In deze zaak vordert de eiseres, een naamloze vennootschap naar Luxemburgs recht, betaling van verschillende fees door de gedaagde, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, in het kader van een niet tot stand gekomen geldleningsovereenkomst. De eiseres had een indicatieve termsheet en een engagement letter opgesteld, waarin de voorwaarden voor de geldlening waren vastgelegd. De gedaagde had financiering nodig voor de aankoop van vastgoed en had de eiseres benaderd voor een lening. Echter, niet alle opschortende voorwaarden in de engagement letter werden binnen de afgesproken tijd vervuld, waardoor de geldleningsovereenkomst niet tot stand kwam.
De eiseres vorderde in totaal € 45.020,55 aan fees, waaronder een 'commitment fee', 'withdrawal fee' en 'legal fee', en daarnaast buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde betwistte de verschuldigdheid van deze fees en stelde dat de eiseres haar zorgplicht had geschonden. De rechtbank oordeelde dat de eiseres geen bijzondere zorgplicht had geschonden, aangezien de gedaagde een professionele vastgoedbelegger was en voldoende gelegenheid had gehad om de engagement letter te lezen en vragen te stellen.
De rechtbank concludeerde dat de bepalingen in de engagement letter over de fees duidelijk waren en dat de gedaagde de verschuldigde fees moest betalen. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van een withdrawal fee van € 38.000,- en een commitment fee van € 6.747,95. De vordering tot betaling van de legal fee werd afgewezen, omdat de eiseres onvoldoende bewijs had geleverd van de gemaakte kosten. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.