In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 28 maart 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 30 november 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder in gebreke was gesteld op 11 december 2023 en het beroep pas op 29 januari 2024 is ingediend. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen twee weken na verzending van de uitspraak, met een uiterste datum van 7 mei 2024 voor het doen van een vooraankondiging.
Daarnaast heeft de rechtbank een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft ook recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De rechtbank heeft de termijnen en voorwaarden voor de dwangsom en de proceskostenvergoeding duidelijk uiteengezet, en benadrukt dat de dwangsomregeling van toepassing is in deze zaak. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.