ECLI:NL:RBMNE:2024:2011

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 april 2024
Publicatiedatum
3 april 2024
Zaaknummer
16.340303-21
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot omzetting terbeschikkingstelling met voorwaarden naar dwangverpleging en wijziging van voorwaarden

Op 3 april 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, uitspraak gedaan in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde betrokkene, geboren in 1994. De rechtbank heeft de vordering tot omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met dwangverpleging afgewezen. De rechtbank heeft geconstateerd dat betrokkene de voorwaarden van zijn terbeschikkingstelling heeft overtreden, waaronder het gebruik van drugs en het niet innemen van medicatie. Echter, uit recent advies van de reclassering blijkt dat betrokkene intrinsieke motivatie heeft om de behandeling te laten slagen. De rechtbank heeft besloten de voorwaarden te wijzigen, waarbij aan de terbeschikkingstelling de voorwaarde is toegevoegd dat betrokkene moet meewerken aan overbruggingszorg totdat hij in een zorginstelling kan worden geplaatst. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de adviezen van de reclassering en de omstandigheden van betrokkene, en is van oordeel dat met deze minder vergaande maatregel de veiligheid van anderen voldoende kan worden gewaarborgd. De rechtbank heeft de voorwaarden verder uitgebreid met specifieke verplichtingen met betrekking tot reclasseringstoezicht, opname in een zorginstelling, en het verbod op drugs- en alcoholgebruik.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16/340303-21 (vordering omzetting tbs)
Beslissing op grond van artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering van de meervoudige kamer voor strafzaken van 3 april 2024
in de zaak van de officier van justitie tegen de ter beschikking gestelde:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1994 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] , [woonplaats] ,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [plaats]
hierna te noemen: betrokkene.

1.De stukken

De rechtbank heeft gelet op de stukken die in het dossier zitten waaronder:
  • het vonnis van de meervoudige kamer van 22 augustus 2022 waarbij betrokkene ter beschikking is gesteld met voorwaarden, omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan (kort gezegd) opzettelijke brandstichting, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
  • stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 16 oktober 2022;
  • het voortgangsverslag toezicht TBS van 16 november 2023 over de periode van 16 juli 2023 tot en met 16 oktober 2023;
  • het voortgangsverslag toezicht TBS van 1 februari 2024 over de periode van 16 oktober 2023 tot en met 16 januari 2024;
  • een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland Toezichtunit 2 Zuid van 20 februari 2024 opgemaakt door M.D.J.C. Jansen (reclasseringswerker), met het advies alsnog de dwangverpleging van betrokkene te bevelen;
  • een proces-verbaal van aanhouding van betrokkene, waaruit blijkt dat hij op 19 februari 2024 is aangehouden op grond van art. 6:3:15 Wetboek van Strafvordering;
  • de vordering van de officier van justitie van 20 februari 2024, die strekt tot voorlopige verpleging van overheidswege;
  • de vordering van de officier van justitie van 20 februari 2024, die strekt tot omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden naar terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege;
  • een proces-verbaal van verhoor van betrokkene in het kader van vordering tot voorlopige verpleging van 21 februari 2024;
  • het bevel tot voorlopige verpleging van 21 februari 2024 van de rechter-commissaris;
  • het naderen reclasseringsadvies van Reclassering Nederland toezichtunit 2 Zuid van 14 maart 2024, opgemaakt door M.D.J.C. Jansen, reclasseringswerker, met het advies om een tweede behandelpoging te starten in een kliniek met LVB-specialisatie;
  • de overige stukken van het de betrokkene betreffende dossier.

2.Het onderzoek ter terechtzitting

De zaak is op de zitting van 20 maart 2024 behandeld. Daarbij zijn gehoord:
- de officier van justitie, mr. R.E. Craenen;
- de betrokkene, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.J. Sprey, advocaat te Amsterdam;
- reclasseringsmedewerker van Reclassering Nederland, mevrouw M.D.J.C. Jansen.

3.Het standpunt van de reclassering

Het standpunt van de reclassering blijkt uit de onder 1 genoemde rapporten van 20 februari 2024 en 14 maart 2024. De deskundige M.J.D.C. Jansen heeft ter zitting het advies van de reclassering toegelicht.
Verloop van het verblijf in de kliniek
Betrokkene verbleef in het kader van zijn terbeschikkingstelling met voorwaarden bij [kliniek] op een afdeling met beveiligingsniveau 3. Op 9 maart 2023 is hij overgeplaatst naar afdeling [afdeling] met beveiligingsniveau 2. Deze verandering bracht onduidelijkheid en onzekerheid met zich mee voor betrokkene. Vanaf toen rookte hij soms stiekem en in april 2023 had hij een positieve urinecontrole. Eind augustus 2023 ontregelde betrokkene en escaleerde de situatie zodanig dat hij uiteindelijk gesepareerd moest worden en in een kamerprogramma terecht kwam. Ondanks het kamerprogramma en het opnieuw voorschrijven van antipsychotica verbeterde het toestandsbeeld niet. Betrokkene werd in het kader van een time-out overgeplaatst naar de Forensische High Care (BIZ). Hier is het tot aan de kerstperiode goed gegaan. Tijdens de kerstperiode heeft betrokkene echter medegedeeld dat hij had geblowd. Nadat dit uitgebreid is besproken met betrokkene, is er door de afdeling en de reclassering besloten om hier geen consequenties aan te verbinden. Op 11 januari 2024 werd betrokkene weer teruggeplaatst naar afdeling [afdeling] omdat men het er unaniem over eens was dat het goed met hem ging. In de weken die daarop volgden heeft betrokkene echter wederom meerdere keren geblowd. Hij heeft hiervoor twee keer een waarschuwing gekregen. Op 15 februari 2024 is tijdens de bespreking van het zorgplan naar voren gekomen dat betrokkene zijn medicatie niet gebruikte, omdat hij denkt dat deze medicatie de oorzaak is van zijn psoriasis en omdat hij zich door de medicatie minder actief voelt. Op 19 februari 2024 is door de behandelaar geconstateerd dat betrokkene zich wederom niet aan de gemaakte afspraken hield en meerdere dagen zijn medicatie niet had ingenomen, waardoor de kans op een manische ontregeling toeneemt. Ook heeft betrokkene aangegeven dat hij de behandeling wil beëindigen. Omdat betrokkene onvoldoende wil meewerken aan de behandeling, zich ondanks meerdere waarschuwingen niet heeft gehouden aan de afspraken met de behandelaar en meerdere keren het drugsverbod heeft overtreden, is de behandeling bij [kliniek] op 19 februari 2024 stopgezet. Diezelfde dag is betrokkene aangehouden en overgeplaatst naar het huis van bewaring in [plaats] .
Advies reclassering
In het advies van 20 februari 2024 is geadviseerd de voorlopige vordering tot omzetting dwangverpleging in te dienen, omdat betrokkene de voorwaarden van de behandeling en het drugsverbod blijft overtreden, ondanks dat de consequenties hem duidelijk zijn uitgelegd, en er in feite geheel geen sprake meer is van behandeling.
In een tweede advies van 14 maart 2024 heeft de reclassering haar eerdere advies herzien en geadviseerd om de vordering tot omzetting dwangverpleging af te wijzen. Ondanks de overtredingen ziet de reclassering ook dat er perioden zijn waarin het goed ging met betrokkene bij [kliniek] en hij ook in goed contact stond met de reclassering. De reclassering ziet dat betrokkene gemotiveerd is de terbeschikkingstelling met voorwaarden te laten slagen, waarbij de motivatie van betrokkene momenteel niet meer enkel extrinsiek is, maar ook intrinsiek. Hij wil graag een ‘normaal’ leven en stoppen met het gebruik van cannabis. Gelet op het gebrek aan inzicht en vaardigheden bij betrokkene om dit voor elkaar te krijgen, geeft de reclassering hem graag nog een kans om een behandeling aan te gaan in een omgeving waar men gespecialiseerd is in personen met een lichtverstandelijke beperking. De verwachting is dat betrokkene, binnen een klinische setting met structuur, duidelijkheid en een respectvolle bejegening, zich zal kunnen conformeren aan afspraken. Wanneer de rechtbank beslist de tbs met voorwaarden te continueren, kunnen de voorwaarden gehandhaafd blijven en dient daarnaast aan betrokkene te worden opgelegd dat hij mee moet werken aan eventuele overbruggingszorg totdat er plek is in een zorginstelling voor een tweede behandelpoging.
Op zitting is nader toegelicht door de deskundige dat het niet slagen van de behandeling bij [kliniek] niet geheel is toe te rekenen aan betrokkene. In december 2022 is zijn antipsychotica gestopt. Dat ging een hele tijd goed, maar op een bepaald moment ontregelde hij en werd hij manisch, waardoor hij zijn afspraken niet meer nakwam. De verhouding met de personeelsleden van de kliniek was ook niet meer goed. Dit had mede te maken met de vele personeelswisselingen, het gebrek aan continuïteit daardoor en de manier waarop betrokkene werd benaderd. De deskundige verwacht dat de behandeling kan slagen op een plek waar meer continuïteit en duidelijkheid is en een meer complimenteuze benadering wordt gebruikt.
Er is al enige tijd gezocht naar een andere kliniek voor betrokkene, maar deze is tot op heden niet gevonden. Totdat een nieuwe kliniek is gevonden, is de deskundige van mening dat detentie het meeste rust en duidelijkheid geeft tijdens de overbruggingsperiode. Een andere kliniek, waaraan verdachte zich aan allerlei voorwaarden moet houden zonder dat er duidelijkheid en rust bestaat, vergroot de kans dat betrokkene al de fout ingaat tijdens de overbruggingsperiode.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft op de zitting zijn vordering gewijzigd. Gelet op hetgeen thans door de reclassering wordt geadviseerd, vordert hij de rechtbank de schriftelijke vordering af te wijzen, zodat de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt voortgezet. De officier van justitie heeft mondeling gevorderd om de voorwaarden te wijzigen in die zin dat daaraan wordt toegevoegd dat betrokkene dient mee te werken aan overbruggingszorg. Deze overbruggingszorg moet volgens de officier van justitie, anders dan de deskundige aangeeft, plaatsvinden in een kliniek.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging kan zich vinden in de gewijzigde vordering van de officier van justitie en in de mondelinge vordering betreffende het meewerken aan overbruggingszorg. Ook de verdediging is van mening dat de overbruggingszorg moet plaatsvinden in een kliniek.

6.Het oordeel van de rechtbank

Uit de stukken en uit hetgeen betrokkene op de zitting heeft verteld, blijkt dat hij de voorwaarden heeft overtreden. Het overtreden van het drugsverbod, de weigering om medicatie in te nemen en het niet nakomen van de behandelafspraken, hebben er in eerste instantie toe geleid dat de reclassering heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling met voorwaarden om te zetten in de terbeschikkingstelling met dwangverpleging. Nu blijkt dat betrokkene intrinsieke motivatie heeft om de behandeling te laten slagen, is het advies van de reclassering gewijzigd in het advies om hem een tweede behandelpoging te gunnen en hem te laten opnemen in een nieuwe kliniek, gespecialiseerd in de behandeling van personen met een lichtverstandelijke beperking.
De rechtbank is van oordeel dat, nu betrokkene de gestelde voorwaarden heeft overtreden, het in beginsel mogelijk is dat de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden wordt omgezet in een terbeschikkingstelling met bevel verpleging van overheidswege. De rechtbank zal daartoe niet beslissen, nu uit het laatste advies van de reclassering blijkt dat met een minder vergaande beslissing de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid voldoende kan worden gewaarborgd. Betrokkene heeft zich namelijk intrinsiek gemotiveerd getoond voor behandeling en verklaard bereid te zijn om zich te houden aan de voorwaarden. Hij lijkt hiertoe volgens de deskundige ook in staat te zijn. Gelet daarop is de rechtbank, net zoals de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat de vordering tot omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in de terbeschikkingstelling met dwangverpleging, moet worden afgewezen. De rechtbank zal de voorwaarden die aan de maatregel zijn verbonden wijzigen, in die zin dat daaraan wordt toegevoegd dat betrokkene moet meewerken aan overbruggingszorg.

7.De toepasselijke wetsartikelen

De rechtbank heeft bij haar beslissing gelet op artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering.

8.De beslissing

De rechtbank:
-
wijst afde vordering tot omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in de terbeschikkingstelling met dwangverpleging;
-
wijzigt de voorwaardendie zijn verbonden aan de ter beschikkingstelling, in die zin dat daaraan wordt toegevoegd de voorwaarde:

meewerken aan overbruggingszorg
verdachte werkt mee aan overbruggingszorg, totdat hij in een zorginstelling geplaatst kan worden
zodat de voorwaarden thans komen te luiden:

geen strafbaar feit plegen
verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;

meewerken aan reclasseringstoezicht
verdachte werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
o verdachte meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
o verdachte laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van verdachte vast te stellen;
o verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De
reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
o verdachte helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
o verdachte werkt mee aan huisbezoeken;
o verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
o verdachte vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
o verdachte werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht;

niet naar het buitenland
verdachte gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden zonder toestemming van de reclassering;

opname in een zorginstelling
verdachte laat zich opnemen in [kliniek] of een soortgelijke
zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start aansluitend aan detentie. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
meewerken aan overbruggingszorg
verdachte werkt mee aan overbruggingszorg, totdat hij in een zorginstelling geplaatst kan worden;

ambulante behandeling
verdachte laat zich behandelen door een nader te bepalen zorgverlener. De
behandeling start aansluitend op het klinische behandeltraject en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;

meewerken aan time-out
verdachte werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrische Afdeling of kliniek of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar;

begeleid wonen of maatschappelijke opvang
verdachte verblijft indien nodig geacht na de klinische behandeling in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;

drugsverbod
verdachte gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;

alcoholverbod
verdachte gebruikt geen alcohol en werkt mee aan urineonderzoek en
ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke middelen en hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;

meewerken aan schuldhulpverlening
verdachte werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van
afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan bewindvoering.
Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
Deze beslissing is genomen door mr. C.A.M. van Straalen, voorzitter, mrs. A.A.T. Werner en J.P. Killian, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.E.J. van de Mortel als griffier en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2024.
mr. C.A.M. van Straalen, voorzitter, en mr. A.A.T. Werner, rechter, zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.