwapen had opgeborgen, komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte wist dat het wapen een echt vuurwapen betrof. Het wapen is namelijk aangetroffen in een Albert Heijn tas samen met een losse houder met 1 scherpe patroon en een sok met 5 scherpe patronen, waarvan verdachte heeft verklaard dat hij wist dat het echte patronen waren. De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte opzettelijk een vuurwapen voorhanden heeft gehad.
Ten aanzien van feit 3: bezit MDMA
Bewijsketen MDMA
Door de raadsman is aangevoerd dat de bewijsketen ten aanzien van de drugs niet rond is. Het zou onduidelijk zijn of de drugs die door het NFI getest zijn, uit de woning van verdachte kwamen. Het door de raadsman gevoerde verweer wordt weerlegd door de inhoud van de bewijsmiddelen, waarin de bewijsketen te volgen is op basis van de sealbagnummers, goednummers en de SIN-nummers.
Opzet bezit MDMA
Door de raadsman is naar voren gebracht dat verdachte geen opzet had op het bezit van MDMA omdat hij ervan uitging dat het om nepdrugs ging. Uit het onderzoek aan de inbeslaggenomen pillen, poeders en brokken is gebleken dat er in de woning van verdachte veel nepdrugs aanwezig waren. Verdachte had deze nepdrugs ingekocht om te gebruiken als decoratie in de souvenirtafels die hij maakte en verkocht. Hij wist niet dat zich in deze hoeveelheid nepdrugs ook een hoeveelheid MDMA bevond.
De rechtbank is van oordeel dat kan worden bewezen dat verdachte wist dat hij, naast alle aangetroffen nepdrugs, ook echte drugs in zijn bezit had, namelijk de aangetroffen MDMA. De rechtbank legt dat als volgt uit. Uit de verklaring van verdachte en het feit dat de nepdrugs in verschillende tassen en zakken aangetroffen zijn, begrijpt de rechtbank dat verdachte de nepdrugs in meerdere partijen heeft besteld en geleverd heeft gekregen. Verdachte heeft verklaard dat hij deze vervolgens liet testen om er zeker van te zijn dat het om nepdrugs ging. Eén lading moest hij nog testen. De rechtbank stelt vast dat de echte drugs, waarvan is vastgesteld dat het MDMA betrof, ook in verschillende tassen zijn aangetroffen en voorts in verschillende vormen (brokken en pillen). In de lijn van het verhaal van verdachte zou verdachte dan meerdere keren echte drugs (mee)geleverd hebben gekregen, terwijl hij volgens zijn verklaring nepdrugs zou hebben besteld en daarvoor zou hebben betaald. De rechtbank acht dat ongeloofwaardig, mede gelet op het feit dat de hoeveelheid MDMA die in de woning van verdachte is aangetroffen een behoorlijke straatwaarde heeft, die dan (per ongeluk) door de leverancier zou zijn weggegeven aan verdachte. Dat verdachte de door hem bestelde nepdrugs vervolgens ook nog zou laten testen, terwijl hij in de veronderstelling was dat hij nepdrugs geleverd had gekregen, is ook niet te volgen. Daarnaast neemt de rechtbank in aanmerking dat er bij de doorzoeking van de auto waarin verdachte zat ten tijde van zijn aanhouding, naar schatting van de verbalisant, honderd ponypacks aangetroffen. De rechtbank vindt het verhaal van verdachte gelet op het voorgaande onaannemelijk en acht bewezen dat verdachte opzettelijk MDMA in zijn bezit heeft gehad.