In deze civiele procedure, behandeld door de Kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, is op 27 maart 2024 vonnis gewezen in een incident. De eiser, vertegenwoordigd door mr. M.J.M. Groen, heeft een vordering ingediend tot voeging van zijn zaak met een andere aanhangige zaak, die betrekking heeft op dezelfde juridische geschilpunten. De eiser had eerder ANWB B.V. gedagvaard voor betaling van € 14.380,- uit hoofde van een reis- en annuleringsverzekering, maar ANWB stelde dat de juiste partij UVM Verzekeringsmaatschappij N.V. was. De eiser heeft daarop ook een procedure tegen UVM aangespannen en vordert in beide procedures voeging.
De Kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van verknochtheid tussen de twee zaken, aangezien de feitelijke en juridische geschilpunten in beide procedures sterk verweven zijn. De rechter heeft besloten dat het wenselijk is om beide zaken gezamenlijk te behandelen om tegenstrijdige beslissingen te voorkomen. De incidentele vordering van de eiser tot voeging is toegewezen, maar de eiser is wel veroordeeld in de kosten van het incident, omdat hij verantwoordelijk is voor het aanhangig maken van twee afzonderlijke zaken.
De hoofdzaak is gepland voor een volgende zitting op 24 april 2024, waar de eiser een conclusie van repliek moet indienen. De rechter heeft verdere beslissingen aangehouden tot die zitting.