In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar, ingediend op 19 juli 2023. De rechtbank heeft op 29 maart 2024 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiser terecht beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig was. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog een besluit moet nemen binnen twee weken na verzending van de uitspraak, met een uiterste datum van 4 juni 2024. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser krijgt een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het door hem betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.