ECLI:NL:RBMNE:2024:1839

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 maart 2024
Publicatiedatum
26 maart 2024
Zaaknummer
16/134932-23 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging op de kermis in Almere met steekincidenten

Op 29 mei 2023 vond er op de kermis in Almere een steekincident plaats waarbij twee jongens door een groep andere jongens werden aangevallen. Beide slachtoffers liepen steekverwondingen op. De politie hield drie verdachten aan, die gezien werden terwijl ze voorwerpen in een plantenbak gooiden. In deze plantenbak werden twee messen en een kurkentrekker aangetroffen, waarop DNA van de verdachten werd gevonden. Later werd een vierde verdachte aangehouden. De rechtbank oordeelde dat niet met voldoende zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte één van de slachtoffers had gestoken, en sprak hem vrij van poging tot doodslag. Echter, de verdachte werd wel schuldig bevonden aan openlijke geweldpleging in vereniging en kreeg een gevangenisstraf van vijf maanden opgelegd. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte die de steekwonden had toegebracht, maar dat de verdachte wel had deelgenomen aan het geweld.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16/134932-23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 27 maart 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2002] te [geboorteplaats] (Syrië),
wonende aan [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 februari en 27 maart 2024.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. M.M. Rademaker en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. S.M. Hoogenraad, advocaat te Zoetermeer, alsmede mevrouw F. Buijs (waarnemend voor mr. R.E.H. Jager) namens benadeelde partij [slachtoffer 1] naar voren hebben gebracht.
De strafzaak tegen verdachte is gelijktijdig behandeld met de strafzaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] (parketnummer 16-134960-23), [medeverdachte 2] (parketnummer 16-134955-23) en [medeverdachte 3] (parketnummer 16-172912-23). In deze zaken is door de rechtbank gelijktijdig uitspraak gedaan.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de pro forma zitting van 8 september 2023 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt erop neer dat verdachte:
feit 1:
op 29 mei 2023 in Almere in vereniging heeft geprobeerd om [slachtoffer 2] en/of
[slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven;
subsidiair tenlastegelegd als:zware mishandeling in vereniging;
meer subsidiair tenlastegelegd als:
poging tot zware mishandeling in vereniging;
meest subsidiair tenlastegelegd als:
eenvoudige mishandeling in vereniging;
feit 2:
op 29 mei 2023 in Almere openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] .

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling van aangever [slachtoffer 2] wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie heeft gevorderd om verdachte van de poging tot zware mishandeling van aangever
[slachtoffer 1] partieel vrij te spreken alsmede van het medeplegen.
Daarnaast acht de officier van justitie de onder 2 ten laste gelegde openlijke geweldpleging ten aanzien van beide aangevers wettig en overtuigend te bewijzen. De officier van justitie heeft gevorderd om verdachte partieel vrij te spreken voor de handelingen die onder het derde gedachtestreepje zijn ten laste gelegd, namelijk het duwen en/of schoppen. De officier van justitie vindt het slaan wel wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde feiten wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Verdachte kan niet degene zijn die de aangevers heeft gestoken met een mes, omdat hij niet voldoet aan de signalementen die zij van de dader hebben gegeven. Er is ook geen sprake van medeplegen. Verder heeft niemand verklaard dat verdachte enig geweld heeft gebruikt.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Vrijspraak ta.v. van het onder 1 tenlastegelegde
Aangever [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij in zijn rug en zijn buik is gestoken. Aangever [slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij in zijn arm en zijn linkerzij is gestoken. De rechtbank heeft in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] , mede op grond van de verklaringen van aangevers, bewezen verklaard dat deze medeverdachte [slachtoffer 1] in de buik en [slachtoffer 2] in de arm heeft gestoken.
De rechtbank moet in de zaak van verdachte de volgende vragen beantwoorden:
(1) heeft verdachte [slachtoffer 1] in de rug gestoken en/of [slachtoffer 2] in de zij, en
(2) is verdachte medepleger van het steken door de medeverdachte?
Ten aanzien van de eerste vraag overweegt de rechtbank het volgende. De rechtbank constateert dat er een foto in het dossier zit van een wond in de linkerzijde van aangever [slachtoffer 2] en dat er op de camerabeelden is waargenomen dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] beiden na het voorval iets in dezelfde plantenbak hebben gegooid, waarin een kurkentrekker met het bloed en DNA van verdachte is aangetroffen. Voorts is op camerabeelden te zien dat verdachte een zwaaiende beweging richting [slachtoffer 2] heeft gemaakt, waarop deze is teruggedeinsd. Dit vormen aanwijzingen dat verdachte [slachtoffer 2] in de zij kan hebben gestoken. Maar om onbekend gebleven redenen zijn de DNA-profielen van aangevers niet vergeleken met het bloed dat op de aangetroffen voorwerpen zat. Voorts stelt de rechtbank vast dat aangever [slachtoffer 2] een heldere en eenduidige verklaring heeft afgelegd over de steek in zijn linkerarm door medeverdachte [medeverdachte 1] , maar daarentegen wisselend en tegenstrijdig heeft verklaard over de steek in zijn linkerzij. Uit zijn initiële verklaring volgt immers dat hij ook in zijn linkerzij is geraakt, terwijl hij in zijn verhoor bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat dit niet klopt en hij maar één keer is gestoken. Er kan dan ook niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat verdachte [slachtoffer 2] heeft gestoken.
Over aangever [slachtoffer 1] stelt de rechtbank vast dat hij bij de politie heeft verklaard een mes in zijn rug te hebben gevoeld. Bij de rechter-commissaris heeft hij verklaard dat de persoon die hem daar heeft gestoken vermoedelijk degene is die hij de vierde persoon noemt, omdat deze persoon op dat moment achter hem stond. Het steken zelf heeft hij niet gezien. Over een foto van verdachte heeft hij verklaard dat daarop vermoedelijk deze vierde persoon staat. Aangever zelf is dus niet zeker over de persoon die hem in de rug heeft gestoken en evenmin over de herkenning van deze persoon als verdachte. Dat verdachte aangever [slachtoffer 1] in zijn rug heeft gestoken vindt ook geen steun in de overige verklaringen of in de camerabeelden. Daarom kan niet worden vastgesteld dat hij deze specifieke steekbeweging heeft gemaakt.
Ten aanzien van de tweede vraag, of verdachte medepleger is van het steken door de medeverdachte, stelt de rechtbank op grond van de stukken vast dat verdachte en medeverdachte weliswaar gezamenlijk hebben opgetrokken tegen aangevers, maar dat onvoldoende is gebleken dat er sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van de steekhandelingen door de medeverdachte.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte integraal vrijspreken van het onder 1 tenlastegelegde.
4.3.2
Bewijsmiddelen t.a.v. het onder 2 tenlastegelegde [1]
In het
proces-verbaal van verhoor aangevervan 31 mei 2023 heeft aangever [slachtoffer 1] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard (onder A:):
A: Op 29 mei 2023 was ik op de kermis in de stad in Almere. Plotseling kwam er een groepje van vier mensen en die groep begon mijn vriend te slaan. Plotseling zag ik dat een van die andere groep een mes trok. Hij sneed mijn vriend in de arm. Iedereen probeerde te vluchten. Toen kwam ik die groep tegen. Plotseling stak eentje van hun mij in mijn buik, van voor naar achter. Ik heb een steekwond van twintig centimeter.
V: Wat kunt u vertellen over wie u in de buik stak?
A: Degene met krullend haar kwam gelijk tegen mij. Hij heeft mij bij de schouder gepakt. Hij stak mij gelijk in de buik. Met een (1) steek. Ik kan zijn foto laten zien. Ik kwam daar aan via een vriend [ [getuige] ], die met de dader in hetzelfde […] woonde. Degene die mij in de buik stak heet [medeverdachte 3] .
O: Aangever toont vanaf diens mobiele telefoon een profielfoto, met daaronder telefoonnummer en naam, in WhatsApp.
V: Wat voor kleding droeg degene die u in de buik stak?
A: Degene die mij in de buik stak droeg een blauwe jas en een jeans.
V: Hoe ziet het gezicht eruit van degene die u in de buik stak?
A: Bruine huidskleur, zonder baard. Met krullend haar en een beetje langer over zijn voorhoofd. Ongeveer 1.70-1.74 meter lang. Hij is tussen dun en normaal gewicht.
V: Zag u het mes waarmee u in de buik werd gestoken?
A: Ik heb het gezien toen hij mijn rechterschouder met zijn linkerhand pakte. Ik denk een blauw handvat. [2]
In het
proces-verbaal van verhoor aangevervan 12 september 2023 heeft aangever [slachtoffer 1] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
Ik heb geprobeerd [medeverdachte 1] van mijn vriend weg te duwen. Iemand heeft mij toen op mijn achterhoofd en mijn rug geslagen. Later ben ik ingehaald door [medeverdachte 1] en die heeft mij beetgepakt en toen met een mes in mijn buik gestoken. [3]
In het
proces-verbaal van verhoor aangevervan 31 mei 2023 heeft aangever [slachtoffer 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard (onder A:):
A: Op 29 mei 2023 stond ik op de kermis in Almere met mijn twee vrienden. Een van die andere jongens viel mij aan en die duwde mij weg. Die andere jongens vielen ons toen ook aan. Ik kreeg een klap op mijn arm en op mijn lichaam. Ik werd aangevallen door de jongen met een mes. Deze probeerde te steken. Hij had het mes onderste boven in zijn hand, zoals je op iemand inhakt. Ik heb met mijn linkerarm zijn steken afgeweerd en ben toen geraakt in mijn arm. Mijn wond is in het ziekenhuis gehecht. Degene met het mes rende achter mijn vriend aan.
V: Hoe zag die jongen er precies uit?
A: Hij had zwart krullend haar, klein baardje, hij is niet lang maar ook niet kort, mijn vriend [getuige] heeft een foto van hem. [4]
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 30 mei 2023 heeft aangever [slachtoffer 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard (onder A:):
V: Was is uw letsel?A: Mijn linker onderarm. Daar zitten ongeveer 10 hechtingen in.
V: Kunt u in het kort vertellen wat er is gebeurd gisteren?A: Gisteren was ik met twee vrienden in Almere centrum bij een soort kermis. Er kwamen 4 Syrische jongens naar ons toe. Ze hadden messen in hun handen. Eén stanleymes, de rest was een ‘knopmes’. Ze hebben mij gestoken met de messen. Ze wonen op het […] . [5]
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 29 mei 2023 wordt door verbalisant [verbalisant 1] opgeschreven dat hij zag dat [slachtoffer 2] (aangever [slachtoffer 2] ) een diepe snee in zijn linker onderarm had en dat deze diep genoeg was dat hij de pezen van spier-/vetmassa kon onderscheiden. [6]
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 1 juni 2023 heeft verbalisant [verbalisant 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Op donderdag 1 juni 2023 onderzocht ik verbalisant door aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op
31 mei 2023 toegestuurde foto's van een van de vermoedelijke daders van de steekpartij. Volgens
[slachtoffer 1] had [getuige](de rechtbank begrijpt: [getuige] )
hem na de steekpartij een WhatsApp-profielfoto gestuurd. Daarop is de dader te zien die [slachtoffer 1] afgelopen maandag 29 mei in zijn buik stak. [slachtoffer 1] pakte zijn mobiele telefoon en toonde mij daarop de volgende foto.
Aangever [slachtoffer 2] verklaarde dat getuige [getuige] over een foto beschikte van degene die [slachtoffer 2] afgelopen maandag 29 mei in de arm en buik stak. Ik zag dat de foto die [slachtoffer 2] had verstrekt een (uit-)vergrote versie betrof van de foto die [slachtoffer 1] mij toonde. Hieruit maak ik op dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] verklaarden door dezelfde persoon te zijn gestoken. Zoals aangegeven stond onder de profielfoto de naam "- [profielnaam] ". Deze profielnaam komt gedeeltelijk overeen met een van de personalia van de in dit onderzoek aangehouden verdachte, zijnde: [medeverdachte 1] , geboren op [1997] te [geboorteplaats] (Syrië)
Ik bekeek een (1) foto die de politie van [medeverdachte 1] na diens aanhouding maakte. Ik vergeleek de door [slachtoffer 1] en [getuige] ter beschikking gestelde foto's met de foto van [medeverdachte 1] na zijn aanhouding. Ik herkende [medeverdachte 1] op de bovenstaande foto's aan zijn donkere krullen, bloempotkapsel, vorm
van de neus, stand van de oren, de donkere snor en baardgroei. Ook zag ik dat de lengte en het postuur overeenkwamen. [7]
In het
proces-verbaal van verhoor verdachtevan 22 juni 2023 heeft medeverdachte [medeverdachte 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
V: Wie hadden er allemaal messen bij zich?
A: Iemand die [verdachte] heet.
A: Degene die heeft gestoken heet [medeverdachte 1] . Hij had een mes bij zich en stak. [8]
In het
proces-verbaal van verhoor verdachtevan 30 mei 2023 heeft medeverdachte [medeverdachte 2] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, verklaard:
V: Er is bij jouw fouillering een mes aangetroffen. Wat kan jij hier over verklaren?
A: Dit is niet van mij. Mijn vriend had het bij hem. Ik heb het afgepakt van een vriend. [9]
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 30 mei 2023 heeft verbalisant [verbalisant 3] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Ik deed onderzoek naar de camerabeelden van cameratoezicht naar aanleiding van het steekincident op 29 mei 2023 op de kermis gelegen op de Esplanade te Almere.
> Camera 706 Esplanade_Fietspad:
Tijd: 29-05-2023, 20:35:44 uur
Ik zag de NN03 persoon (persoon met jas met witte mouwen) achteruitlopend in beeld komen. Ik zag de NN02 persoon, vooruitlopend, naar hem toe lopen en een bovenhandse zwaaiende beweging richting NN03 maken. Ik zag dat NN03 achteruit deinsde voor de zwaai met de rechterarm van NN02.
Tijd: 20-05-2023, 20:35:44 uur
Ik zag dat NN02 daarop een strekkende beweging van de rechterarm richting het middenrif van NN03 maken.
> Camera TRA912 ingang Mediamarkt:
Tijd: 29-05-2023, 20:35:58 uur
Ik zag de NN05 persoon een voorwerp in de plantenbak gooien. Ik zag dat het voorwerp aan de rechterzijde van de plantenbak, in de plantenbak, terecht kwam.
Tijd: 29-05-2023, 20:39:04 uur
Ik zag de NN02 persoon ook een voorwerp in de plantenbak leggen.
Tijd: 29-05-2023, 20:50:48 uur
Ik zag dat een agent een ingeklapt mes uit de plantenbak haalde, nadat deze er door vermoedelijk de NN05 persoon was ingegooid. Ik zag dat de agent een tweede blauw/paars voorwerp uit de plantenbak haalde.
De NN02 persoon is [verdachte] , geboren op [2002] in [geboorteplaats] (Syrië).
Ik vermoed dat NN03 het slachtoffer [slachtoffer 2] betreft.
De NN05 persoon is [medeverdachte 1] , geboren op [1997] te [geboorteplaats] (Syrië). [10]
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 7 juni 2023 heeft verbalisant [verbalisant 4] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Door het onderzoeksteam werden er aanvullende camerabeelden opgevraagd van 29 mei 2023 van cameratoezicht op en rondom de Esplanade te Almere.
> Camera 809 Citadel Scapino:
Op de beelden was te zien dat [medeverdachte 1] voorover gebogen stond en bewoog in de richting van het slachtoffer [slachtoffer 2] . [11]
In het
proces-verbaal van bevindingenvan 30 mei 2023 heeft verbalisant [verbalisant 5] onder meer het volgende, zakelijk weergegeven, geverbaliseerd:
Ik zag dat de verdachte een beige broek droeg en een zwart witte jas. Ik zag dat de verdachte een getinte huidskleur had met een zwarte baard en zwart haar. Ik hoorde collega [verbalisant 6] in het Engels vragen aan de verdachte of hij scherpe voorwerpen bij zich had. Ik zag dat de verdachte uit zijn broeksband een mes pakte. Ik zag dat dit een stanleymes betrof met gele details.
Ik hoorde over de portofoon dat de verdachten mogelijk een mes hadden weggegooid in de plantenbakken voor de Mediamarkt. Ik keek in de plantenbak voor de Mediamarkt en trof tussen de planten één zilverkleurig stanleymes. Vervolgens keek ik verder in dezelfde plantenbak en trof ik nog één stanleymes blauw van kleur en nog één kurkentrekker. [12]
In de
kennisgeving van inbeslagnemingvan 29 mei 2023 hebben verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 8] het volgende gerelateerd:
Omstandigheden : aangetroffen bij verdachte voor fouilleringBeslagene
Achternaam : [medeverdachte 2]
Voornamen : [voornamen]
Geboren : [2003]
Goednummer : PL0900-2023158585-3170121
Categorie omschrijving : Gereedschap
Object : Handgereedscha (Mes)
Merk/type : Stanley Fatmax
Kleur : Meerkleurig
Land : Nederland
Spoor identificatienr. : AAQI5739NL [13]
In het proces-verbaal van forensisch onderzoek personen van 6 juni 2023 hebben verbalisanten [verbalisant 9] en [verbalisant 10] het volgende gerelateerd:
De volgende sporen en sporendragers werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld:
Goednummer : PL0900—2023158585—3170130
SIN : AAQI5740NL
Object : Keukenartikel (Flesopener)
Merk/type : Murano
Kleur : Zwart
Goednummer : PL0900—2023158585—3170127
SIN : AAQI5741NL
Object : Handgereedscha (Mes)
Merk/type : Action Stanley Mes
Kleur : Blauw
Land : Nederland
Goednummer : PL0900—2023158585—3170123
SIN : AAQI5742NL
Object : Handgereedscha (Mes)
Merk/type : Werckmann Zakmes
Kleur : Grijs [14]
In de
deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoekvan The Maastricht Forensic Institute van 28 juli 2023 heeft forensisch DNA-deskundige M. Hidding het volgende, zakelijk weergegeven, gerapporteerd:
Er dient vergelijkend DNA-onderzoek te worden verricht aan het volgende onderzoeksmateriaal:
  • AAQI5739NL Mes
  • AAQI5740NL Flesopener
  • AAQI5741NL Mes
  • AAQI5742NL Mes,
en:
  • WAAY3603NL Wangslijm, Verdachte [verdachte] ;
  • WAAYS276NL Wangslijm, Verdachte [medeverdachte 2] ;
  • WAAY6001NL Wangslijm, Verdachte [medeverdachte 1] .
De resultaten van het vergelijkend DNA-onderzoek zijn weergegeven in Tabel 4. [15]
Tabel 4
Bemonstering
DNA-profiel
Mogelijke donor van celmateriaal
Mes AAQI5739NL =
Uiteinde met lemmet AAQI5739NL#02
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man.
Verdachte [medeverdachte 1]
Verdachte [medeverdachte 2]
Flesopener AAQI5740NL =
Bloedspoor AAQI5740NL#01
Buitenkant flesopener AAQI5740NL#02
Uiteinde trekker AAQI5740NL#03
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man.
Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De
frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard.
Verdachte [verdachte]
Mes AAQI5741NL =
Buitenkant AQI5741NL#01
Schuifknop AAQI5741NL#02
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal twee donoren, van wie zeker één man.
Er is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. De
frequentie van het DNA-hoofdprofiel is kleiner dan één op één miljard.
Verdachte [verdachte]
Mes AAQI5742NL =
Lemmet AAQI5742NL#02
DNA-mengprofiel afkomstig van celmateriaal van minimaal drie donoren, van wie zeker één man.
Verdachte [medeverdachte 1]
4.3.3
Bewijsoverwegingen t.a.v. het onder 2 tenlastegelegde
Betrouwbaarheid van aangevers
De rechtbank stelt voorop dat eerst de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangevers dient te worden beoordeeld en overweegt hierover als volgt. Aangever [slachtoffer 1] heeft bij zijn aangifte aan de politie een foto getoond van een persoon die hij heeft herkend als degene die hem in zijn buik heeft gestoken. Tevens heeft [slachtoffer 1] daarbij een naam genoemd. Op basis van het dossier kan worden vastgesteld dat de persoon op de desbetreffende foto medeverdachte [medeverdachte 1] is. De rechtbank stelt tevens vast dat de verklaring van aangever [slachtoffer 1] nauw aansluit bij de verklaring van aangever [slachtoffer 2] . Zij hebben immers overeenkomstige verklaard over de aanleiding van het voorval op de kermis en verklaard dat er meerdere messen werden getrokken, hetgeen ook wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige] . [16] Ook [slachtoffer 2] heeft de medeverdachte van een foto herkend als de persoon die heeft gestoken. Het feit dat er meerdere messen werden getrokken, vindt bovendien steun in de tactische bevindingen uit het dossier. Uit de camerabeelden is namelijk gebleken dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] beiden na afloop van het voorval messen en een kurkentrekker hebben weggegooid in dezelfde plantenbak. Tevens is er bij medeverdachte [medeverdachte 2] een mes aangetroffen waarop het DNA van medeverdachte [medeverdachte 1] zat. Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank de verklaringen van beide aangevers betrouwbaar. Deze verklaringen kunnen derhalve gebezigd worden voor het bewijs.
Steken door medeverdachte [medeverdachte 1]
Op 29 mei 2023 ontstond er op de kermis in Almere een confrontatie tussen de groep van verdachte en beide aangevers. Beide aangevers hebben verklaard dat zij door medeverdachte [medeverdachte 1] met een mes zijn gestoken: aangever [slachtoffer 2] in zijn linkerarm en aangever
[slachtoffer 1] in zijn buik. Tevens heeft medeverdachte [medeverdachte 2] verklaard te hebben gezien dat medeverdachte [medeverdachte 1] met een mes heeft gestoken. Tezamen met de vondst van DNA van medeverdachte [medeverdachte 1] op een mes en de bevindingen van de camerabeelden zoals hierboven bij het bewijs weergegeven, is hiermee wettig en overtuigend bewezen dat medeverdachte [medeverdachte 1] degene was die de aangevers heeft gestoken.
Openlijke geweldpleging
Voor een bewezenverklaring van openlijk geweld in vereniging dient vast te staan dat een verdachte een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld. Daarvoor hoeft niet te worden vastgesteld dat elke deelnemer geweld heeft gebruikt tegen elk slachtoffer. In dit verband is van belang dat de aangevers verklaren dat zij door een groepje mannen zijn aangevallen, waarbij zij zijn geslagen en gestoken. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] deel hebben uitgemaakt van deze groep. Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft de beide aangevers gestoken. Uit het bewijs volgt dat ook verdachte, vanaf het begin en in hetzelfde korte tijdsbestek, aanwezig is geweest bij het incident en geen actie heeft ondernomen om de geweldshandelingen te stoppen. Integendeel, hij heeft zelf aan het geweld deelgenomen. Zo is op camerabeelden te zien dat hij zwaaiende bewegingen richting aangever [slachtoffer 2] heeft gemaakt, waarvoor deze is teruggedeinsd.
Dat verdachte en medeverdachte gezamenlijk zijn opgetrokken volgt ook uit de waarnemingen dat beiden direct na het incident samen in dezelfde richting zijn weggerend en daarna op dezelfde plek messen en een kurkentrekker hebben weggegooid in een plantenbak. Dit alles speelde zich af op een kermis, een openbare plek.
Gelet op deze feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met medeverdachte [medeverdachte 1] schuldig heeft gemaakt aan de openlijke geweldpleging ten aanzien van aangevers.
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken van het ten laste gelegde schoppen en duwen, nu op basis van het dossier naast het steken uitsluitend slaande bewegingen wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
feit 2
op 29 mei 2023 te Almere openlijk, te weten op de Esplanade, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen meerdere personen, te weten [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] , door
- die [slachtoffer 2] met een mes in de linkerarm van het lichaam te steken en
- die [slachtoffer 1] met een mes in de buik te steken en
- die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] tegen het lichaam te slaan.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
feit 2
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf, waarvan de duur gelijk is aan de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
8.2
Het standpunt van de verdediging
Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, heeft de raadsvrouw verzocht om verdachte per direct in vrijheid te stellen. Verdachte heeft zijn straf inmiddels al uitgezeten.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
De ernst van het feit
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een openlijke geweldpleging op de kermis. Verdachte heeft bij dit incident een mes voorhanden gehad. Medeverdachte [medeverdachte 1] trok een mes, heeft hiermee in het wilde weg om zich heen gezwaaid en één van de slachtoffers in de buik en de ander in de arm gestoken. Aangevers zijn ook geslagen.
Met zijn handelen heeft verdachte niet alleen inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers, maar ook de openbare orde ernstig verstoord. Verdachte bevond zich immers op een druk bezochte plek die bij uitstek bedoeld is voor plezier en ontspanning en waar overdag veelal gezinnen aanwezig zijn. Het is evident zijn dat het aanwezig hebben en trekken van messen in onze samenleving in geen enkele situatie acceptabel is, wat hier ook de aanleiding voor is geweest. Verdachte dient zich te realiseren dat hij de algemene gevoelens van veiligheid in de samenleving heeft aangetast, in het bijzonder die van de slachtoffers en andere bezoekers van de kermis die hiervan getuige zijn geweest. Zij moeten mogelijk nog langere tijd het gevoel houden dat zij op hun hoede moeten zijn voor onverwachte en gevaarlijke situaties als deze. De rechtbank neemt verdachte dit kwalijk.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennis genomen van een advies van Reclassering Nederland van
25 augustus 2023. Hieruit volgt dat verdachte pas een jaar in Nederland verblijft en door detentie zijn plek bij het […] in [woonplaats] is verloren, waardoor zijn procedure opnieuw zal moeten starten. Verdachte werkte af en toe samen met zijn neef in de horeca. Het geld dat hij hiermee verdiende, stuurde hij merendeels naar zijn ouders, omdat zijn moeder in Syrië in het ziekenhuis ligt en zijn vader momenteel woonachtig is in Turkije. Verdachte heeft ter terechtzitting van 28 februari 2024 aangegeven dat de situatie van zijn ouders onveranderd is gebleven. Verdachte heeft bij de reclassering verklaard fysiek niet helemaal gezond te zijn en is voornemens om samen met zijn vriendin in Nederland te gaan wonen. De reclassering heeft geadviseerd om toepassing te geven aan het volwassenstrafrecht en een straf aan verdachte op te leggen zonder bijzondere voorwaarden, omdat de uitvoering hiervan niet mogelijk is wegens de taalbarrière. Ditzelfde geldt voor het geval er een taakstraf aan verdachte wordt opgelegd.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op een blanco uittreksel van de justitiële documentatie betreffende verdachte van 7 november 2023.
De op te leggen straf
De rechtbank heeft bij de oplegging van de straf allereerst rekening gehouden met de ernst van het feit, de gevolgen voor de slachtoffers en het gevaar dat hierdoor is ontstaan, gelet op de publieke ruimte waarin een en ander zich heeft afgespeeld. De rechtbank heeft er in strafverzwarende zin rekening mee gehouden dat verdachte de pret van een bezoekje aan de kermis voor velen, in het bijzonder voor de slachtoffers, heeft bedorven door een (jong) publiek bloot te stellen aan een gevaarlijke situatie. Het lijkt een trend in onze samenleving om een mes te dragen en bij de minste of geringste aanleiding dat mes te trekken. Het handelen van verdachte dient te worden afgestraft, zodat er een signaal wordt afgegeven aan de samenleving dat dit niet wordt getolereerd. Tevens vindt de rechtbank strafverzwarend dat verdachte geen enkele verantwoordelijkheid heeft willen nemen voor zijn handelen.
De rechtbank heeft gelet op het oriëntatiepunt van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), dat voor een openlijke geweldpleging met lichamelijk letsel als gevolg een taakstraf van 150 uren voorschrijft en in het geval van zwaar lichamelijk letsel een gevangenisstraf van zes maanden. Uit het reclasseringsadvies volgt dat de oplegging van een taakstraf niet wenselijk is wegens de taalbarrière.
Gelet op wat hiervoor is overwogen over de ernst van het feit, en in het licht van het strafdoel van vergelding en ter normbevestiging, kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt. Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van vijf maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in zijn voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden.

9.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 17.084,76. Dit bedrag bestaat uit een vergoeding van materiële schade ter hoogte van
€ 7.084,76 en materiële schade ter hoogte van € 10.000,-, ten gevolge van het aan verdachte tenlastegelegde.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering, omdat de gevorderde schade uitsluitend is toe te rekenen aan het handelen van medeverdachte [medeverdachte 1] .
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft primair verzocht om de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering gelet op de bepleite integrale vrijspraak. Subsidiair dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering, omdat de schade uitsluitend aan medeverdachte [medeverdachte 1] kan worden toegerekend. Meer subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht om de vordering aanzienlijk te matigen.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De gevorderde schade van benadeelde partij [slachtoffer 1] is geheel ontstaan doordat hij door medeverdachte [medeverdachte 1] in zijn buik is gestoken. Aangezien de gevorderde schade het gevolg is van het handelen van medeverdachte [medeverdachte 1] , kan deze schade niet aan verdachte worden toegerekend. Gelet hierop zal de rechtbank de vordering van de benadeelde partij afwijzen en hem veroordelen in de kosten van verdachte, die op dit moment worden begroot op nihil.

10.BESLAG

10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om het in beslag genomen mes verbeurd te verklaren, en de jas en schoenen te retourneren aan verdachte.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de onder verdachte in beslag genomen goederen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Verbeurd verklaren
De rechtbank zal het in beslag genomen aardappelschilmes verbeurd verklaren, nu het bewezenverklaarde misdrijf met dit feit is begaan.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal teruggave gelasten aan verdachte van de volgende in beslag genomen voorwerpen:
- 1 STK Jas (omschrijving: G3170128);
- 2 STK Schoenen (omschrijving: G3170129).

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 33, 33a en 141 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair tenlastegelegde niet bewezen en
spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 2 tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 5 (vijf) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp verbeurd:
1 STK Mes (omschrijving: G3170117, indruk lamet: edelstahl rostfrei, zwart);
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
  • 1 STK Jas (omschrijving: G3170128);
  • 2 STK Schoenen (omschrijving: G3170129);
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
  • wijst de vordering van de benadeelde partij af;
  • veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. N. van Esch, voorzitter, mrs. M.C. Danel en V.A. Groeneveld, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.R.V. Joerawan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 maart 2024.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de gewijzigde tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 29 mei 2023 te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven,
- die [slachtoffer 2] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de
(linker)arm en/of de linkerzijde van het lichaam, in elk geval het lichaam, en/of
- die [slachtoffer 1] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de buik
en/of de rug, in elk geval het lichaam, heeft gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 mei 2023 te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een steekwond in de buik en/of de rug en/of de arm en/of de zij, in elk geval het lichaam, heeft toegebracht, door
- die [slachtoffer 2] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de (linker)arm en/of de linkerzijde van het lichaam, in elk geval het lichaam, en/of
- die [slachtoffer 1] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de buik
en/of de rug, in elk geval het lichaam, te steken;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 mei 2023 te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
- die [slachtoffer 2] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de (linker)arm en/of de linkerzijde van het lichaam, in elk geval het lichaam, en/of
- die [slachtoffer 1] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de buik
en/of de rug, in elk geval het lichaam, heeft gestoken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht
of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 29 mei 2023 te Almere, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer 2] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de
(linker)arm en/of de linkerzijde van het lichaam, in elk geval het lichaam, en/of
- die [slachtoffer 1] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de buik
en/of de rug, in elk geval het lichaam, te steken;
2.
hij op of omstreeks 29 mei 2023 te Almere, in elk geval in Nederland, openlijk, te
weten op de Esplanade, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer personen, te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] , door
- die [slachtoffer 2] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de (linker)arm en/of de linkerzijde van het lichaam, in elk geval het lichaam, en/of
- die [slachtoffer 1] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de buik
en/of de rug, in elk geval het lichaam, te steken;
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] en/of een of meer ander onbekend gebleven perso ( o)n ( en) tegen het lichaam te schoppen en/of te slaan en/of te duwen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreffen dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlage opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 19 februari 2024, genummerd MD2R023085-89, opgemaakt door politie eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd 1 tot en met 564. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Pagina 28 tot en met 30.
3.Pagina 423.
4.Pagina 19.
5.Pagina 15.
6.Pagina 72
7.Pagina’s 93 t/m 96.
8.Pagina’s 296 en 300.
9.Pagina 194.
10.Pagina’s 134, 137 en 140 tot en met 144.
11.Pagina’s 252 en 256.
12.Pagina 66.
13.Pagina 547.
14.Pagina’s 438, 441.
15.Pagina’s 496, 498 tot en met 500.
16.Pagina’s 169 tot en met 171.