ECLI:NL:RBMNE:2024:1779
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep wegens niet tijdig beslissen inzake kinderopvangtoeslag en compensatie
In deze zaak heeft eiseres op 5 december 2023 een beroep ingesteld wegens niet tijdig beslissen door de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres stelt in afwachting te zijn van een beslissing op haar bezwaar van 13 juli 2023 tegen een eerder besluit van 3 juli 2021, waarin een bedrag van € 30.000,- was toegekend in het kader van de lichte toets compensatie. Op 6 juli 2023 heeft de Belastingdienst aan eiseres medegedeeld dat zij geen recht heeft op een extra vergoeding op basis van de integrale beoordeling kinderopvangtoeslag. Verweerder stelt dat eiseres geen procesbelang meer heeft, omdat de integrale beoordeling reeds heeft plaatsgevonden en de uitkomst negatief was voor eiseres.
De rechtbank heeft in overweging genomen dat de procedure bij de bestuursrechter bedoeld is om een besluit af te dwingen wanneer een bestuursorgaan niet tijdig beslist. De rechtbank heeft vastgesteld dat op het moment van het indienen van het beroep er nog geen beslissing op het bezwaar was genomen. Echter, met het besluit van 6 juli 2023 heeft eiseres duidelijkheid gekregen over haar situatie, waardoor er geen procesbelang meer is bij het ontvangen van een beslissing op bezwaar. De rechtbank concludeert dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres geen onzekerheid meer ervaart over haar situatie en er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De rechtbank heeft op 19 maart 2024 uitspraak gedaan en het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien zij het niet eens is met deze uitspraak, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.