ECLI:NL:RBMNE:2024:1844

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 maart 2024
Publicatiedatum
26 maart 2024
Zaaknummer
10815376 \ AC EXPL 23-2730
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de overeenkomst voor energielevering en afsluiting van de levering wegens betalingsachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 20 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een energieleverancier (eiseres) en een afnemer (gedaagde) over de ontbinding van een overeenkomst voor de levering van energie (warmte) en de afsluiting van die levering. Eiseres vorderde ontbinding van de overeenkomst en medewerking van gedaagde aan de afsluiting van de energielevering, omdat gedaagde al geruime tijd in betalingsachterstand verkeerde. Gedaagde had herhaaldelijk om afsluiting verzocht, maar eiseres had dit geweigerd op basis van de voorwaarden van de overeenkomst, die afsluiting door de afnemer uitsloten.

De procedure begon met een dagvaarding die op 22 november 2023 aan gedaagde werd betekend. Gedaagde heeft op de rolzitting van 6 december 2023 gereageerd, waarna eiseres schriftelijk heeft gereageerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een overeenkomst bestaat tussen partijen, die door gedaagde is ondertekend en waarvoor hij jarenlang betalingen heeft gedaan. Gedaagde betwistte de overeenkomst en stelde dat hij niet gedwongen kan worden tot een contract met eiseres.

De kantonrechter oordeelde dat eiseres voldoende bewijs had geleverd van de overeenkomst en dat gedaagde in gebreke was gebleven met zijn betalingen. De rechter wees erop dat de voorwaarden voor beëindiging van de levering door eiseres waren nageleefd, en dat gedaagde niet had betwist dat hij in betalingsachterstand verkeerde. De vordering van eiseres tot ontbinding van de overeenkomst en afsluiting van de levering werd toegewezen, evenals de vordering tot betaling van de achterstand en de afsluitingskosten. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Amersfoort
zaaknummer: 10815376 AC EXPL 23-2730 aw/1370
Vonnis van 20 maart 2024
inzake
de besloten vennootschap
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen: [eiseres] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. O.J. Boeder,
tegen:
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen: [gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

Hoe de procedure is verlopen, blijkt uit het volgende:
  • de dagvaarding met de producties E1 t/m E7 is op 22 november 2023 bij [gedaagde] bezorgd,
  • [gedaagde] heeft op de rolzitting van 6 december 2023 mondeling op de dagvaarding gereageerd. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt,
  • daarna heeft [eiseres] schriftelijk gereageerd (conclusie van repliek). Zij heeft de producties E8 t/m E15 bijgevoegd,
  • [gedaagde] heeft als laatste schriftelijk gereageerd. Hij heeft 1 productie bijgevoegd,
  • vervolgens heeft de kantonrechter bepaald dat vonnis zal worden gewezen. De vonnisdatum is (nader) bepaald op vandaag.

2.Waar het om gaat

2.1.
[gedaagde] woont sinds 8 juli 2013 op het adres [adres] in [plaats] . [eiseres] levert sinds 8 juli 2013 energie (warmte en/of koude en warm tapwater) aan dat adres. Op die levering is de Warmtewet van toepassing.
2.2.
[eiseres] heeft de geleverde energie maandelijks, bij wijze van voorschot aan [gedaagde] in rekening gebracht. Jaarlijks heeft [eiseres] een afrekening gemaakt van het werkelijke verbruik. [gedaagde] heeft die facturen/afrekeningen aanvankelijk betaald. Op enig moment is er een betalingsachterstand ontstaan. [eiseres] heeft [gedaagde] herhaaldelijk aangemaand die achterstand te betalen. Dat heeft niet tot betaling geleid.
2.3.
[eiseres] vordert nu dat de kantonrechter de overeenkomst tussen partijen zal ontbinden en zal bepalen dat [eiseres] de leverantie mag afsluiten en de meter verzegelen. Daarnaast vordert [eiseres] dat [gedaagde] zal worden veroordeeld om “te gehengen en gedogen” dat [eiseres] de leverantie afsluit en de meter verzegelt en dat hij zal worden veroordeeld om de woning gedeeltelijk of tijdelijk te ontruimen gedurende die werkzaamheden. Verder vordert [eiseres] dat [gedaagde] aan haar zal betalen de afsluitkosten van € 393,19 en een bedrag van € 3.720,06 (€ 3.188,02 onbetaalde facturen + € 443,80 incassokosten + € 88,24 wettelijke rente tot 22 november 2023) vermeerderd met de wettelijke rente over € 3.188,02 vanaf 22 november 2023 tot de voldoening en € 174,41 per maand aan voorschot, voor elke maand vanaf 1 november 2023 totdat de leverantie zal zijn beëindigd, te vermeerderen met de wettelijke rente over die bedragen en met de proceskosten.
2.4.
[gedaagde] betwist dat hij een (schriftelijke) overeenkomst heeft met [eiseres] . Hij stelt ook dat hij [eiseres] al eerder heeft gevraagd om alles af te sluiten en te verwijderen of aan hem een normale prijs voor de energie in rekening te brengen. Als dat laatste niet kan, dan wil hij afgesloten worden. Volgens [eiseres] was afsluiting niet mogelijk maar zij vordert dat nu wel. Hij wil geen zaken doen met [eiseres] omdat [eiseres] niet eerlijk handelt. Hij kan niet worden gedwongen tot een contract met [eiseres] , aldus [gedaagde] .

3.De beoordeling

3.1.
[gedaagde] heeft bij zijn laatste schriftelijke reactie een productie meegestuurd. Omdat hij niet heeft toegelicht wat zijn bedoeling met die productie is en [eiseres] daarop niet meer heeft kunnen reageren, moet die productie bij de beoordeling buiten beschouwing blijven.
3.2.
[eiseres] baseert haar vordering op een met [gedaagde] gesloten overeenkomst voor de levering van energie op het adres waar [gedaagde] woont. Dat die overeenkomst bestaat is in rechte komen vast te staan. [eiseres] heeft als productie E1 bij dagvaarding een leveringsovereenkomst overgelegd, waarop [gedaagde] is vermeld als contractant. De contact- en persoonsgegevens van [gedaagde] zijn ingevuld alsook de meterstand bij aanvang van de bewoning. De leveringsovereenkomst is op 7 maart 2014 door de contractant ondertekend en vervolgens (kennelijk) aan [eiseres] geretourneerd. [gedaagde] heeft niet gesteld dat die handtekening niet van hem afkomstig is. Daar komt bij dat [gedaagde] de facturen en afrekeningen van [eiseres] voor de geleverde energie jarenlang heeft betaald. Ook daaruit volgt dat er tussen [eiseres] en [gedaagde] een overeenkomst bestaat voor de levering van energie op het woonadres van [gedaagde] . [eiseres] heeft de energie geleverd en [gedaagde] moet aan [eiseres] de prijs voor de geleverde energie betalen.
3.3.
[eiseres] heeft een overzicht overgelegd van alle aan [gedaagde] toegestuurde voorschotfacturen en eindafrekeningen over de periode van 21 december 2017 tot en met 10 oktober 2023, waarin ook de van [gedaagde] ontvangen betalingen zijn opgenomen. [gedaagde] heeft de juistheid van dat overzicht niet betwist. Uit dat overzicht blijkt dat [gedaagde] sinds maart 2022 niets meer aan [eiseres] betaalt en dat de achterstand berekend tot en met 10 oktober 2022 is opgelopen tot € 3.188,02.
3.4.
Volgens [gedaagde] is de prijs die [eiseres] aan hem in rekening brengt voor de geleverde energie, dat is momenteel € 174,41 per maand als voorschot, “niet normaal”. Wat hij daarmee bedoelt is de kantonrechter niet duidelijk. [eiseres] stelt dat de tarieven die zij hanteert in overeenstemming zijn met de Warmtewet en de richtlijnen van de Autoriteit Consument en Markt. [gedaagde] heeft dat niet betwist. Dit verweer van [gedaagde] kan daarom niet slagen. Hij moet aan [eiseres] het gevorderde bedrag van € 3.188,02 voor de geleverde energie betalen.
3.5.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter de leveringsovereenkomst zal ontbinden en zal bepalen dat [eiseres] de leverantie van energie aan het woonadres van [gedaagde] mag staken, omdat er een aanzienlijke betalingsachterstand is, die steeds verder oploopt. [gedaagde] voert daartegen geen verweer. Hij heeft [eiseres] buiten rechte zelfs herhaaldelijk gevraagd om hem af te sluiten van energie, omdat hij daarvoor niet langer wil betalen. Hij begrijpt niet waarom [eiseres] aan die herhaalde verzoeken geen gevolg heeft gegeven maar deze procedure is begonnen, waarin zij nu vordert dat zij energielevering mag staken. [eiseres] heeft in reactie op dit verweer van [gedaagde] gewezen op artikel 3.13. van de door haar gehanteerde algemene voorwaarden, waarin is opgenomen – kort gezegd – dat opzegging van de overeenkomst door de afnemer en beëindiging van de aansluiting niet mogelijk is omdat voor een technisch adequaat en verantwoord functioneren van het WKO-systeem is vereist dat het aantal aansluitingen waarvoor het WKO-systeem is ontworpen ook daadwerkelijk aangesloten blijft en afsluiting door één van de afnemers nadelig is voor de overige afnemers die op het WKO-systeem zijn aangesloten. Omdat er inmiddels een aanzienlijke betalingsachterstand is die almaar verder oploopt ziet [eiseres] zich inmiddels genoodzaakt om de energielevering aan de woning van [gedaagde] toch te beëindigen, zo heeft [eiseres] toegelicht.
[gedaagde] heeft niet betwist dat artikel 3.13. algemene bepalingen deel uitmaakt van de met [eiseres] gesloten overeenkomst. [eiseres] mocht daarom weigeren om gevolg te geven aan de eerdere verzoeken van [gedaagde] om de aansluiting in zijn woning af te sluiten en de energielevering te staken. Omdat [gedaagde] weigert voor de geleverde energie te betalen en de betalingsachterstand almaar oploopt, heeft [eiseres] nu geen andere keus meer dan [gedaagde] in rechte te betrekken, niet alleen om de energielevering te mogen beëindigen maar ook om betaling te verkrijgen van haar vordering (de openstaande facturen met rente en kosten).
3.6.
De Warmteregeling bepaalt wanneer [eiseres] de energielevering aan de afnemer (in de Warmteregeling ‘verbruiker’ genoemd) mag beëindigen (artikelen 4b tot en met 6 van de Warmteregeling). Dat mag onder andere bij wanprestatie door de verbruiker, zoals een betalingsachterstand, die hier ook aan de orde is en die de grondslag vormt voor de vorderingen van [eiseres] . Als het gaat om beëindiging van de levering wegens wanprestatie van de verbruiker moet wel aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan. Daarvoor is nodig dat [eiseres] [gedaagde] heeft gewezen op de mogelijkheid van schuldhulpverlening en dat zij heeft aangeboden om met zijn toestemming de contactgegevens van [gedaagde] en de hoogte van de schuld door te geven aan de gemeente ten behoeve van schuldhulpverlening. Ook moet zij [gedaagde] erop wijzen dat zij de levering aan hem als kwetsbare consument niet zal staken tenzij: hij daarom vraagt (zie hiervoor onder 3.5., waar is uitgelegd waarom [eiseres] in dit geval aanvankelijk mocht weigeren om [gedaagde] op zijn verzoek af te sluiten van de energielevering); er sprake is van fraude of misbruik; de onveiligheid van de installatie de beëindiging van de levering noodzakelijk maakt; de overeenkomst voor de levering afloopt; er sprake is van wanbetaling en hij niet binnen een redelijke termijn een verklaring van een arts (die geen behandelend arts van betrokkene is) kan overleggen om de zeer ernstige gezondheidsrisico’s aan te tonen. [eiseres] moet aan hem tenminste drie schriftelijke aanmaningen toesturen met een nakomingstermijn van tenminste 14 dagen, moeite doen om persoonlijk met hem in contact te treden en hem een redelijke en passende betalingsregeling aanbieden. [eiseres] heeft naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval voldoende onderbouwd dat aan die voorwaarden voor beëindiging van de levering wegens wanprestatie is voldaan (door de producties E4 tot en met E7 bij dagvaarding en E8 t/m E12 bij repliek).
Conclusie voor de vordering
3.7.
De conclusie is dat de gevorderde ontbinding van de leveringsovereenkomst zal worden toegewezen. De kantonrechter zal bepalen dat [eiseres] de leverantie mag afsluiten en de meter verzegelen en dat [gedaagde] daaraan medewerking moet verlenen. Als hij die medewerking niet binnen veertien dagen nadat [eiseres] daarom heeft gevraagd verleent, dan moet hij de woning gedeeltelijk en tijdelijk ontruimen zodat [eiseres] de benodigde afsluitingswerkzaamheden in de woning kan verrichten. De vordering van [eiseres] onder A. tot en met D. van het petitum, zal in die zin worden toegewezen.
3.8.
De gevorderde afsluitingskosten van € 393,19 (volgens het maximumtarief in 2023, vastgesteld door de Autoriteit Consument en Markt) moet [gedaagde] aan [eiseres] betalen. Tot aan de afsluiting moet [gedaagde] aan [eiseres] het voorschotbedrag van € 174,41 per maand doorbetalen.
3.9.
Ook wordt [gedaagde] veroordeeld om aan [eiseres] de achterstand van € 3.188,02 te betalen met de wettelijke rente daarover als gevorderd. [eiseres] heeft aan [gedaagde] een aanmaning verstuurd die voldoet aan de wettelijke vereisten. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten van € 443,80 moet [gedaagde] daarom aan [eiseres] betalen. Dat bedrag komt overeen met de tarieven volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
Proceskosten
3.10.
[gedaagde] heeft ongelijk gekregen. Hij wordt daarom in de kosten veroordeeld. Dat betekent dat hij zijn eigen proceskosten draagt en de proceskosten van [eiseres] moet betalen. De proceskosten van [eiseres] worden begroot op in totaal € 1.274,70, te weten:
  • € 487,00 griffierecht;
  • € 110,70 explootkosten en informatiekosten;
  • € 542,00 salaris gemachtigde (2 punten x het tarief van € 271,00);
  • € 135,00 nakosten.

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
ontbindt de overeenkomst tussen partijen voor de levering van warmte en/of koude en/of warmtapwater aan het adres [adres] in [plaats] ;
4.2.
verklaart voor recht dat [eiseres] gerechtigd is de leverantie af te sluiten en de meter te verzegelen op het adres [adres] in [plaats] ;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na aanschrijving door [eiseres] aan [eiseres] medewerking te verlenen de woning aan de [adres] in [plaats] te betreden en aan [eiseres] zodanige medewerking te verlenen dat zij alle handelingen kan verrichten die noodzakelijk zijn om de betreffende aansluiting(en) in het pand af te sluiten, het verzegelen van meter(s) daaronder begrepen en als hij aan die veroordeling niet voldoet:
4.4.
veroordeelt [gedaagde] om de woning aan de [adres] in [plaats] gedeeltelijk en tijdelijk te ontruimen om [eiseres] in staat te stellen de hiervoor onder 4.3. genoemde werkzaamheden te verrichten;
4.5.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen de afsluitingskosten van € 393,19;
4.6.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen € 3.720,06 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 3.188,02 vanaf 22 november 2023 tot de voldoening;
4.7.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen € 174,41 per maand voor elke maand vanaf 1 november 2023 totdat de onder 4.3. genoemde werkzaamheden door [eiseres] zijn verricht;
4.8.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiseres] , begroot op € 1.274,70, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving door [eiseres] . Als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend, dan moet hij ook de kosten van betekening betalen;
4.9.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Wagenaar, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2024.