ECLI:NL:RBMNE:2024:1828

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 maart 2024
Publicatiedatum
26 maart 2024
Zaaknummer
C/16/571856
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 14 maart 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven inzake de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1997, die verblijft in een gesloten psychiatrische afdeling voor forensische zorg. De officier van justitie had verzocht om wijziging van de zorgmachtiging die eerder op 12 oktober 2023 was afgegeven. Dit verzoek was noodzakelijk geworden omdat het forensische kader, dat de basis vormde voor de zorgmachtiging, was komen te vervallen door een sepotbeslissing van de officier van justitie. Hierdoor was er een dreigende noodsituatie ontstaan, die om een dringende aanvulling van de zorgmachtiging vroeg.

Tijdens de mondelinge behandeling op 14 maart 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf en zijn advocaat, mr. E. Boskma. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bestaande zorgmachtiging niet langer voldeed aan de noodzakelijke zorgvormen, die essentieel zijn voor de veiligheid van de betrokkene en zijn omgeving. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de betrokkene, gezien zijn geestelijke toestand en strafrechtelijk verleden, een gevaar voor anderen kan vormen indien hij niet in een gedwongen kader behandeld wordt.

De rechtbank heeft daarom besloten om de zorgmachtiging te wijzigen en aanvullende zorgvormen toe te voegen, waaronder het beperken van de bewegingsvrijheid en het uitvoeren van toezicht. De gewijzigde zorgmachtiging is geldig tot en met 12 april 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.A.A.T. Engbers en schriftelijk uitgewerkt op 25 maart 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/571856 / FV RK 24-612
Externe referentie: […]
Wijziging zorgmachtiging
Beschikking van 14 maart 2024naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [1997] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende bij [instelling] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. E. Boskma.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 maart 2024, heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 12 oktober 2023 ten aanzien van betrokkene is afgegeven.
Op 12 maart 2024 ontving de rechtbank een verzoek van de officier van justitie tot verlening van een zorgmachtiging aansluitend op zorgmachtiging, welke is geregistreerd onder het zaaknummer C/16/571863 FV RK 24-613. Dit verzoek zal afzonderlijk worden behandeld op een nader te bepalen zittingsdatum en tijdstip, omdat de advocaat van de betrokkene bezwaar heeft gemaakt tegen gelijktijdige behandeling met het verzoek tot wijziging van de zorgmachtiging.
Bij het onderhavige verzoekschrift zijn onder meer de volgende bijlagen gevoegd:
- de beschikking van de rechtbank van 12 oktober 2023 waarin een zorgmachtiging is verleend;
- de aanvraag van de zorgverantwoordelijke van 11 maart 2024 tot wijziging van de zorgmachtiging voor betrokkene;
- het advies van de geneesheer-directeur aangaande de wijziging van de zorgmachtiging van betrokkene van 11 maart 2024;
- de aanvullende medische verklaring van 11 maart 2024;
- het zorgplan van 11 maart 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 maart 2024 bij [instelling] .
1.3.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door mr. E. Boskma (via een telefonische verbinding);
- mevrouw [A] , psycholoog;
- de heer [B] , begeleider.
1.4.
De officier van justitie heeft van tevoren laten weten dat hij niet voornemens is bij de mondelinge behandeling te verschijnen.
1.4.
De rechtbank heeft na de mondelinge behandeling direct uitspraak gedaan en een kennisgeving mondelinge uitspraak aan de advocaat van betrokkene en aan de vertegenwoordiger van de zorgaanbieder verstrekt.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 12 oktober 2023 een zorgmachtiging afgegeven. Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, welke door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, in combinatie met de recente medische verklaring, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan. Daardoor is er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz. Dit zal hieronder worden toegelicht.
2.2.
Betrokkene verblijft momenteel bij locatie [locatie] , een gesloten psychiatrische afdeling voor forensische zorg. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene daar was opgenomen ter voldoening aan een bijzondere voorwaarde, verbonden aan de schorsing van zijn voorlopige hechtenis. Door een zeer recente sepotbeslissing van de officier van justitie, die zijn grond vindt in de geestelijk stoornis van de betrokkene, is de voorlopige hechtenis van rechtswege opgeheven. Daarmee zijn ook de op de Wet forensische zorg gebaseerde opname in de instelling en de daarmee samenhangende zorgvormen vervallen. De huidige zorgmachtiging voorziet slechts in een beperkt aantal zorgvormen, kennelijk ter aanvulling op de forensische titel. Zo ontbreken de zorgvormen:
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f onderzoek van de woon-of verblijfsruimte op gedrag beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag beïnvloedende middelen;
i. beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
j. opnemen in een accommodatie.
2.3.
Nu het forensische kader plotseling is weggevallen behoeft de zorgmachtiging dringend aanvulling om de verplichte zorg die nodig is ter afwending van onmiddellijk dreigend nadeel voort te zetten. Deze aanvullende zorgvormen zijn noodzakelijk omdat betrokkene door zijn stoornis, een gevaar oplevert voor anderen indien hij niet in een gedwongen kader behandeld wordt. Dit blijkt mede uit zijn strafrechtelijk verleden en uit de aanleiding voor de nu opgeheven voorlopige hechtenis: betrokkene heeft voorafgaand aan zijn aanhouding vanuit een psychotische ontregeling willekeurige derden op straat met geweld aangevallen. Die ontregeling hield mede verband met het gebruik van middelen en onvoldoende medicatie. Om herhaling te voorkomen is het noodzakelijk dat betrokkene behandeld wordt op een gesloten afdeling. De zorgvorm met betrekking tot het beperken van bewegingsvrijheid is hier onlosmakelijk aan verbonden.
De advocaat van betrokken heeft zich hier ook niet tegen verzet. De overige zorgvormen zijn noodzakelijk ter opsporing van drugs en/of voorwerpen die kunnen dienen als wapen of ter voorkoming van de aanvoer daarvan in de instelling. Dit is noodzakelijk omdat betrokkene bekend is met gebruik van middelen en vanwege zijn overtuiging over het gebruik van geweld. Om deze reden verwerpt de rechtbank het door de advocaat gemaakte bezwaar tegen de aanvullende zorgvormen e, f, g. en i.
2.4.
Gebleken is dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. Gezien wordt dat betrokkene binnen de huidige accommodatie veel structuur en sturing nodig heeft wat hij niet altijd accepteert. Hierdoor verloopt de behandeling moeizaam en kan deze niet op vrijwillige basis worden vormgegeven. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief en veilig. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.5.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen, in die zin dat de hierboven genoemde verplichte zorgvormen zullen worden toegevoegd aan de machtiging. De vormen van verplichte zorg gelden voor de duur van de lopende zorgmachtiging, dus tot en met 12 april 2024.

3.Beslissing

De rechtbank:
- wijzigt de zorgmachtiging van 12 oktober 2023 ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [1997] te [geboorteplaats] ;
- inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
a. toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
b. beperken van de bewegingsvrijheid;
c. insluiten;
d. uitoefenen van toezicht op betrokkene;
e. onderzoek aan kleding of lichaam;
f. onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
g. controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
h. aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
i. beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
j. opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt
tot en met 12 april 2024.
Deze beschikking is op 14 maart 2024 mondeling gegeven door mr. M.A.A.T. Engbers, rechter, en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door R. Staal, als griffier en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 25 maart 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.