ECLI:NL:RBMNE:2024:1975

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 april 2024
Publicatiedatum
2 april 2024
Zaaknummer
10663879 \ UC EXPL 23-5534
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurgeschil over rechtsgeldige opzegging van huurovereenkomst en onrechtmatige overlast

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 3 april 2024 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen de Stichting KleurrijkWonen en een gedaagde huurder. De zaak betreft de rechtsgeldigheid van de opzegging van de huurovereenkomst door de gedaagde, die op 21 december 2023 aan KleurrijkWonen heeft laten weten de huurovereenkomst per direct op te zeggen. KleurrijkWonen vorderde ontruiming van de woning op basis van deze opzegging, maar de gedaagde betwistte de geldigheid van de opzegging en stelde dat hij spijt had van zijn beslissing. Daarnaast voerde KleurrijkWonen aan dat de gedaagde onrechtmatige overlast veroorzaakte, wat ook een grond voor ontbinding van de huurovereenkomst zou zijn.

De kantonrechter oordeelde dat de opzegging rechtsgeldig was, ondanks het bezwaar van de gedaagde. De rechter stelde vast dat de gedaagde de huurovereenkomst per direct had opgezegd en dat hij sindsdien zonder recht of titel in de woning verbleef. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, met een termijn van veertien dagen voor de gedaagde om de woning te verlaten. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van huurachterstand, een gebruikersvergoeding en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde tekort was geschoten in zijn verplichtingen als huurder door onrechtmatige overlast te veroorzaken, wat de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde.

De uitspraak benadrukt het belang van het woongenot van andere huurders en de verplichtingen van de gedaagde als huurder. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat KleurrijkWonen het vonnis direct kan uitvoeren, zelfs als de gedaagde in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 10663879 UC EXPL 23-5534 VL/58599
Vonnis van 3 april 2024
inzake
de stichting
Stichting KleurrijkWonen,
gevestigd te Geldermalsen,
verder ook te noemen: KleurrijkWonen,
eisende partij,
gemachtigde: mr. T.A. Vermeulen,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. G.W. Boogaard.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van KleurrijkWonen van 9 augustus 2023 met producties 1 tot en met 26;
  • de conclusie van antwoord van [gedaagde] van 17 augustus 2023 met 2 producties;
  • de bij brief van KleurrijkWonen van 3 oktober 2023 gevoegde aanvullende producties 27 tot en met 34, tevens akte vermeerdering van eis voor de rol van 18 oktober 2023;
  • de bij brief van KleurrijkWonen van 18 januari 2024 gevoegde aanvullende productie 35, tevens akte vermeerdering van eis voor de mondelinge behandeling van 31 januari 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 31 januari 2024. Aan de zijde van KleurrijkWonen was de heer [A] , [functie 1] bij KleurrijkWonen, aanwezig, bijgestaan door mr. T.A. Vermeulen. De heer [gedaagde] was aanwezig en werd bijgestaan door zijn gemachtigde mr. G.W. Boogaard. Daarnaast was de heer [B] aanwezig, fungerend als tolk van de heer [gedaagde] . Tijdens de mondeling behandeling heeft KleurrijkWonen nog aanvullende producties overgelegd. [gedaagde] heeft tegen kennisneming daarvan door de kantonrechter en dus het betrekken daarvan bij de beoordeling van de zaak, bezwaar gemaakt omdat KleurrijkWonen dit te laat heeft ingediend. Van het verhandelde van de mondelinge behandeling zijn zittingsaantekeningen gemaakt, die zo nodig in een apart proces-verbaal worden uitgewerkt.
1.3.
De mondelinge behandeling is gesloten, maar het wijzen en het uitspreken van een vonnis is in overlegw met partijen aangehouden in verband met nog te voeren schikkingsoverleg tussen partijen. De afspraken die partijen in dat kader hebben gemaakt, zijn neergelegd in een aan partijen gestuurde e-mail van 1 februari 2024 (16:14 uur). Partijen hebben geprobeerd een schikking te bereiken, maar dit is niet gelukt.
De kantonrechter heeft vervolgens bepaald dat vonnis wordt gewezen, dat vandaag wordt uitgesproken.

2.Waar de zaak over gaat

2.1.
Partijen hebben op 22 december 2022 een huurovereenkomst gesloten, op basis waarvan [gedaagde] de woning aan de [straat] [nummeraanduiding 1] te [plaats] (hierna: de woning) huurt van KleurrijkWonen voor een bedrag van laatstelijk € 652,31 per maand. Gedurende de periode dat [gedaagde] deze woning bewoont, krijgt KleurrijkWonen regelmatig overlastmeldingen van twee omwonenden (wonende op huisnummer [nummeraanduiding 2] en [nummeraanduiding 3] ; hierna: omwonende A en B. Volgens deze meldingen gaat het vooral om geluidsoverlast, dat wordt veroorzaakt door het veelvuldig ontvangen van bezoek door [gedaagde] in de late avond en gedurende de nacht.
Tijdlijn overlastmeldingen en waarschuwingen
2.2.
Op 29 december 2022 komt bij KleurrijkWonen een melding binnen van omwonende A over het stoken van een vuurtje door gedaagde in de schuur.
2.3.
Op 9 februari 2023 maakt omwonende A bij KleurrijkWonen melding van geluidsoverlast, veroorzaakt door het komen en gaan en het verblijf van bezoek bij [gedaagde] in de late avond en gedurende de nacht.
2.4.
Op 21 februari 2023 gaat de heer [C] , [functie 2] bij KleurrijkWonen, (hierna: [C] ) langs bij de woning van [gedaagde] . [C] geeft aan [gedaagde] aan dat omwonenden overlast ondervinden van hem en zijn bezoek en dat dit moet stoppen. Bij brief van 14 maart 2023 bevestigt KleurrijkWonen dit gesprek aan [gedaagde] en sommeert zij [gedaagde] om een einde te maken aan de overlast.
2.5.
Op 31 maart 2023 maakt omwonende B melding bij KleurrijkWonen dat hij van [gedaagde] veel overlast ondervindt. Omwonende B maakt daarbij melding van een politieinterventie op 30 maart 2023.
2.6.
Op 13 april 2023 krijgt KleurrijkWonen een melding van een andere omwonende over een brandlucht vanuit de schuur van [gedaagde] . Naar aanleiding hiervan heeft [C] later die dag met hulp van een Arabisch sprekende collega met [gedaagde] gesproken.
2.7.
Op 14 april 2023 laat omwonende A aan KleurrijkWonen weten dat zij in de avond van 13 april 2023, ondanks het gesprek die dag, overlast heeft ervaren doordat [gedaagde] na 22:00 uur nog bezoek ontving en er met deuren werd geslagen.
2.8.
Op 18 april 2023 laat omwonende A aan KleurrijkWonen weten dat het nog steeds een komen en gaan is van mensen die leven in de nacht en dat zij een onveilig gevoel ervaart.
2.9.
Op 26 april 2023 meldt omwonende A aan KleurrijkWonen dat zij al nachten niet meer slaapt, omdat zij een gevoel van onveiligheid heeft en wordt bespuugd.
2.10.
Op 30 mei 2023 hebben een vertegenwoordiger van de gemeente [gemeente] (hierna: de gemeente) en de wijkagent een gesprek met [gedaagde] gevoerd. Naar aanleiding van dit gesprek is een waarschuwingsbrief van de burgemeester van de gemeente aan [gedaagde] uitgereikt.
2.11.
In de maand juni 2023 ontvangt KleurrijkWonen verschillende overlastmeldingen van omwonende B.
2.12.
Op 4 juli 2023 heeft KleurrijkWonen, na een gesprek tussen haar en [gedaagde] op 3 juli 2023, een laatste waarschuwingsbrief aan [gedaagde] gestuurd. Bij de brief is een vertaling in het Arabisch gevoegd.
2.13.
In de maand juli 2023 ontvangt KleurrijkWonen verschillende overlastmeldingen van omwonende A en B.
2.14.
Bij exploot van 28 juli 2023 heeft KleurrijkWonen [gedaagde] gesommeerd om de overlast met onmiddellijke ingang te staken.

3.Wat vordert KleurrijkWonen?

3.1.
KleurrijkWonen stelt dat [gedaagde] de huurovereenkomst tussen partijen op 21 december 2023 heeft opgezegd en vordert daarom primair ontruiming van de woning.
3.2.
Mocht de kantonrechter van oordeel zijn dat de huurovereenkomst niet is opgezegd, dan vordert KleurrijkWonen ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, op grond van de door [gedaagde] en zijn bezoekers veroorzaakte onrechtmatige (geluids)overlast en een huurachterstand van € 2.945,09 over de maanden februari 2023 en oktober 2023 tot en met januari 2024.
KleurrijkWonen legde in haar akte van 18 oktober 2023 ook aan haar vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst ten grondslag dat [gedaagde] zijn hoofdverblijfplaats niet meer in de woning zou hebben, maar deze grondslag heeft KleurrijkWonen tijdens de mondelinge behandeling niet meer gehandhaafd.
3.3.
Daarnaast vordert KleurrijkWonen het bedrag van € 2.945,09 aan huurachterstand, € 652,31 per maand aan gebruikersvergoeding vanaf februari 2024 tot aan de dag van de ontruiming, € 416,14 aan buitengerechtelijke incassokosten, alles vermeerderd met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vervaldatum tot aan de dag dat het volledige bedrag is voldaan en veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.

4.Wat vindt [gedaagde] daarvan?

4.1.
[gedaagde] stelt dat KleurrijkWonen de producties inzake de opzegging te laat in het geding heeft gebracht en verzoekt de kantonrechter die stukken buiten beschouwing te laten. Weliswaar heeft [gedaagde] op 21 december 2023 aan KleurrijkWonen laten weten dat hij de huurovereenkomst per direct opzegt, maar dit kwam doordat het hem even te veel werd. Hij heeft snel daarna aan KleurrijkWonen aangegeven dat hij spijt had van de opzegging. [gedaagde] betoogt dat hij om die reden niet aan die opzegging kan worden gehouden.
4.2.
Daarnaast betwist [gedaagde] de gestelde onrechtmatige overlast. Hij heeft hooguit een ander leef-ritme, maar hij en/of zijn bezoekers maken niet zodanig veel geluid dat dit ontbinding van de huurovereenkomst zou rechtvaardigen. Daarbij heeft de met regelmaat ingeschakelde politie nooit overlast geconstateerd. [gedaagde] heeft het gevoel dat omwonende A en B hem gewoon weg willen hebben.
4.3.
[gedaagde] betwist de huurachterstand niet, maar deze achterstand kan volgens hem snel worden ingelost, omdat hij met terugwerkende kracht zijn uitkering weer ontvangt en er sinds kort een traject van schuldhulpverlening loopt bij de gemeente, waarbij de gemeente de huur rechtstreeks aan KleurrijkWonen zal overmaken.

5.De beoordeling

5.1.
De kantonrechter wijst de (primaire) vorderingen van KleurrijkWonen toe. Dit wordt hieronder toegelicht.
De opzegging van 21 december 2023
5.2.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft KleurrijkWonen aanvullende producties ingediend, waaronder een e-mailbericht van 21 december 2023 tussen Vluchtelingenwerk namens [gedaagde] en KleurrijkWonen, waarin is te lezen dat [gedaagde] de huurovereenkomst tussen partijen per direct opzegt. Bij de e-mail zit als bijlage een handgeschreven briefje van [gedaagde] met de betreffende opzegging.
5.3.
[gedaagde] heeft bezwaar gemaakt tegen kennisneming door de kantonrechter van deze producties, omdat het te laat is ingediend.
5.4.
De kantonrechter stelt voorop dat de termijn voor het indienen van stukken 10 dagen voor de mondelinge behandeling bedraagt. KleurrijkWonen heeft de betreffende producties dus te laat in het geding gebracht. De gedachte achter de termijn van het indienen van stukken van 10 dagen voorafgaand aan de zitting, is dat partijen niet in hun verdedigingsbelang mogen worden geschaad.
5.5.
In de door KleurrijkWonen ingebrachte producties gaat het om een e-mail van 21 december van Vluchtelingenwerk met als bijlage een handgeschreven briefje van [gedaagde] waarin hij de huurovereenkomst tussen partijen opzegt. Het gaat dus om stukken die van [gedaagde] zelf afkomstig zijn en waarvan [gedaagde] het bestaan wist. Daarnaast zijn de stukken niet van grote omvang en heeft [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling inhoudelijk op de stukken gereageerd. De kantonrechter is daarom van oordeel dat [gedaagde] niet in zijn verdedigingsbelang is geschaad en ziet daarom geen reden de tijdens de mondelinge behandeling overgelegde stukken buiten beschouwing te laten en zal deze stukken daarom in haar beoordeling betrekken.
5.6.
De kantonrechter hoort in de stellingen van [gedaagde] geen beroep op een wilsgebrek. [gedaagde] heeft met hulp van Vluchtelingenwerk een mail aan KleurrijkWonen gestuurd waarin hij de huurovereenkomst opzegt. Het was op dat moment, op 21 december 2023, zijn bedoeling om de huurovereenkomst op te zeggen. Dat [gedaagde] later spijt krijgt van zijn opzegging, omdat hij inziet dat hij geen/niet veel andere opties heeft om te wonen, doet niet af aan de geldigheid van de opzegging. De kantonrechter komt daarom tot de conclusie dat [gedaagde] de huurovereenkomst tussen partijen heeft opgezegd.
Einde van de huurovereenkomst & Ontruiming
5.7.
[gedaagde] heeft de huurovereenkomst per direct opgezegd. Gezien de tussen partijen overeengekomen door [gedaagde] in acht te nemen opzegtermijn van één maand, is de huurovereenkomst per 21 januari 2024 geëindigd. Dit betekent dat [gedaagde] sinds 22 januari 2024 zonder recht of titel in de woning verblijft. Als gevolg daarvan wordt de vordering tot ontruiming toegewezen. Dit betekent dat [gedaagde] de woning moet verlaten en leeg en netjes moet achterlaten. [gedaagde] krijgt hiervoor 14 dagen de tijd. Deze termijn gaat in vanaf het moment dat dit vonnis aan hem door de deurwaarder is bezorgd.
Overlast
5.8.
Ten overvloede bespreekt de kantonrechter de subsidiaire vordering van KleurrijkWonen, namelijk ontbinding van de huurovereenkomst op grond van de door [gedaagde] en zijn bezoek veroorzaakte onrechtmatige overlast zoals door KleurrijkWonen gesteld.
5.9.
Ingevolge artikel 6:265 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad rechtvaardigt een tekortkoming van voldoende gewicht een ontbinding.
5.10.
[gedaagde] schiet tekort in zijn verplichtingen als huurder, wanneer hij onrechtmatige overlast veroorzaakt dan wel onrechtmatig overlast gevende gedragingen van zijn bezoek niet belet.
5.11.
KleurrijkWonen heeft haar stelling dat [gedaagde] en zijn bezoek onrechtmatig overlast veroorzaken voor omwonenden onderbouwd met een veelvoud aan overlastmeldingen (zie onder 2.2 tot en met 2.14). [gedaagde] betwist deze stelling van KleurrijkWonen slechts algemeen (zie onder 4.2). In het licht van de door KleurrijkWonen overgelegde concrete en gespecificeerde overlastmeldingen, had het op de weg van [gedaagde] gelegen om dit specifieker te betwisten, door bijvoorbeeld aan te geven wat hij en/of zijn bezoekers op de betreffende dagen wel heeft/hebben gedaan en wie er op die dagen/tijdstippen bij hem op bezoek waren. Ter onderbouwing daarvan, dus van deze “positieve feiten”, had hij bijvoorbeeld ook schriftelijke verklaringen van zijn bezoekers kunnen overleggen. Dit heeft [gedaagde] onvoldoende gedaan. Daarbij merkt de kantonrechter op dat [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling vertelde dat hij af en toe periodes niet in de woning verbleef terwijl derden in die periodes in de woning verbleven. Dat brengt met zich dat [gedaagde] niet uit eigen wetenschap kan weten of deze derden in vorenbedoelde periodes wel of geen overlast hebben veroorzaakt.
5.12.
De door [gedaagde] en zijn bezoek veroorzaakte overlast is voldoende komen vast te staan. De kantonrechter is van oordeel dat deze overlast als onrechtmatig is te kwalificeren, zoals KleurrijkWonen betoogt. Dit betekent dat [gedaagde] tekort schiet in de nakoming van zijn uit de huurovereenkomst voortvloeiende verplichtingen. KleurrijkWonen moet aan haar andere huurders woongenot verschaffen. Op dit moment ervaren omwonenden van [gedaagde] al maandenlang onrechtmatige overlast. Ondanks meerdere waarschuwingen (zie onder 2.4, 2.10, 2.12 en 2.14) van KleurrijkWonen, heeft [gedaagde] de overlast niet gestaakt althans doen staken. De kantonrechter is van oordeel dat het belang van KleurrijkWonen om aan de omwonenden die tevens haar huurders zijn het rustig woongenot te verschaffen en daarmee het belang om een einde te maken aan de huurovereenkomst zwaarder weegt dan het woonbelang van [gedaagde] en daarmee het voortduren van de huurovereenkomst.
5.13.
Gezien het bovenstaande zou, als geen sprake zou zijn geweest van rechtsgeldige opzegging van de huurovereenkomst door [gedaagde] , de door [gedaagde] en zijn bezoek veroorzaakte onrechtmatige overlast ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigen.
Huurachterstand
5.14.
KleurrijkWonen vordert een bedrag van € 2.945,09 aan huurachterstand, inclusief de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vervaldata van de huurtermijnen tot aan de dag dat het volledige bedrag is betaald. [gedaagde] heeft deze huurachterstand bevestigd en de wettelijke rente niet betwist. De kantonrechter wijst deze vordering daarom toe.
Gebruikersvergoeding vanaf februari 2024
5.15.
KleurrijkWonen vordert tevens een bedrag van € 652,31 per maand (een gedeelte van een maand voor een gehele gerekend) aan gebruikersvergoeding als bedoeld in artikel 7:225 BW vanaf februari 2024 tot aan de dag dat [gedaagde] de woning heeft ontruimd, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vervaldata tot aan de dag dat het volledige bedrag is betaald. [gedaagde] heeft deze vordering niet betwist. De kantonrechter wijst deze vordering daarom toe. Daarbij bepaalt de kantonrechter dat de gebruiksvergoeding net als de huurtermijnen vóór de eerste van elke maand moet worden betaald.
Buitengerechtelijke incassokosten (met rente)
5.16.
KleurrijkWonen vordert een bedrag van € 416,14 aan buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. KleurrijkWonen heeft aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en wordt daarom toegewezen.
Proceskosten
5.17.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld. Hij wordt daarom in de kosten veroordeeld. Dit betekent dat hij zijn eigen proceskosten moet dragen en de proceskosten (inclusief nakosten) van KleurrijkWonen aan haar moet betalen. De proceskosten van KleurrijkWonen worden begroot op:
- dagvaarding € 131,58
- griffierecht € 128,00
- salaris gemachtigde € 476,00 (2 punten x tarief € 238,00)
- nakosten
€ 119,00
Totaal € 854,58
Uitvoerbaar bij voorraad
5.18.
KleurrijkWonen vordert dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. Uitvoerbaar bij voorraad betekent dat KleurrijkWonen het vonnis direct kan (laten) uitvoeren, als [gedaagde] niet aan het vonnis (waaronder de veroordeling tot ontruiming) voldoet. Het uitgangspunt is dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard. Van dit uitgangspunt kan worden afgeweken als de belangen van [gedaagde] om de uitkomst van een eventueel hoger beroep af te wachten zwaarder wegen dan de belangen van KleurrijkWonen om direct over te kunnen gaan tot uitvoering van het vonnis. De belangen die hierbij worden meegewogen, zijn genoemd onder 5.12. De kantonrechter is van oordeel dat in dit geval de belangen van KleurrijkWonen zwaarder wegen dan de belangen van [gedaagde] . Daarom wordt het vonnis volgens het uitgangspunt uitvoerbaar bij voorraad verklaard. [gedaagde] kan dus niet wachten met voldoen aan het vonnis in de periode dat tegen het vonnis nog hoger beroep mogelijk is of als hij hoger beroep heeft ingesteld en nog niet op dat hoger beroep is beslist.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om de woning aan de [straat] [nummeraanduiding 1] te [plaats] binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle daarin aanwezige personen en zaken, voor zover die aan hem toebehoren en niet aan KleurrijkWonen, en om deze woning met afgifte van de sleutels geheel ter vrije beschikking van KleurrijkWonen te stellen;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan KleurrijkWonen van:
  • € 2.945,09 aan huurachterstand tot en met 21 januari 2024, te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vervaldata van de huurtermijnen tot de dag waarop alles is betaald;
  • € 652,31 per maand (een gedeelte van een maand voor een gehele gerekend) aan gebruikersvergoeding vanaf februari 2024 tot aan de dag dat [gedaagde] de woning heeft ontruimd, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf de vervaldata tot aan de dag dat het volledige bedrag is betaald;
  • € 416,14 aan buitengerechtelijke incassokosten;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten; hij moet aan KleurrijkWonen haar proceskosten van € 854,58 betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet [gedaagde] ook de kosten van betekening betalen;
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst al het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Ramsaroep, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 april 2024, in aanwezigheid van de griffier.