Op 7 maart 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Midden-Nederland een beschikking gegeven in de zaak van de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2016. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd voor de duur van twaalf maanden en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van zes maanden. Deze beslissing is genomen in het licht van een geslachtsziekte die bij [minderjarige] is geconstateerd en de zorgen over haar ontwikkeling en veiligheid. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader, die belast is met het eenhoofdig gezag, zich verzet tegen de uithuisplaatsing, terwijl de moeder het verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) steunt. De kinderrechter heeft benadrukt dat nader onderzoek noodzakelijk is om de situatie van [minderjarige] te verduidelijken, vooral gezien de zorgwekkende uitspraken die zij doet. De kinderrechter heeft de GI opgedragen om de rechtbank voor 4 september 2024 te informeren over de actuele stand van zaken, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.