In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 29 maart 2024, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres, woonachtig in België, had bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking van de Belastingdienst/Toeslagen met betrekking tot de compensatie kinderopvangtoeslag. Eiseres stelde dat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op haar bezwaar, dat zij op 15 september 2023 had ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat de Belastingdienst alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit moet nemen. Indien de Belastingdienst deze termijn overschrijdt, moet zij een dwangsom van € 100,- per dag betalen, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is de Belastingdienst veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 218,75, en het griffierecht van € 51,-. De rechtbank heeft de termijnen voor het nemen van besluiten op bezwaar vastgesteld in overeenstemming met eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.