ECLI:NL:RBMNE:2024:1926
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake informatieverzoek op grond van de Wet open overheid
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op het verzoek om een voorlopige voorziening van de Stichting de Verbeelding tegen de afwijzing van haar aanvraag om informatie op grond van de Wet open overheid (Woo). De Nationale Ombudsman heeft de aanvraag met het besluit van 18 december 2023 buiten behandeling gesteld. De Stichting heeft bezwaar gemaakt, maar dit is door de Ombudsman niet-ontvankelijk verklaard. Hierop heeft de Stichting beroep ingesteld en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk ongegrond is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Stichting stelt dat de Ombudsman misbruik van recht aanneemt om een onderzoek naar zijn functioneren te saboteren, en dat er spoedeisend belang is. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat de Stichting niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een spoedeisend belang, aangezien het verzoek draait om het verkrijgen van documenten zonder onomkeerbare gevolgen.
De voorzieningenrechter concludeert dat er geen spoedeisend belang is en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, voorzieningenrechter, en is openbaar uitgesproken op 22 maart 2024.