Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verweerschrift van de vader met bijlagen op het zelfstandig verzoek van de moeder van 7 maart 2023;
- het aanvullende verzoek van de vader met bijlage van 18 januari 2024;
- het F9-formulier van de vader met bijlagen van 5 februari 2024;
- het verweerschrift met bijlagen tegen het aanvullende verzoek van de vader van 13 februari 2024;
- het F9- formulier van de moeder met bijlagen van 13 februari 2024.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [A] en de heer [B] , namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna de Raad).
2.Waar de procedure over gaat
- [minderjarige] van zaterdag 12:00 uur tot maandag 10:00 uur bij de vader verblijft;
- de vader samen met de moeder wordt belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige] ;
- de vader € 25,- per maand aan kinderalimentatie aan de moeder moet betalen vanaf de beschikkingsdatum.
- een omgangsregeling vast te stellen tussen de vader en [minderjarige] , waarbij de vader [minderjarige] in de ene week op zaterdag om 12:00 uur ophaalt en haar op zondag 12:00 uur terugbrengt en in de andere week de vader [minderjarige] , op een in onderling overleg te bepalen doordeweekse dag na zijn werk ophaalt en haar de volgende ochtend om 10:00 uur of zoveel eerder als voor zijn werk nodig is, bij de moeder terugbrengt;
- primair om het verzoek van de vader om het gezamenlijk gezag over [minderjarige] af te wijzen en subsidiair een Raadsonderzoek te gelasten om te beoordelen of gezamenlijk gezag in het belang van [minderjarige] is;
- een bijdrage door de vader vast te stellen in de kosten van de verzorging en opvoeding van [minderjarige] van € 141,- per maand, met ingang van de datum van indiening van haar verzoek (12 januari 2023).
3.De beoordeling
4.De beslissing
voorlopige zorgregelingregeling vast: [minderjarige] verblijft één keer per twee weken van zaterdag 12:00 uur tot maandag 10:00 uur bij de vader, waarbij de moeder haar op zaterdag naar de vader brengt en de vader haar op maandag weer bij de moeder brengt.
2 oktober 2024, in afwachting van de uitkomst van de ouderschapsbemiddeling, met het verzoek aan de advocaten om tijdig voor die datum te laten weten:
- of meer uitstel nodig is en zo ja, voor hoe lang;
- of een nieuwe zitting nodig is;
- of de rechtbank een beslissing kan nemen zonder nieuwe zitting.