In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 27 maart 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat zij van mening was dat er niet tijdig was beslist op haar aanvraag van 22 januari 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden, aangezien eiseres op 17 februari 2022 in gebreke was gesteld en pas op 13 december 2023 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen een termijn van zes weken na verzending van de uitspraak, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 218,75 en het betaalde griffierecht van € 50,-. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat zij geen mogelijkheden heeft om verweerder te verplichten een kopie van het dossier aan eiseres te verstrekken, aangezien dit geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.