Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[eiser] ,
2.
[eiseres],
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 maart 2023, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de mondelinge behandeling van 28 november 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt,
- het rolbericht van 11 januari 2024, waarbij de advocaat van [eisers] is gewijzigd.
2.De beoordeling
‘helaas kan ik niet anders concluderen dan dat de vloer, zoals tijdens de inspectie aangetroffen, in zijn geheel dient te worden vervangen’. De rechtbank oordeelt daarom dat het advies van [bedrijf] om de vloer te herstellen door slechts een deel daarvan te vervangen, achteraf bezien onjuist was. Van [bedrijf] als vloerenlegger mocht worden verwacht dat zij het juiste advies zou geven over de manier waarop de hele vloer er weer goed uit zou gaan zien. [bedrijf] moet daarom de schade die [eisers] heeft geleden door het verkeerde advies in principe vergoeden. Daarvoor is wel vereist dat er causaal verband is tussen het verkeerde advies en de schade.
‘om dergelijke effecten in de toekomst te voorkomen’.
‘helaas kan ik niet anders concluderen dan dat de vloer, zoals tijdens de inspectie aangetroffen, in zijn geheel dient te worden vervangen.’Ook op de eerste verdieping had na het uitvoeren van herstelwerkzaamheden dus alsnog de hele vloer vervangen moeten worden. Daar had [eisers] voor moeten betalen. Voor de niet-verrichte herstelwerkzaamheden op de eerste verdieping heeft [eisers] geen kosten gemaakt (anders dan het in 2.12 al genoemde bedrag). Voor het niet uitvoeren van de herstelwerkzaamheden op de eerste verdieping zal dus geen (extra) schadevergoeding worden toegewezen.
- dagvaarding € 129,14
- griffierecht € 1.301,00
- salaris advocaat € 1.016,00 (2 punten x tarief € 508,00)
- nakosten