4.3.3De bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 13/327755-22 onder feit 3 ten laste gelegde
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 15 december 2022, genummerd PL1300-2022268181-4, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 1 e.v., – zakelijk weergegeven:
In november 2021 begon de heer [verdachte] mij ongepaste berichten te sturen in die zin dat deze een seksuele lading hadden.
Op 13 december 2021 is de heer [verdachte] vervolgens ongevraagd ons kantoor binnengelopen. Mijn collega de heer [collega 1] heeft hem vervolgens naar buiten gestuurd waarbij [verdachte] zich dreigend uitliet. [verdachte] zei: "als er iets met mij gebeurd. Gaan jullie er allemaal aan." Dit was gericht tegen iedereen van het kantoor en dus ook richting mij.
Vervolgens heeft de heer [verdachte] op 13 december 2021, naar kantoor gebeld en tweemaal hetzelfde dreigement geuit. Hij zei: "Van [collega 2] moet ik [slachtoffer 1] met rust laten, maar ik ga hem toch vermoorden." Tijdens het bellen gaf hij te kennen [verdachte] te zijn en hij belde ook met een voor ons bekende nummer van hem.
Begin november 2022 heeft [verdachte] wederom contact gezocht met mijn collega’s en mij en zich dreigend uitgelaten. [verdachte] belde die dag drie keer met kantoor. Over de eerste keer heeft medewerker [medewerker] mij gemaild. De volgende twee telefonische gesprekken zijn opgenomen. Zoals daarop is te horen dreigt de heer [verdachte] naar kantoor te komen en mensen te zullen vermoorden. Die geluidsfragmenten zijn van 1-11-2022. Op een van de geluidsfragmenten is te horen dat hij langs zou komen en ons in de kofferbak zou gooien.
Een geschrift als bijlage bij de aangifte van [slachtoffer 1] van 15 december 2022, inhoudende een foto van een Whatsappconversatie van 8 november 2021, doorgenummerde pagina B2, – zakelijk weergegeven:
[8/11/2021] [verdachte] : [slachtoffer 1] ik vind je geil konden we maar samen zijn ik doe alles met je desnoods pak ik die homo waar je mee gaat.
Een geschrift als bijlage bij de aangifte van [slachtoffer 1] van 15 december 2022, inhoudende een foto van een Whatsappconversatie van 28 november 2021, doorgenummerde pagina B6, – zakelijk weergegeven:
[28-11-2021] [verdachte] : Als ik je betaald heb wil ik je ook pakken in de auto.
[28-11-2021] [verdachte] : Keihard neuken ik wil je horen gillen.
Een geschrift als bijlage bij de aangifte van [slachtoffer 1] van 15 december 2022, inhoudende een e-mailbericht van 13 december 2023 van [collega 1] aan [slachtoffer 1] , doorgenummerde pagina B4, – zakelijk weergegeven:
Op 13 december 2021 kwam de heer [verdachte] , het kantoor binnengelopen zonder aan te bellen en zonder afspraak. Dhr. [collega 1] verzocht de heer [verdachte] te vertrekken. De heer [verdachte] liep door de deur en zei, toen hij net de drempel had overgestoken: "Als er iets met mij gebeurt, gaan jullie er allemaal aan."
Een geschrift als bijlage bij de aangifte van [slachtoffer 1] van 15 december 2022, inhoudende een e-mailbericht van 1 november 2022 van [medewerker] , doorgenummerde pagina B25, – zakelijk weergegeven:
De heer [verdachte] heeft weer gebeld. Hij heeft ook nog naar mij ook nog bedreigd met de tekst "als jullie [slachtoffer 1] niet met rust laten dan kom ik jullie schieten".
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] van 13 maart 2023, genummerd 2022268181, opgemaakt door de politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 37, – zakelijk weergegeven:
Door mij verbalisant zijn opnames van gesprekken met [verdachte] beluisterd en uitgewerkt. Het betreft door het advocatenkantoor opgenomen telefoongesprekken met de heer [verdachte] .
[verdachte] belt naar advocatenkantoor 1-11-2022
[verdachte] : Zeg tegen de mannen die daar allemaal zijn, advocaten, geen advocaten, dat ze allemaal moeten oprotten, hun geld moeten achterlaten, hun portemonnee, en afstand moeten doen van alles wat ze bezitten. Zeg maar dat [verdachte] het is, en anders gaan ze mn kofferbak in moetje zeggen, Oké, en laat [slachtoffer 1] mij opbellen, oké..
[verdachte] : ja, zeg dat dat ze allemaal moeten oprotten, want ze gaan mn kofferbak in en nog 1 ding, [verdachte] wordt ook [verdachte] genoemd..oké..
[verdachte] : luister, jullie kunnen allemaal oprotten daarvandaan. Laat [slachtoffer 1] en al die vrouwen daar alleen, anders kom ik zo jullie in mijn kofferbak gooien, heb je dat gehoord.
4.3.4De bewijsmiddelen ten aanzien van het onder 13/130562-21 onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 6 mei 2021, genummerd PL1300-2021092901-2, opgemaakt door de politie eenheid Amsterdam, doorgenummerde pagina 7 e.v., – zakelijk weergegeven:
Ik woon aan de [adres 2] te [plaats 2] . In de nacht van 3 mei 2021 schrok ik wakker. Ik zag een man die naar me riep. Deze man, [A] , vertelde me dat hij iemand had gezien die mijn raam had natgemaakt met vloeistof en hij had gezien dat degene een vuurtje had aangestoken. Ik zag vlammen vanuit mijn raam. Het lukte mij om het vuur te doven.Ik zie brandschade aan mijn raam, aan de zijde van de [straat 1] , het raamkozijn, en schade bij mijn twee fietsen, die voor mijn raam staan geparkeerd.
Mijn moeder liet me 3 briefjes zien die zij de laatste maand in onze brievenbus had gevonden. De briefjes zijn in het Turks geschreven. In één van de briefjes lees ik de familienaam van mijn vader: [familie 1] . Niemand kent deze naam, ik ken één iemand die vermoedelijk deze naam wel kent. Deze persoon heet [verdachte] .
Een proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 16 mei 2021, genummerd PL1300-2021099273-5, opgemaakt door de politie eenheid Amsterdam, doorgenummerde pagina 22 e.v., – zakelijk weergegeven:
Op 10 mei 2021 zag ik, toen ik in de brievenbus keek, dat er een plastic zakje in lag. Ik pakte het zakje met mijn handen. Ik zag dat in het zakje een kogel zat. Ik zag dat er ook een handgeschreven briefje in zat. Ik zag dat op het briefje het volgende stond: “stop met djns op mij te sturen. Anders dood”.
Op 15 mei 2021 vertelde de politie mij dat in die nacht wederom bij onze woning brand was gesticht. Ik zag dat inderdaad gepoogd was om het rechterkozijn van mijn woning in brand te steken. Ik zag onder het kozijn een doek liggen welke zichtbaar in brand was gestoken. Ik zag dat het kozijn en raam zwart geblakerd was.
Een geschrift, te weten de door de beëdigde vertaler [vertaler] vertaling van de in de aangifte van 6 mei 2023 genoemde briefjes, doorgenummerde pagina 10 e.v., – zakelijk weergegeven:
De families [familie 2] en [familie 1] . Neem of roep de djinn’s [opmerking vertaler; dijnn’s zijn mythische wezens die in de Koran worden genoemd] die jullie gestuurd hebben, terug. Anders gooi ik 3 handgranaten in jullie huis of stuur 3 negers op jullie af. Zodra jullie het huis uitkomen schieten zij jullie neer met een uzi of met een machinegeweer en maken zij jullie dood.
De bom gaat ontploffen.
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] van 18 mei 2021, genummerd 2021092901, opgemaakt door de politie eenheid Amsterdam, doorgenummerde pagina 28, – zakelijk weergegeven:
Ik heb de camerabeelden uitgekeken, die zijn opgenomen bij de Hoge School gelegen op de
[straat 2] te Amsterdam. De aanleiding voor het uitkijken van deze beelden is een brandstichting die heeft plaatsgevonden op de [adres 2] te [plaats 2] op 3 mei 2021.
lk, verbalisant, zie een grijs (zilver)kleurige Opel Astra CC aan komen rijden. De Opel parkeert komt tot stilstand op de [straat 1] . Er stapt een persoon uit het voertuig. De persoon pakt iets uit de kofferbak. Ik omschrijf het voorwerp wat de persoon uit de kofferbak pakt als zijnde een witte fles. Nadat de persoon in de buurt van de fles is zie ik dat de persoon een lichtbron ontsteekt. Ik maak hier uit op dat hij een aansteker aandoet. Hij ontsteekt deze een paar keer. Hierop pakt hij de fles en loopt uit beeld. Te zien is dat de persoon kort daarna op die locatie iets in brand heeft gestoken]. Er is een grote vuurbal te zien. Na een tijdje komt de persoon met versnelde pas weer in beeld. De persoon rent in de richting van de voertuig en de persoon kijk al rennend achterom. Nadat de persoon bij het voertuig is gaat het voertuig met hoge snelheid weg.
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] van 14 juni 2021, genummerd 2021092901, opgemaakt door de politie eenheid Amsterdam, doorgenummerde pagina 44 e.v., – zakelijk weergegeven:
Ik heb de camerabeelden uitgekeken, die zijn opgenomen bij de huidzorg gelegen op de [straat 3] te Amsterdam. De aanleiding van het uitkijken van deze beelden is een brandstichting die heeft plaatsgevonden op de [adres 2] te [plaats 2] , gepleegd op woensdag 5 mei 2021 [de rechtbank begrijpt aan de hand van de screenshots van de camerabeelden dat dit camerabeelden betreffen van 15 mei 2021].
Te zien is dat de grijs (zilver) kleurige Opel Astra CC komende vanaf de [straat 1] de [straat 3] op rijdt. Een persoon stapt uit de Opel.De persoon doet de kofferbak van de Opel open. Nu is te zien is dat de persoon een witkleurig voorwerp in zijn linkerhand vast heeft. De persoon loopt nu op de [straat 1] gaande in de richting van de [straat 4] . De persoon loopt hierna uit beeld. Nadat de persoon uit beeld was gelopen komt de persoon na 4 minuten en 2 seconden weer in beeld. De persoon komt in beeld gerend en rent naar de Opel. Te zien op beeld is dat de persoon nog een keer naar achteren kijkt.
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] van 22 juni 2021, genummerd 2021092901, opgemaakt door de politie eenheid Amsterdam, doorgenummerde pagina 54 e.v., – zakelijk weergegeven:
Tankstation 26 april
lk, verbalisant, zie een grijs (zilver) kleurige Opel Astra CC aan komen rijden. Na een tijdje komt NN1 met een witkleurige fles in beeld lopen en geeft de witte fles aan NN2. NN2 vult de witte fles met benzine.
Tankstation 11 mei
Ik, verbalisant, zie een grijs (zilver) kleurige Opel Astra CC aan komen rijden.Er stapt een persoon uit de Opel welke de auto bestuurde. Dit is een en de zelfde persoon als hierboven omschreven. Dit is namelijk NN1. NN1 vult de witte fles met benzine.
Kenteken van de Opel goed zichtbaar: [kenteken] .
Kentekenhouder: [verdachte] .
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 3] van 20 september 2021, genummerd PL1300-2021092901-35, opgemaakt door de politie eenheid Amsterdam, doorgenummerde pagina 77, – zakelijk weergegeven:
Bij de doorzoeking van de woning van verdachte trof ik twee witte zakken aan. Ik zag dat er verschillende teksten op de zakken geschreven stonden. Ik zag dat het handschrift dat op de zakken het zelfde was als het handschrift dat op de dreigbrieven stond. Wat mij op viel was de volgende tekst: [slachtoffer 2] fam in [adres 2] [familie 1] .
Tijdens de aanhouding van [verdachte] had hij een winterjas met bontkraag thuis. Naast de aangetroffen jas trof ik een schoudertas aan. De jas en tas zijn zichtbaar op alle camerabeelden in dit dossier.
Een kennisgeving van inbeslagneming, genummerd PL1300-2021099273-6, opgemaakt door de politie eenheid Amsterdam, doorgenummerde pagina 105, – zakelijk weergegeven:
Inbeslagneming:
Plaats: [adres 2]
Datum en tijd: 16 mei 2021
Goednummer: PL1300-2021099273-6057043
Object: Munitie (Kogelpatroon)
Een proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 4] van 16 mei 2021, genummerd PL1300-2021099273-7, opgemaakt door de politie eenheid Amsterdam, doorgenummerde pagina 25, – zakelijk weergegeven:
Goed: PL1300-2021099273-6057043
Ik constateerde dat het een zogenaamde eenheidspatroon is.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte van 16 augustus 2021, genummerd PL1300-2021092901-26, opgemaakt door de politie eenheid Amsterdam, doorgenummerde pagina 86 e.v., – zakelijk weergegeven:
V: Wat is uw relatie met de families [familie 2] en [familie 1] ?
A: [slachtoffer 2] was een vriend van mij.
V: Wat zijn Djinns en waarom denk u dat deze families Djinns op u af hebben gestuurd?
A: Spoken, geesten, jij bent Moslim? Dat zijn Djinns dat zijn dingen die ook in de Koran staan geschreven.
V: Waarom moeten zij [de rechtbank begrijpt: familie [familie 2] ] deze [de rechtbank begrijpt: djins] terug roepen?
A: Omdat ze mij kwaad doen.
Weet je waarom ik dat heb geschreven? Voor mijn veiligheid. Als er wat gebeurd met mij dan weet mijn familie dat ze bij hen moeten zijn.
V: Heeft u daarom het adres [adres 2] op die tas geschreven?
A: Ja, dan weten ze dat ze daar moeten zijn.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverweging
Op grond van de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen is het onder 13/327755-22 als feit 3 en onder 13/130562-21 als feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank is van oordeel dat het verweer van de raadsman met betrekking tot feit 1 primair (13/130562-21) wordt weerlegd door de inhoud van de bewijsmiddelen.