Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 maart 2024 in de zaak tussen
[eiser] uit [woonplaats] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente [gemeente] , verweerder
Inleiding
Overwegingen
- [adres 2] , verkocht op 31 juli 2020 voor € 705.000,-;
- [adres 3] , verkocht op 2 augustus 2021 voor € 880.000,-;
- [adres 4] , verkocht op 15 september 2021 voor € 861.225,-.
De [adres 4]een waarde wordt toegekend van € 200,- per m2, daar waar het dakterras van
De [adres 2]een waarde kent van € 150,- per m2. Eiser stelt zich op het standpunt dat nu de referentiewoningen onvoldoende vergelijkbaar zijn de heffingsambtenaar er niet in is geslaagd aannemelijk te maken dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld.
De [adres 2]wordt vermeld een verschrijving is, wat overigens maar een klein verschil is. De heffingsambtenaar heeft uitgelegd dat de aanwezigheid van een dakterras niet direct van invloed is op de waarde van de woning, te meer bij woningen (zoals onderhavige) waar al een tuin aanwezig is. De heffingsambtenaar stelt dat het feit dat de woning geen dakterras heeft en de gebruikte referentiewoningen wel, niet maakt dat zij om die reden niet vergelijkbaar zijn. De heffingsambtenaar stelt zich op het standpunt dat de referentiewoningen voldoende vergelijkbaar zijn en de vastgestelde WOZ-waarde van de woning onderbouwen.
een nieuw -in opdracht van de gemeente- op te maken onafhankelijk, adequaat en compleet taxatierapport’. De rechtbank is van oordeel dat het standpunt dat het overlegde taxatierapport niet is ondertekend, niet kan worden gelezen in deze algemene beroepsgrond. Dit maakt dat de rechtbank deze grond in strijd met de goede procesorde vindt en buiten beschouwing laat.