ECLI:NL:RBMNE:2024:1810

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 maart 2024
Publicatiedatum
25 maart 2024
Zaaknummer
10705920 \ AC EXPL 23-2115
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering van een factoringbedrijf voor tandartskosten tegen de bewindvoerder van een onder bewind gestelde

In deze zaak heeft Infomedics B.V., handelend onder verschillende namen, de bewindvoerder van een onder bewind gestelde gedagvaard om tandartskosten te vorderen. De bewindvoerder, die op 4 augustus 2022 door de rechtbank was benoemd, heeft verweer gevoerd en gesteld dat de onder bewind gestelde geen toestemming had om de tandartskosten te maken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de tandarts, die de behandelingen heeft uitgevoerd, op de hoogte had moeten zijn van het bewind, aangezien dit was gepubliceerd in het Centrale Curatele- en Bewindregister. De kantonrechter oordeelde dat de bewindvoerder niet verantwoordelijk is voor de betaling van de kosten, omdat de onder bewind gestelde geen toestemming had gegeven voor de behandelingen. Bovendien was er geen sprake van acute pijnklachten die een uitzondering op de regel zouden rechtvaardigen. De vorderingen van Infomedics zijn afgewezen en zij zijn veroordeeld in de proceskosten van de bewindvoerder, die in persoon procedeerde. Het vonnis is uitgesproken op 27 maart 2024 door kantonrechter O.P. van Tricht.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Locatie Amersfoort
Zaaknummer: 10705920 AC EXPL 23-2115 WMB/61313
Vonnis van 27 maart 2024
in de zaak van
INFOMEDICS B.V., MEDE HANDELEND ONDER DE NAMEN INFOMEDICS FACTORING, UWNOTA.NL, DFA SERVICES EN INFOMEDICS DFA,
gevestigd in Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: Infomedics,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.,
tegen
[bewindvoerder] , (MEDE) HANDELENDE ONDER DE NAAM [handelsnaam] ,IN DE HOEDANIGHEID VAN BEWINDVOERDER VAN DE ONDER BEWIND GESTELDE, [onder bewind gestelde] , WONEND IN [woonplaats] ,
kantoorhoudend in [kantoorplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de bewindvoerder,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Infomedics heeft de bewindvoerder op 9 september 2023 gedagvaard. Hierna heeft de bewindvoerder op 13 september 2023 schriftelijk verweer gevoerd. Vervolgens heeft Infomedics op 14 november 2023 een conclusie van repliek ingediend, waarna de bewindvoerder op 4 december 2023 schriftelijk aanvullend verweer heeft gevoerd. Infomedics heeft zich hierna bij akte uitgelaten over de producties die de bewindvoerder bij zijn tweede schriftelijke verweer heeft ingediend.
1.2.
De kantonrechter heeft daarna bepaald dat er een vonnis zal worden gewezen.

2.De beoordeling

De kern van de zaak
2.1.
De bewindvoerder is op 4 augustus 2022 door deze rechtbank als bewindvoerder benoemd van mevrouw [onder bewind gestelde] (hierna: [onder bewind gestelde] ). In maart 2023 is [onder bewind gestelde] meerdere keren behandeld bij de tandartsenpraktijk Dental Clinics Leusden (hierna: de tandarts). Voor deze behandelingen was [onder bewind gestelde] niet verzekerd. De tandarts heeft zijn vordering tot betaling van de facturen (van in totaal: € 219,17) aan Infomedics gecedeerd. Infomedics wil dat de bewindvoerder, in zijn hoedanigheid van bewindvoerder van [onder bewind gestelde] , de vordering (vermeerderd met rente en kosten) betaalt en is daarom deze procedure gestart. De bewindvoerder voert aan dat [onder bewind gestelde] geen toestemming had om de gevorderde kosten te maken en weigert daarom te betalen. De kantonrechter zal de vorderingen van Infomedics afwijzen. Hierna wordt uitgelegd waarom.
De bewindvoerder behoorde het bewind te kennen
2.2.
De kantonrechter stelt voorop dat [onder bewind gestelde] ondanks het bewind met de tandarts mocht afspreken dat zij de behandelingen zou ondergaan. Het is slechts de vraag of de bewindvoerder de facturen voor die behandelingen namens [onder bewind gestelde] moet betalen. Daarbij geldt dat [onder bewind gestelde] door het bewind op grond van artikel 1:438 lid 2 BW alleen met medewerking van de bewindvoerder (of met machtiging van de kantonrechter) over haar goederen kon beschikken. Schulden die [onder bewind gestelde] tijdens het bewind maakt in strijd met artikel 1:438 lid 2 BW (dus zonder toestemming van de bewindvoerder of machtiging van de kantonrechter), kunnen op grond van artikel 1:440 lid 1 BW niet op de onder bewind staande goederen worden verhaald als de schuldeiser (in dit geval de tandarts) het bewind kende of behoorde te kennen.
2.3.
De bewindvoerder beroept zich op de genoemde bepalingen en stelt dat [onder bewind gestelde] geen toestemming had om de tandartskosten te maken en dat de tandarts op de hoogte was van het bewind, gelet op de brief die de bewindvoerder hierover op 24 maart 2023 aan de tandarts heeft gestuurd. Infomedics heeft niet betwist dat [onder bewind gestelde] geen toestemming had, maar voert aan dat de tandarts niet van het bewind op de hoogte was. Het kan naar het oordeel van de kantonrechter in het midden blijven of de tandarts op de hoogte was van het bewind, aangezien de tandarts het bewind in ieder geval behoorde te kennen. Het bewind was namelijk sinds 4 augustus 2022 gepubliceerd in het openbare Centrale Curatele- en Bewindregister (hierna: CCBR) en de tandarts had het CCBR moeten raadplegen voordat hij de behandelingen ging uitvoeren.
2.4.
Het staat daarmee vast dat [onder bewind gestelde] geen toestemming van de bewindvoerder had om de tandartskosten te maken en dat de tandarts het bewind behoorde te kennen toen hij de behandelingen uitvoerde. Verder is er niet gebleken van een machtiging van de kantonrechter om de kosten te maken. Daaruit volgt dat de tandartskosten niet op de onder bewind staande goederen kunnen worden verhaald. De bewindvoerder hoeft dus niet de kosten namens [onder bewind gestelde] te betalen.
Het staat niet vast dat er sprake was van acute pijnklachten
2.5.
Wellicht ten overvloede overweegt de kantonrechter het volgende. Infomedics heeft in reactie op het verweer van de bewindvoerder onder andere aangevoerd dat de behandelingen op verzoek van [onder bewind gestelde] vanwege acute pijnklachten ingepland en uitgevoerd zijn. Voor zover Infomedics daarmee heeft bedoeld te betogen dat er voor dit geval een uitzondering op de algemene regel uit artikel 1:440 lid 1 BW moet worden gemaakt, gaat dat betoog niet op.
2.6.
Het uitgangspunt is dat een tandarts het bewind behoort te kennen op het moment dat het bewind in het CCBR is gepubliceerd, omdat de tandarts het CCBR moet raadplegen voordat hij een behandeling uitvoert. Dit is alleen anders op het moment dat er sprake is van zodanige acute pijnklachten dat de tandarts zich gedwongen ziet om in overeenstemming met zijn zorgplicht direct tot een noodzakelijke behandeling over te gaan. Omdat Infomedics zich beroept op die uitzonderingssituatie, is het ook aan Infomedics om overtuigend te onderbouwen dat er sprake is van dermate spoedeisende medische noodzakelijke zorg dat medewerking van de bewindvoerder of een machtiging van de kantonrechter niet zou kunnen worden afgewacht. Het ongemotiveerd innemen van het standpunt dat sprake zou zijn van zo’n situatie is daarvoor onvoldoende.
2.7.
In dit geval heeft Infomedics haar standpunt dat er sprake is van een dergelijke situatie niet onderbouwd. Bovendien blijkt uit de door haar overgelegde facturen dat er geen sprake was van spoedeisende medisch noodzakelijke zorg, aangezien daaruit volgt dat [onder bewind gestelde] op verschillende dagen gedurende een periode van drie weken is behandeld. Er bestaat dus geen reden om een uitzondering op de regel van artikel 1:440 lid 1 BW te maken voor dit geval.
2.8.
De kantonrechter zal de vorderingen van Infomedics daarom afwijzen.
Infomedics moet de proceskosten van de bewindvoerder betalen
2.9.
Infomedics krijgt ongelijk in deze procedure en moet de proceskosten van de bewindvoerder betalen. De bewindvoerder procedeert in persoon. De kantonrechter begroot de proceskosten van de bewindvoerder tot vandaag op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de vorderingen van Infomedics af;
3.2.
veroordeelt Infomedics in de proceskosten, aan de kant van de bewindvoerder tot vandaag begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. O.P. van Tricht, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2024.