4.3.1Feiten en omstandigheden uit de bewijsmiddelen
De verklaring van verdachte
Op 27 december 2022 was ik te Zeist. Ik reed achteruit in de door mij bestuurde bestelauto VW Caddy terwijl [slachtoffer] tussen mij en het geopende portier van de VW Caddy stond. Ik heb een bocht achteruit gemaakt en ben daarna vooruit weggereden. Ik wilde weg van die plek. Ik denk wel dat ik hard achteruit reed.
De verklaring van [slachtoffer]
Op een gegeven moment deed hij met zijn rechterhand de schakelbak in zijn achteruit.
Ik kwam voluit tegen de deur. Ik viel op de grond. Hij wou die auto keren omdat daar ook een container zit ergens. Hij is over mij heen gereden […] ik bleef hangen onder de auto. Die banden bleven spinnen dat hoorde ik en ik hoorde alles kraken. Daarna is hij weggereden.
Een letselrapportage betreffende [slachtoffer]
Gemelde toedracht: Ik was op 27-12 buiten en werd 2 maal overreden door een auto.
[…]
Beoordeling
samenvatting letsel:
1. Uitgebreid aangezichts letsel met bovenkaaksfractuur en fractuur tussen aangezichtsskelet en schedelbasis; gebroken neus op meerdere plekken
2. Thoraxtrauma:
> klaplong beiderzijds, uitgebreid pneumomediastinum en tevens verdenking pneumopericard >Longcontusies in beide onderkwabben
> Ribfracturen (rechts 2,3,6,7, links: 1-7) beiderzijds (gebroken ribben)
> Claviculafractuur beiderzijds (gebroken sleutelbeenderen)
> Verhoogd troponine post-trauma bij uitgebreid thoracaal letsel (troponine is een eiwit dat in ieder hart voorkomt. Bij schade aan het hart lekken deze eiwitten naar de bloedvaten met als gevolg een verhoogde troponineconcentratie in het bloed)
3. Subcapsulair hematoom van de lever, verdenking bijnier laceratie rechts.
4. Fractuur processus transversus Thl rechts en Th1.1 links
5. Contusie linker hand, rechter hand, linker knie
6. Multipele excoriaties
past de gemelde toedracht bij het letsel: goed.
Lichaamsdeel: linkerarm
Beschrijving: op linkerschouder een scherpbegrensde grillig gevormde beschadiging van de huid met korstvorming, afmetingen 4 x 2 cm. Ernaast is een scherpbegrensde rood-paarse verkleuring van de huid zichtbaar, bestaande uit naast elkaar staande rechthoekige verkleuringen met uitsparingen ertussen. Eromheen en ertussen is een grotere vaagbegrensde gele verkleuring van de huid zichtbaar, het is een genezende onderhuidse bloeduitstorting met daarin een patroonvormige bloeduitstorting.
Soort: bloeduitstorting.
Gemelde toedracht bij het letsel: overreden door auto.
Vraagstelling: kan het patroon van de bloeduitstorting passend zijn bij een bandenspoor?
Past gemelde toedracht bij letsel: goed.
Toelichting: het beschreven letsel op deze locatie is meer aannemelijk onder het scenario dat het toegebracht is door de toedracht zoals omschreven, ten opzichte van het scenario dat het letsel accidenteel is ontstaan. Het is goed mogelijk passend bij een bandenspoor.
Medische informatie van [slachtoffer]
De heer [slachtoffer] heeft onderstaande operaties gehad in het UMC ziekenhuis, naar aanleiding van het geweldsdelict op 27/12/2022.
Op 28/12/2022 heeft hij onderstaande operaties ondergaan:
- tweemaal een sleutelbeenoperatie;
- operatie aan ribben waarbij ringen zijn geplaatst waardoor zijn ribben vast blijven zitten;
- operatie aan twee klaplongen;
- schade aan lever en nieren.
17/07/2023Operatie rechtersleutelbeen heeft men platen en schroeven geplaatst. In zijn linkersleutelbeen zijn tijdens de operatie de platen en schroeven verwijderd.
28/07/2023Operatie aan zijn gezicht om gedeeltelijk platen en schroeven te verwijderen.
04/10/2023Operatie aan zijn oogkas om plaat en schroeven te verwijderen.
Een proces-verbaal forensisch onderzoek
Op 27 december 2022 kwamen wij aan in Zeist. Op het wegdek van de parkeerplaats zagen wij bloedgelijkende sporen vanaf de ingang van de sporthal tot aan en in/op de dixi toilet. Zowel spatjes als poelen op bloed gelijkende sporen. Twee stukken van waarschijnlijk een kapotte zwarte jas zijn aangetroffen op de plaats-delict, alsook stukjes wol welke vastzaten aan stenen en een zwarte veter van vermoedelijk de jas. Er is een sleep- en bandenspoor te zien op het wegdek. Bij het begin/einde sleepspoor lagen op poelen bloed gelijkende sporen. Het sleepspoor is van rode en zwarte vezels en is circa 5 meter lang. Het slachtoffer droeg een zwarte jas met daaronder een rood kledingstuk. Het bandenspoor bevindt zich naast het sleepspoor en is circa 2,5 meter lang.
4.3.2Beoordeling van het handelen van verdachte
Wat vaststaat is dat verdachte de geparkeerde bestelauto achteruit reed, met openstaand portier, terwijl het slachtoffer [slachtoffer] tussen de auto en het openstaande portier stond. Het slachtoffer is daardoor ten val gekomen. Hierna is verdachte gekeerd met de bestelauto en is hij vooruit weggereden. Uit de bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte daarbij over het slachtoffer heen is gereden en dat het slachtoffer onder de bestelauto van verdachte een eind is meegesleept waarna hij op de plaats delict is achtergebleven met ernstige verwondingen. Het slachtoffer heeft verklaard dat hij twee maal is overreden, maar dat hij twee maal is overreden wordt niet ondersteund door andere bewijsmiddelen. Het letsel van het slachtoffer is te verklaren vanuit het bewezen verklaarde scenario. Anders dan de raadsman naar voren heeft gebracht, bevat het dossier onvoldoende aanknopingspunten dat (een deel van het) letsel op een andere manier of door een ander incident is veroorzaakt. Zo is onduidelijk waar de melder zijn wetenschap op baseert als hij telefonisch tegen de politie zegt: “Die jongeman, hier naast mij, is helemaal onder het bloed, knock-out geslagen”. Bovendien heeft het slachtoffer steeds verklaard dat hij is overreden door de Caddy, zo ook tegen zijn broer die nog voor de politie ter plaatse was.
De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden, is hoe het handelen van verdachte moet worden gekwalificeerd.
4.3.2.1 Vrijspraak van de primair ten laste gelegde poging tot doodslag
De rechtbank spreekt verdachte vrij van de poging tot doodslag en overweegt daartoe als volgt.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden bewezen dat verdachte opzet had op de dood van [slachtoffer] , ook niet in voorwaardelijke zin.
De rechtbank kan niet vaststellen dat er sprake is van een aanmerkelijke kans op de dood indien een persoon tussen een geopend bestuurdersportier en de auto staat en de bestuurder in die situatie met enige snelheid achteruit rijdt. Het is wel redelijkerwijs te verwachten dat die persoon geraakt zal worden door het portier en ook dat die persoon daardoor zal vallen. Maar de rechtbank is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat sprake is van een aanmerkelijke kans (dat het een reële mogelijkheid is) dat een persoon op zodanige wijze tegen of onder de auto terechtkomt dat daardoor dodelijke verwondingen ontstaan. Verdachte is na het achteruit rijden vervolgens vooruit gereden waarbij de kans ontstond dat hij het slachtoffer zou kunnen raken, meesleuren of overrijden. De rechtbank neemt op basis van de bewijsmiddelen aan dat het slachtoffer zich op dat moment vlak voor of onder de auto bevond, waarna verdachte het slachtoffer heeft meegesleurd en heeft overreden. Op basis van het dossier kan de rechtbank echter niet vaststellen dat verdachte zich bewust was of moest zijn van waar het slachtoffer zich op dat moment bevond. In die situatie is dus, bij het vooruit wegrijden, weliswaar sprake van een aanmerkelijke kans dat het slachtoffer dodelijk verwond zou raken, maar geen sprake van een bewuste aanvaarding daarvan door verdachte.
4.3.2.2 Bewezenverklaring van de subsidiair ten laste gelegde zware mishandeling
De rechtbank acht het subsidiair ten laste gelegde wel wettig en overtuigend bewezen. Verdachte is met enige snelheid achteruit gereden met een openstaand bestuurdersportier, terwijl het slachtoffer in dat openstaande portier stond. Hij moet geweten hebben dat het portier hem zou raken bij het achteruit rijden. Door zo te handelen heeft hij bewust aanvaard dat hij het slachtoffer omver zou rijden, waarbij de kans aanmerkelijk is dat het slachtoffer (al dan niet ongelukkig) op de harde stenen en/of tegen/onder de auto zo ten val zou komen dat deze daarbij zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Dit wordt onderstreept door zijn handelen daarna, namelijk vooruit rijden terwijl hij juist daarvoor het slachtoffer omver had gereden en zonder zich ervan te vergewissen dat het slachtoffer zich niet vlak voor of onder de auto bevond. Voorgaand handelen van verdachte kan naar uiterlijke verschijningsvorm niet anders worden begrepen dan als gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. In het handelen van verdachte dat daarop volgde ziet de rechtbank ook geen contra-indicaties. In tegendeel, verdachte heeft zich na het ten val komen van het slachtoffer geen enkel moment bekommerd om hem en is weggereden van de plaats delict.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte met zijn handelen dan ook voorwaardelijk opzet gehad op de zware mishandeling van het slachtoffer.