RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.123853.23 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 20 maart 2024
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1999 te [geboorteplaats 1] ,/
wonende aan het [adres 1] , [woonplaats] ,
hierna: verdachte.
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op 18 oktober 2023 (regie), 28 februari 2024 (inhoudelijke behandeling) en 20 maart 2024 (sluiting onderzoek).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. B. Nitrauw en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. R.J. Jager, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.
TENLASTELEGGING
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er in de kern op neer dat verdachte:
Feit 1: in de periode van 11 november 2022 tot en met 4 juli 2023 in IJsselstein, Nieuwegein en Utrecht samen met anderen heeft gehandeld in cocaïne;
Feit 2: op 4 juli 2023 in IJsselstein samen met anderen opzettelijk 7,6 gram cocaïne aanwezig heeft gehad.
VOORVRAGEN
De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
WAARDERING VAN HET BEWIJS
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft partiële vrijspraak bepleit van de ten laste gelegde drugshandel. Volgens de raadsvrouw kan slechts vanaf eind maart 2023 tot en met 17 mei 2023 een bewezenverklaring volgen. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De standpunten van de raadsvrouw, voor zover van belang, worden besproken onder 4.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat beide feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Voor feit 1 betreft de bewezenverklaring een gedeelte van de periode. De rechtbank licht dit als volgt toe.
Bewijsmiddelen
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Uit de bevraging van de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (
hierna: [telefoonnummer 1]) volgt een daadwerkelijke actieve periode van 11-10-2022 tot en met 19-03-2023. Uit analyse van de historische verkeersgegevens van [telefoonnummer 1] is gebleken dat er tot ongeveer begin maart 2023 veelvuldig (in ieder geval meerdere keren per week) telefonische contacten plaatsvonden met onder andere de volgende vier telefoonnummers: [telefoonnummer 2] , [telefoonnummer 3] , [telefoonnummer 4] en [telefoonnummer 5] . Uit onderzoek in de politieregistratiesystemen naar de tenaamgestelden van deze nummers is gebleken dat deze telefoonnummers vermoedelijk in gebruik zijn bij personen die verslaafd zijn aan harddrugs.Gezien deze feiten en omstandigheden is het vermoeden ontstaan dat het telefoonnummer [telefoonnummer 1] sinds 11-11-2022 als zogenaamde dealerlijn gebruikt werd.
Van de vier genoemde telefoonnummers van de mogelijke afnemers werden de historische verkeersgegevens bevraagd en onderzocht. Uit analyse van deze verkeersgegevens is gebleken dat voornoemde vier telefoonnummers vanaf ongeveer begin maart 2023 alle vier veelvuldig contact hebben met telefoonnummer [telefoonnummer 6] (
hierna: [telefoonnummer 6]). Wat opvalt is dat dit telefoonnummer in de plaats lijkt te zijn gekomen van [telefoonnummer 1] . Uit analyse van de historische verkeersgegevens blijkt namelijk dat vanaf het moment dat het contact met [telefoonnummer 1] is gestopt, het contact met [telefoonnummer 6] begint. Hierdoor was het vermoeden ontstaan dat het telefoonnummer [telefoonnummer 6] het nieuwe dealernummer betreft.
Uit onderzoek naar de overige tegencontacten van de gebruiker van dit nummer ( [telefoonnummer 6] ) is eveneens gebleken dat er veelvuldig contact was met telefoonnummers die geregistreerd staan op naam van personen die als harddruggebruiker zijn geclassificeerd. Hiermee is vastgesteld dat [telefoonnummer 6] een deallijn betreft.
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Tijdens de doorzoeking van de woning aan de [adres 2] in [plaats 1] , waar verdachte [medeverdachte 1] woonachtig is, werden een aantal mobiele telefoons in beslag genomen. Onder andere de iPhone 7 op de slaapkamer van [medeverdachte 1] (op het bed). Het telefoonnummer wat in gebruik is op de mobiele telefoon betreft [telefoonnummer 6] .De WhatsApp username welke op de dealtelefoon geregistreerd is, betreft: [username 1] . De in deze telefoon aangetroffen WhatsApp chats zijn in zijn geheel te relateren aan de handel in verdovende middelen. Op 25 februari 2023 (een dag na ingebruikname van het nieuwe dealnummer) verstuurt [username 1] het volgende bericht in een groep chat met 97 contacten en afzonderlijk naar zijn Whatsapp contacten: "We zijn weer 24/7 actief op ons nieuwe nummer groetjes [username 1] ".
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Gedurende het onderzoek Obando heeft vanaf 27 maart 2023 een telefoontap gelopen op het telefoonnummer [telefoonnummer 6] ( [telefoonnummer 6] ). Uit het beluisteren van middels deze telefoontap geïntercepteerde gesprekken is gebleken dat dit telefoonnummer gebruikt werd ten behoeve van de handel in verdovende middelen, meer specifiek als dealerlijn. Uit beluisterde telefoongesprekken viel af te leiden dat er nagenoeg dagelijks meerdere malen bestellingen van verdovende middelen binnenkwamen op dit telefoonnummer.
Gedurende het onderzoek zijn meerdere personenauto's in beeld gekomen die door de verschillende verdachten gebruikt werden. In een aantal van deze voertuigen is plaatsbepalingsapparatuur geplaatst:
- [kenteken 1] , Skoda Fabia op naam van [vader] (vader van verdachten [medeverdachte 2] en [verdachte] ), gegevens vanaf 20 maart 2023
- [kenteken 2] , Toyota Yaris op naam van [moeder] (moeder van verdachte [medeverdachte 3] ), gegevens vanaf 15 mei 2023
- [kenteken 3] , Ford Focus op naam van verdachte [verdachte] , gegevens vanaf 28 april 2023
Bij meerdere telefoongesprekken betreffende bestellingen van verdovende middelen volgde kort na het gesprek een reisbeweging van één van deze voertuigen.
Uit zeer veel telefoongesprekken bleek dat meerdere afnemers van verdovende middelen vermoedelijk woonden op een locatie van het Leger des Heils, [adres 3] te [plaats 2] .
Verschillende telefoonnummers waarmee bestellingen van verdovende middelen werden gedaan bij [telefoonnummer 6] stonden blijkens onderzoek bij het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie geregistreerd op naam van personen die als woonadres deze locatie hadden. Daarnaast werd in zeer veel gesprekken benoemd dat er naar 'Het Leger' gekomen moest worden door de dealer, er werd afgesproken 'aan de weg bij het witte bord' of bij 'het bruggetje'. Uit analyse van de gegevens van de plaatsbepalingsapparatuur is gebleken dat bovenstaande personenauto's veel reisbewegingen maakten richting de [straat 1] , een korte stop maakten aan de weg (soort oprit richting Leger des Heils) of bij een bruggetje nabij deze locatie.
Telefoongesprek:
31-03-2023 07.32 uur, gesprek met [telefoonnummer 4]
: Hey kun jij deze kant even op komen?
[telefoonnummer 6] : Ja toch
[telefoonnummer 4] : Voor uuh, twee witte
[telefoonnummer 6] : Twee witte? Yo
[telefoonnummer 4] : Yo, uuh hoelang denk je?
[telefoonnummer 6] : Twintig minuten
Interpretatie door onderzoeksteam
De gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 4] wilde twee hoeveelheden cocaïne (twee witte, vermoedelijk twee gram), [telefoonnummer 6] zei dat hij deze over twintig minuten zou komen brengen. Om 08.47 uur zei [telefoonnummer 6] dat hij niet zelf reed maar dat degene die reed er over achttien minuten echt zou zijn. Om 09.04 uur volgde een telefoongesprek waarin [telefoonnummer 6] zei dat de afnemer naar buiten moest komen, vermoedelijk werd op dat moment de bestelling van verdovende middelen afgeleverd. Blijkens onderzoek in de politieregistratiesystemen is telefoonnummer [telefoonnummer 4] in gebruik bij een aan harddrugs verslaafd persoon genaamd [getuige 1] , wonende op een locatie van Het Leger des Heils, [adres 3] te [plaats 2] .
Reisbeweging [kenteken 1] langs Leger des Heils
De personenauto met kenteken [kenteken 1] reed vanuit IJsselstein naar het Leger des Heils, maakte daar een korte stop (om 09:06 uur, overeenkomend met het telefoongesprek) en reed weer terug naar IJsselstein.
28-05-2023 18:30 gesprek met [telefoonnummer 7]
: Hai met [contactnaam] . Hey uhm hoeveel is een half pakje bijjou?
[telefoonnummer 6] : Vijfentwintig
[telefoonnummer 7] : Oké, en hoe laat kan je ongeveer in Nieuwegein zijn?
[telefoonnummer 6] : Als je mij adres stuurt dan laat ik jou gelijk weten precies hoe laat.
[telefoonnummer 7] : Is goed Oké.
Interpretatie door onderzoeksteam
De gebruikster van telefoonnummer [telefoonnummer 7] vroeg hoeveel een halve gram cocaïne (half pakje)was bij " [telefoonnummer 6] , die kostte bij [telefoonnummer 6] vijfentwintig euro.
In het gesprek dat hierop volgde om 18:43 uur zei de afneemster dat zij er 'eentje' wilde en dat ze op het [straat 2] wilde afspreken.
Reisbeweging [kenteken 3] naar [straat 2] Nieuwegein
De personenauto met kenteken [kenteken 3] reed vanuit IJsselstein naar het [straat 2] te Nieuwegein, waar hij rond 18:54 uur aan kwam, en reed vervolgens weer terug naar IJsselstein.
20-06-2023 13.44 gesprek met [telefoonnummer 8]
[username 2] vraagt of iemand met spoed bij de pinautomaat van het stadje kan komen. Hij geeft aan dat hij naar de action moet. [username 3] geeft aan dat hij bij de molen moet gaan staan en dat hij moet gaan bellen als hij daar is.
Interpretatie door onderzoeksteam
De gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 8] wilde snel verdovende middelen afnemen, [telefoonnummer 6] zei dat de afnemer naar de molen moest gaan. Om 14:07 uur volgde een gesprek waarin de afnemer zei dat hij er over één minuut zou zijn.
Waarneming observatieteam
Door het observatieteam werd waargenomen dat de personenauto [kenteken 2] richting de molen in IJsselstein reed (molen op de [straat 3] ), daar een korte stop maakte om een overdracht van
vermoedelijk verdovende middelen te doen en weer wegreed. Waargenomen werd dat de persoon die de verdovende middelen aannam deze direct gebruikte. Als bestuurder van de personenauto [kenteken 2] werd [medeverdachte 3] herkend.
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Gedurende het onderzoek zijn van verdachten telecommunicatienummers achterhaald (telefoonnummer, IMEI, IMSI). Dit betreffen de volgende verdachten en nummers:
Verdachte
Nummers
[medeverdachte 2]
[telefoonnummer 9]
[imeinummer 1] (IMEI)
[verdachte]
[imsinummer 1] (IMSI)
[imsinummer 2] (IMSI)
[imeinummer 2] (IMEI)
[medeverdachte 3]
[telefoonnummer 10]
[medeverdachte 1]
[imeinummer 3] (IMEI)
[telefoonnummer 11]
Op de dealerlijn [telefoonnummer 6] loopt vanaf 27 maart 2023 een telefoontap. Uit onderzoek naar afgeluisterde telefoongesprekken is gebleken dat er zeer veel bestellingen van gebruikershoeveelheden cocaïne werden gedaan waarbij als overdrachtslocatie de nabije omgeving van een vestiging van het Leger des Heils werd gekozen. Deze locatie betrof de [straat 1] te Utrecht, nabij perceel [nummer] .Hierna volgen in chronologische volgorde reisbewegingen en verplaatsingen van telecom betreffende de vermoedelijke aflevering van verdovende middelen.
31-03-2023
Reisbeweging [kenteken 1] naar [straat 1] en weer terug naar IJsselstein, overeenkomende
verspringing dekkingsgebieden IMSI [imsinummer 1] ( [verdachte] ).
Telefoongesprekken
Om 07:32 uur werden 'twee witte' besteld bij [telefoonnummer 6] . Om 09:04 uur zei [telefoonnummer 6] dat de afnemer naar buiten moest komen.
04-04-2023
Reisbeweging [telefoonnummer 6] , [telefoonnummer 10] ( [medeverdachte 3] ) en [telefoonnummer 11] ( [medeverdachte 1] ) naar [straat 1] en weer terug naar IJsselstein.
Telefoongesprekken
Om 16.20 uur werden 'twee witte' besteld bij [telefoonnummer 6] en om 16:59 uur zei [telefoonnummer 6] dat hij er over tien seconden zou zijn.
18-04-2023
Reisbeweging [telefoonnummer 10] ( [medeverdachte 3] ) en [telefoonnummer 9] + [imeinummer 1] ( [medeverdachte 2] ) naar [straat 1] en terug naar IJsselstein.
Telefoongesprekken
Om 22:19 uur zei [telefoonnummer 6] tegen een vaste afnemer dat hij eraan kwam.
02-05-2023
Reisbeweging [kenteken 3] naar [straat 1] , overeenkomende verspringingen [telefoonnummer 6] en [imeinummer 4] + [imsinummer 2] (simkaart met dit IMSl-nummer was geplaatst in het toestel met genoemd IMEI, [verdachte] )
Telefoongesprekken
Om 15.37 uur gaf een afnemer door dat zij klaar stonden, er moesten verschillende hoeveelheden cocaïne geleverd worden. Deze overdacht werd door het observatieteam waargenomen, als bestuurder van de [kenteken 3] werd [verdachte] herkend.
29-05-2023
Reisbeweging [kenteken 3] naar [straat 1] , overeenkomende verspringingen [telefoonnummer 6] en
[imsinummer 1] (dealerlijn en [verdachte] ).
Telefoongesprekken
Om 21:56 uur werd bij [telefoonnummer 6] een 'twintigje wit' besteld, om 22:20 uur zei [telefoonnummer 6] tegen de afnemer dat hij om de hoek was.
13-06-2023
Reisbeweging [kenteken 2] naar [straat 1] , overeenkomende verspringingen [telefoonnummer 6] (deallijn), [telefoonnummer 10] ( [medeverdachte 3] ) en [telefoonnummer 11] ( [medeverdachte 1] ).
Telefoongesprekken
Om 12:30 uur werd bij [telefoonnummer 6] voor zestig euro besteld, het moest naar Het Leger. [telefoonnummer 6] zei dat het twintig minuten zou duren. Om 12:55 uur zei [telefoonnummer 6] dat de afnemer kon gaan lopen.
16-06-2023
Reisbeweging [kenteken 3] naar [straat 1] , overeenkomende verspringingen [telefoonnummer 6]
(deallijn) en [imeinummer 1] ( [medeverdachte 2] ).
Telefoongesprekken
Om 16:51 uur werd bij [telefoonnummer 6] 'eentje van 20' besteld, het zou een half uur duren. Om 17:10 uur zei [telefoonnummer 6] dat het nog tien minuten duurde en om 17:38 uur zei de afneemster dat het halve Leger stond te wachten.
Een proces-verbaal van observatie dinsdag 2 mei 2023, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Op 2 mei 2023 tussen 12.53 en 15.45 uur hebben wij geobserveerd.
14.35uur. Ik herkende [verdachte] als bestuurder van de Ford [kenteken 3] .
14.46uur. Ik zag dat de Ford [kenteken 3] geparkeerd werd op de [straat 1] te Utrecht.
14.47uur. Ik zag dat er 2 onbekende personen naar het bestuurdersportier van de Ford [kenteken 3] liepen. Ik zag dat 1 persoon wat gaf en aannam van [verdachte] . Ik zag dat de 2 onbekende personen vertrokken.
15.42uur. Ik zag dat de Ford [kenteken 3] stilstond op de [straat 1] te Utrecht. Ik zag dat er 2 onbekende personen naar het bestuurders portier van de Ford [kenteken 3] liepen. Ik zag dat 1 persoon wat gaf en aannam van [verdachte] .
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Uit de verkregen resultaten van deze inzet bleek dat op verschillende locaties, in de directe omgeving alwaar verdachte [verdachte] zich bevond, identificerende telecommunicatienummers werden verkregen, waaronder het IMSI-nummer: [imsinummer 1] .
Uit de verkregen verkeersgegevens bleek dat het genoemde IMSI-nummer gekoppeld was aan het telefoonnummer [telefoonnummer 12] en gebruikt werd in combinatie met een mobiele telefoon voorzien van het IMEInummer [imeinummer 5] .
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Op 4 juli 2023 werd de woning van de verdachte [verdachte] , [adres 1] te [plaats 1] ,
doorzocht. Bij deze doorzoeking werd op de keukentafel een mobiele telefoon aangetroffen. Het toestel betrof een iPhone XS Max met IMEl's [imeinummer 5] en [imeinummer 6] . Op de mobiele telefoon werd gebruik gemaakt van een Whatsapp-account met telefoonnummer [telefoonnummer 12] . Uit Whatsapp-gesprek valt af te leiden dat [verdachte] de gebruiker was van dit telefoonnummer.Op de mobiele telefoon stonden verder zeer veel foto's en selfies waarop ik [verdachte] herkende.
Een proces-verbaal van verhoor getuige, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Getuige: [getuige 1] , adres [adres 3] te [plaats 2] .
V: Wat gebruik je dan?
A: Ik gebruik cocaïne. Als jij tien keer op een dag komt dan wordt je wel eens gezien.
V: Kwamen ze zo vaak?
A: Op en neer joh, op en neer.
V: Bij welk nummer bestelde jij?
A: Ja, bij die nu opgepakt zijn.
V: Waar spraken jullie dan af?
A: Hier in de buurt. Vijf minuten lopen.
V: Weet je misschien waar het nummer op eindigt? Of op begint?
A: 4,8 4 ofzo?
V: Als je dan met die jongens gebeld had. Hoe kwamen ze dat dan brengen?
A: Met de auto, of de scooter.
V: Ze kwamen ook wel eens met een andere auto?
A: Ja.
V: Als je met die jongens belde, kwamen zij het dan ook brengen? Of kwam er iemand anders brengen?
A: Weet ik niet. Volgens mij kwam er gewoon iemand aan ofzo.
V: Hoe weet je dat? Dat het een andere jongen was.
A: Als ik met ze bel, dan kreeg ik iemand aan de lijn en dan zei hij 'er is iemand onderweg'. Dat zeggen ze ook, 24 uur weet je wel. 24/7.
O: Ik ga twee nummers opschrijven en dan vraag ik of jij die herkent. Het eerste nummer is
[telefoonnummer 6] .
A: Ik denk dat dat hem wel is. Ik denk dat dat het enige goede nummer is. Daar heb ik laatst nog op gebeld, en die stond uit.
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
De volgende persoon is als getuige gehoord:
• [getuige 2] , [geboortedatum 2] -1978;
Tijdens dit verhoor zijn er aan de getuige foto's van de verdachten getoond. In de proces-verbalen wordt gesproken over foto 1, 2, 3 en 4. Dit betreft de volgende foto's:
Foto 1: verdachte [medeverdachte 3] .
Foto 3: verdachte [verdachte] .
Een proces-verbaal van verhoor getuige, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Getuige: [getuige 2] , adres [adres 4] te [plaats 2] .
V: Bij welke persoon kocht jij je drugs?
A: Ik noemde hem ' [username 1] '.
V: Welke zooi?
A: Cocaïne en wiet.
V: Als je dan met ' [username 1] ' belt. Wat zeg je dan als je drugs wilt bestellen?
A: Ik zeg gewoon altijd van 'kun je komen'. En dan zegt ie gewoon 'een witte of een zwart-witte?'. Een witte is 20 euro en een zwart-witte is 25 euro.
0: Dan heb je dus een witte en een zwart-witte.
A: Ja, en groen is een tientje wiet.
V: Maar je kreeg dus verschillende mensen aan de telefoon als je belde?
A: Ja, het waren er wel 2 of 3 die opnam.
Aan de getuige wordt foto 1 getoond.
A: Ja, hij.
A: Hij kwam ook brengen.
V: Maar waaraan herken je deze persoon dan?
A: Aan zijn hoofd. Hij kwam het meest. Hij had ook nog een jonger jochie.
Aan de getuige wordt foto 3 getoond.
A: Ja, hij zat vaak in de auto bij die gozer. Bij die eerste. Getuige bevestigt foto 1.
V: Waaraan herken je hem?
A: Aan dat baardje. Hem en die andere. Getuige wijst naar foto 1. Die en de derde ken ik.
V: En hoe lang bestel je al bij ' [username 1] '?
A: Poeh... toch bijna een jaar.
Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, voor zover inhoudende, en de aangehechte bijlage inbeslaggenomen goederen:
Op 4 juli 2023 werd voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in een woning gelegen aan [adres 1] te [plaats 1] .
Lijst van inbeslaggenomen goederen:
Rond doosje met daarin drie ponypack’s
8 ponypack’s met opdruk scarface, aangetroffen in jas aan de kapstok in hal woning
7 ponypack’s hello my little friend aangetroffen in jas aan de kapstok in hal woning
Proces-verbaal uitslag forensisch onderzoek, voor zover inhoudende:
Op 4 juli 2023 werden in perceel [adres 1] te [plaats 1] twee verdachten aangehouden, genaamd: [verdachte] , geboren op [geboortedatum 3] 1999 te [geboorteplaats 2] en [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedatum 4] 2003 te [plaats 3] (Marokko).
Tijdens een ingestelde doorzoeking in perceel [adres 1] te [plaats 1] werden op verdovende middelen gelijkende stoffen aangetroffen en in beslag genomen. Er werden onder andere acht papieren wikkels aangetroffen met een wit poeder, voorzien van het opschrift: "scarface". Deze wikkels werden in beslag genomen en gewaarmerkt met het Spoor Identificatie Nummer (SIN): AAQD0302NL.
Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Betreft onderzoek aan:
Goednummer PL0900-2023074617-3188170
SIN AAQD0302NL
Relatie met SIN AAQI4898NL
8 papieren wikkels met 3,2 gram wit poeder/brokjes.
Goednummer PLO900-2023074617-3188172
SIN AAPU6818NL
Relatie met SIN AAQI4883NL
Bijzonderheden: blikje met 3 ponypacks
Plaats veiligstellen papieren wikkels (3) met 1,27 gram wit poeder.
Goednummer PL0900-2023074617-3188168
SIN AAPU6820NL
Relatie met SIN AAQI4884NL
Inhoud/specificatie ‘Say hello to my little friend”
Omschrijving plastic zakje met 7 papieren wikkels met 3,12 gram wit poeder.
Een rapport identificatie van drugs, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
AAQI4898NL monster bevat cocaïne
AAQI4883NL monster bevat cocaïne
AAQI4884NL monster bevat cocaïne
In het onderzoeksmateriaal is cocaïne aangetoond. Cocaïne is vermeld op lijst I van de Opiumwet.
Over het bewijs
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Bewijsoverwegingen drugshandel (feit 1)
De rechtbank acht op basis van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 31 maart 2023 tot en met 4 juli 2023 samen met anderen heeft gehandeld in cocaïne.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat [telefoonnummer 6] een dealnummer is voor harddrugsgebruikers. De telefoon met dit telefoonnummer is aangetroffen op de slaapkamer van medeverdachte [medeverdachte 1] . Het telefoonnummer van verdachte reist op 31 maart 2023 mee richting de [straat 1] , nadat op [telefoonnummer 6] een bestelling is gedaan en [telefoonnummer 6] zegt dat hij eraan komt. Verdachte wordt ook door afnemer [getuige 2] herkend als de persoon die cocaïne kwam afleveren. De politie heeft in mei 2023 observaties verricht waarbij ze daadwerkelijk zien dat verdachte degene is die op de [straat 1] vanuit een auto iets overhandigt aan een persoon die daar staat te wachten. Op basis van het dossier is de rechtbank van oordeel dat het hier moet gaan om het overhandigen van drugs. Op 4 juli 2023 is bij verdachte in zijn woning cocaïne aangetroffen, verpakt in ponypacks.
Het door verdachte geschetste alternatieve scenario, namelijk dat hij wiet verkocht en maar tijdens enkele weken van de tenlastegelegde periode cocaïne verkocht, wordt weersproken door de bewijsmiddelen. Getuige [getuige 1] verklaart dat hij cocaïne kocht bij zijn dealer. Op 31 maart 2023 bestelt [getuige 1] twee witte, waarna is te zien dat de telefoon van verdachte meebeweegt met de verplaatsing van de Skoda Fabia [kenteken 1] , de auto van de vader van verdachte, richting de [straat 1] . Verdachte is in de visie van de rechtbank dus in ieder geval vanaf 31 maart 2023 betrokken bij de handel in cocaïne. De politie heeft geverbaliseerd dat de versluierde benaming ‘witte’ wordt gebruikt voor cocaïne. Dat met ‘witte’ ook wiet kan worden bedoeld, is niet aannemelijk gemaakt door verdachte. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan het alternatieve scenario.
Op basis van al het voorgaande houdt de rechtbank verdachte verantwoordelijk voor het dealen in cocaïne vanaf 31 maart 2023 tot 4 juli 2023. Hoewel het dossier voldoende wettig en overtuigend bewijs bevat dat de dealerlijn (eerst de [telefoonnummer 1] en later de [telefoonnummer 6] ) al sinds 11 november 2022 actief was, bevat het dossier naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat verdachte zich in de periode voor 31 maart 2023 al bezig hield met de handel in cocaïne.
Uit de bewijsmiddelen volgt verder dat verdachte niet alleen handelde, maar dat hij dit samen met anderen deed. De rechtbank constateert dat het telefoonnummer [telefoonnummer 6] door meerdere personen werd bemand. Verdachten werkten samen voor het opnemen en afleveren van de bestellingen, omdat degene die de telefoon opnam soms een ander was dan degene die de drugs kwam afleveren. Ook constateert de rechtbank op dat verdachten soms samen zorgden voor de aflevering van de drugs op de [straat 1] . Verder wordt er gesproken in meervoudsvorm vanuit het WhatsAppaccount [username 1] . Uit alles blijkt dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten. De rechtbank vindt de bijdragen van verdachte ook voldoende wezenlijk. Zo wordt verdachte door één van de getuigen aangeduid als degene die de cocaïne kwam bezorgen, wat uiteindelijk de kerntaak is van het handelen in drugs.
Bewijsoverweging aanwezig hebben cocaïne (feit 2)
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring voor gezamenlijk cocaïnebezit voor verdachte en zijn broer, tevens medeverdachte, [medeverdachte 2] . De rechtbank verklaart namelijk bewezen dat zowel verdachte als zijn broer onderdeel uitmaakten van een groep die via het dealnummer [telefoonnummer 6] in cocaïne handelden. De cocaïne in de woning moet daarom worden gezien als een gezamenlijke handelsvoorraad.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
1op meerdere momenten in de periode van 31 maart 2023 tot en met 4 juli 2023 te IJsselstein en/of Nieuwegein en/of Utrecht, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, één of meer hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2op 4 juli 2023 te IJsselstein tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 7,6 gram van een materiaal bevattende cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Feit 1:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
Feit 2:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
OPLEGGING VAN STRAF
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, het meewerken aan dagbesteding, het geven van inzicht in zijn financiën en een locatiegebod met elektronische monitoring (enkelband);
- een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), inhoudende een contactverbod met medeverdachten (behalve zijn broer) en [A] , een locatieverbod voor de plaats waar verdachte drugs verkocht en een locatieverbod voor de plaats van de brandstichting. Als verdachte zich niet aan deze maatregel houdt, moet hij per overtreding een maand in detentie doorbrengen, met een maximum van 6 maanden detentie.
De officier van justitie heeft gevorderd de 38v-maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat rekening moet worden gehouden met het feit dat verdachte first offender is op het gebied van de Opiumwet. Sinds verdachte is geschorst, heeft hij hard gewerkt om zijn leven drastisch om te gooien. Hij heeft twee banen, hij zorgt voor zover mogelijk voor zijn gezin en hij voetbalt vier dagen in de week. Hij is hard op zoek naar een huis en op 7 september 2024 staat zijn huwelijk gepland. Als verdachte terug moet naar de gevangenis, wordt deze positieve lijn doorkruist. Concluderend is de raadsvrouw van oordeel dat verdachte niet langer vast moet blijven zitten. Een voorwaardelijke gevangenisstraf voor zover de straf het voorarrest overstijgt zou een passende straf zijn. Bijzondere voorwaarden hebben geen extra meerwaarde, omdat verdachte tijdens zijn schorsing heeft laten zien dat hij zelf in staat is zijn leven te beteren. De reclassering heeft ook geen bijzondere voorwaarden geadviseerd.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft tijdens een periode van drie maanden samen met anderen gehandeld in cocaïne. Verdachte en zijn medeverdachten hebben deze drugshandel professioneel aangepakt. Er werd administratie bijgehouden, de samenwerking werd afgestemd, de taken waren verdeeld en er waren meerdere voertuigen beschikbaar om de drugs af te leveren. De cocaïne werd vooral verkocht aan kwetsbare mensen; verslaafde mensen die wonen op een locatie van het Leger des Heils in Utrecht en daar begeleiding krijgen. Dat verdachte cocaïne aan deze verslaafde mensen op deze locatie verkocht, vindt de rechtbank ernstig. Juist deze mensen moeten beschermd worden tegen de gevaren van drugs. Deze handelswijze laat volgens de rechtbank zien dat verdachte alleen heeft gedacht aan zichzelf en het geld dat hij kon verdienen met de handel in cocaïne. Voor de strafmaat vindt de rechtbank het daarnaast van belang dat drugshandel in algemene zin de maatschappij schade toebrengt. Drugsgebruik heeft een negatief effect op de volksgezondheid en handel in drugs zorgt voor veel criminaliteit en overlast. Dat zijn redenen om drugshandel te bestraffen. Ook houdt de rechtbank bij de strafoplegging rekening met het feit dat verdachte cocaïne in zijn woning had.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 31 januari 2024. Op uittreksel van de justitiële documentatie (het strafblad) van verdachte staan geen eerdere veroordelingen voor overtredingen van de Opiumwet.
Verdachte is op 25 augustus 2023 geschorst door het hof zonder voorwaarden. Op de zitting heeft verdachte verklaard dat hij sinds zijn schorsing hard aan het werk is gegaan, dat hij veel aan het voetballen is en dat hij op zoek is naar een woning voor zijn gezin (vriendin en zoontje). Verder heeft hij verklaard dat hij zal meewerken met de reclassering, als er bijzondere voorwaarden worden opgelegd. Hij vindt de hulp van de reclassering zelf niet nodig.
Strafoplegging
De rechtbank stelt voorop dat de bewezenverklaarde feiten zo ernstig zijn dat de zwaarste strafmodaliteit, een gevangenisstraf, op zijn plaats is. De rechtbank kijkt voor het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf onder meer naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS voor het dealen van drugs. Voor een dealperiode van 3 maanden is het oriëntatiepunt een bandbreedte van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 tot 8 maanden. Omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie, zal de rechtbank een lagere straf opleggen dan de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank stuurt verdachte wel terug naar de gevangenis, terwijl de raadsvrouw anders heeft verzocht. Dit komt doordat het past bij de ernst van de bewezenverklaarde drugshandel, maar ook omdat de rechtbank het belangrijk vindt dat er enige vorm van rechtsgelijkheid moet zijn in de strafoplegging van verdachte en zijn medeverdachten (in wiens zaken de rechtbank vandaag ook vonnis heeft gewezen en onvoorwaardelijke gevangenisstraffen heeft opgelegd).
Anders dan in de zaken van de medeverdachten kiest de rechtbank in deze zaak wel voor een deels voorwaardelijke straf. Dit komt omdat verdachte deels openheid van zaken heeft gegeven en zijn persoonlijke omstandigheden zwaarwegender zijn dan de omstandigheden van zijn medeverdachten. De rechtbank ziet namelijk dat verdachte sinds zijn schorsing hard aan het werk is om zijn leven te veranderen. De rechtbank houdt daar rekening mee.
De straf die de rechtbank op basis van al het voorgaande passend vindt en aan verdachte oplegt, is een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Een langere proeftijd vindt de rechtbank niet nodig, nu verdachte tijdens zijn schorsing heeft laten zien dat hij andere keuzes kan maken.
De rechtbank ziet gelet op de aard van het feit waarvoor verdachte wordt veroordeeld geen aanleiding om een vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Sr op te leggen.