ECLI:NL:RBMNE:2024:1730

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
20 maart 2024
Publicatiedatum
19 maart 2024
Zaaknummer
16.134684.23/16.012806.24
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Professionele drugshandel en brandstichting met gevaar voor derden

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 20 maart 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die gedurende een periode van ongeveer acht maanden samen met anderen heeft gehandeld in cocaïne. De verdachte en zijn medeverdachten hebben deze drugshandel op professionele wijze uitgevoerd, waarbij de cocaïne voornamelijk werd verkocht aan kwetsbare mensen, waaronder verslaafden die in een hulpverleningsinstantie in Utrecht verbleven. De rechtbank heeft deze handelswijze als ernstig beoordeeld, gezien de kwetsbaarheid van de slachtoffers. Naast de drugshandel is de verdachte ook schuldig bevonden aan brandstichting. Op 26 april 2023 heeft hij samen met anderen een auto in brand gestoken, terwijl de bewoners van het huis waar de auto voor stond, lagen te slapen. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 30 maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest. Tevens is de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste voor de brandstichting, toegewezen. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden en dat hij onvoldoende inzicht heeft getoond in zijn handelen, wat heeft geleid tot de beslissing om geen voorwaardelijke straf op te leggen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16.134684.23 en 16.012806.24 (gev. ttz) (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 20 maart 2024

in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2003 te [geboorteplaats] ,/
wonende aan de [adres 1] , [woonplaats 1] ,
gedetineerd in P.I. [verblijfplaats] ,
hierna: verdachte.

ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op 18 oktober 2023 (regie), 12 januari 2024 (pro forma), 28 februari 2024 (inhoudelijke behandeling) en 20 maart 2024 (sluiting onderzoek).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. B. Nitrauw en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. D.R. Kops, advocaat te Breukelen, alsmede de benadeelde partij [benadeelde] naar voren hebben gebracht.

TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er in de kern op neer dat verdachte:
16.134684.23
Feit 1: in de periode van 11 november 2022 tot en met 4 juli 2023 in IJsselstein, Nieuwegein en Utrecht samen met anderen heeft gehandeld in cocaïne;
Feit 2: op 4 juli 2023 in IJsselstein samen met anderen opzettelijk 3,8 gram cocaïne aanwezig heeft gehad;
Feit 3: op 4 juli 2023 in IJsselstein samen met anderen opzettelijk 986,1 gram hasjiesj aanwezig heeft gehad.
16.012806.24
op 26 april 2023 te Nieuwegein samen met anderen opzettelijk brand heeft gesticht in een auto door brandbare vloeistof over de auto te gieten en in brand te steken, waardoor er gemeen gevaar voor goederen te duchten was.

VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

WAARDERING VAN HET BEWIJS

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend te bewijzen.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde van parketnummer 16.134684.23 gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat dit voor de drugshandel (feit 1) gaat om de periode vanaf eind februari 2023. Voor de ten laste gelegde periode vanaf november 2022 tot eind februari 2023 heeft de raadsman partiële vrijspraak bepleit. De standpunten van de raadsman worden, voor zover van belang, besproken onder 4.3.
Ten aanzien van de onder 16.012806.24 ten laste gelegde brandstichting heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is van oordeel dat alle feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De rechtbank licht dit hierna toe.
Bewijsmiddelen 16.134684.23 [1]
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Uit de bevraging van de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (
hierna: * [telefoonnummer 1]) volgt een daadwerkelijke actieve periode van 11-10-2022 tot en met 19-03-2023. Uit analyse van de historische verkeersgegevens van * [telefoonnummer 1] is gebleken dat er tot ongeveer begin maart 2023 veelvuldig (in ieder geval meerdere keren per week) telefonische contacten plaatsvonden met onder andere de volgende vier telefoonnummers: [telefoonnummer 2] , [telefoonnummer 3] , [telefoonnummer 4] en [telefoonnummer 5] . Uit onderzoek in de politieregistratiesystemen naar de tenaamgestelden van deze nummers is gebleken dat deze telefoonnummers vermoedelijk in gebruik zijn bij personen die verslaafd zijn aan harddrugs. Het contact met deze telefoonnummers start op de volgende momenten:
• * [telefoonnummer 3] : 11-11-2022 [2]
Gezien deze feiten en omstandigheden is het vermoeden ontstaan dat het telefoonnummer * [telefoonnummer 1] sinds 11-11-2022 als zogenaamde dealerlijn gebruikt werd.
Van de vier genoemde telefoonnummers van de mogelijke afnemers werden de historische verkeersgegevens bevraagd en onderzocht. Uit analyse van deze verkeersgegevens is gebleken dat voornoemde vier telefoonnummers vanaf ongeveer begin maart 2023 alle vier veelvuldig contact hebben met telefoonnummer [telefoonnummer 6] (
hierna: * [telefoonnummer 6]). Wat opvalt is dat dit telefoonnummer in de plaats lijkt te zijn gekomen van * [telefoonnummer 1] . Uit analyse van de historische verkeersgegevens blijkt namelijk dat vanaf het moment dat het contact met * [telefoonnummer 1] is gestopt, het contact met * [telefoonnummer 6] begint. Hierdoor was het vermoeden ontstaan dat het telefoonnummer * [telefoonnummer 6] het nieuwe dealernummer betreft. [3]
Op 27-03-2023 werd er door het onderzoeksteam een telefoontap aangesloten op het telefoonnummer * [telefoonnummer 6] . Het contact tussen de vier eerder benoemde telefoonnummers en * [telefoonnummer 6] start op de volgende momenten:
• * [telefoonnummer 3] : 24-02-2023
• * [telefoonnummer 2] : 12-03-2023
• * [telefoonnummer 4] : 28-02-2023
• * [telefoonnummer 5] : 08-03-2023
Uit onderzoek naar de overige tegencontacten van de gebruiker van dit nummer (* [telefoonnummer 6] ) is eveneens gebleken dat er veelvuldig contact was met telefoonnummers die geregistreerd staan op naam van personen die als harddruggebruiker zijn geclassificeerd. Hiermee is vastgesteld dat * [telefoonnummer 6] een deallijn betreft. [4]
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Gedurende het onderzoek Obando heeft vanaf 27 maart 2023 een telefoontap gelopen op het telefoonnummer [telefoonnummer 6] (* [telefoonnummer 6] ). Uit het beluisteren van middels deze telefoontap geïntercepteerde gesprekken is gebleken dat dit telefoonnummer gebruikt werd ten behoeve van de handel in verdovende middelen, meer specifiek als dealerlijn. Uit beluisterde telefoongesprekken viel af te leiden dat er nagenoeg dagelijks meerdere malen bestellingen van verdovende middelen binnenkwamen op dit telefoonnummer. [5]
Gedurende het onderzoek zijn meerdere personenauto's in beeld gekomen die door de verschillende verdachten gebruikt werden. In een aantal van deze voertuigen is plaatsbepalingsapparatuur geplaatst:
  • [kenteken 1] , Skoda Fabia op naam van [A] (vader van verdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ), gegevens vanaf 20 maart 2023
  • [kenteken 2] , Toyota Yaris op naam van [B] (moeder van verdachte [medeverdachte 3] ), gegevens vanaf 15 mei 2023
  • [kenteken 3] , Ford Focus op naam van verdachte [medeverdachte 2] , gegevens vanaf 28 april 2023
Bij meerdere telefoongesprekken betreffende bestellingen van verdovende middelen volgde kort na het gesprek een reisbeweging van één van deze voertuigen.
Uit zeer veel telefoongesprekken bleek dat meerdere afnemers van verdovende middelen vermoedelijk woonden op een locatie van [instelling] , [adres 2] te [plaats 1] .
Verschillende telefoonnummers waarmee bestellingen van verdovende middelen werden gedaan bij * [telefoonnummer 6] stonden blijkens onderzoek bij het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie geregistreerd op naam van personen die als woonadres deze locatie hadden. Daarnaast werd in zeer veel gesprekken benoemd dat er naar ' [instelling] ' gekomen moest worden door de dealer, er werd afgesproken 'aan de weg bij het witte bord' of bij 'het bruggetje'. Uit analyse van de gegevens van de plaatsbepalingsapparatuur is gebleken dat bovenstaande personenauto's veel reisbewegingen maakten richting de [straat 2] , een korte stop maakten aan de weg (soort oprit richting [instelling] ) of bij een bruggetje nabij deze locatie. [6]
Telefoongesprek:
31-03-2023 07.32 uur, gesprek met [telefoonnummer 4]
: Hey kun jij deze kant even op komen?
[telefoonnummer 6] : Ja toch
[telefoonnummer 4] : Voor uuh, twee witte
[telefoonnummer 6] : Twee witte? Yo
[telefoonnummer 4] : Yo, uuh hoelang denk je?
[telefoonnummer 6] : Twintig minuten
Interpretatie door onderzoeksteam
De gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 4] wilde twee hoeveelheden cocaïne (twee witte, vermoedelijk twee gram), * [telefoonnummer 6] zei dat hij deze over twintig minuten zou komen brengen. Om 08.47 uur zei * [telefoonnummer 6] dat hij niet zelf reed maar dat degene die reed er over achttien minuten echt zou zijn. Om 09.04 uur volgde een telefoongesprek waarin * [telefoonnummer 6] zei dat de afnemer naar buiten moest komen, vermoedelijk werd op dat moment de bestelling van verdovende middelen afgeleverd. Blijkens onderzoek in de politieregistratiesystemen is telefoonnummer [telefoonnummer 4] in gebruik bij een aan harddrugs verslaafd persoon genaamd [getuige 1] , wonende op een locatie van [instelling] , [adres 2] te [plaats 1] .
Reisbeweging [kenteken 1] langs [instelling]
De personenauto met kenteken [kenteken 1] reed vanuit [woonplaats 1] naar [instelling] , maakte daar een korte stop (om 09:06 uur, overeenkomend met het telefoongesprek) en reed weer terug naar [woonplaats 1] . [7]
28-05-2023 18:30 gesprek met [telefoonnummer 7]
: Hai met [contactnaam] . Hey uhm hoeveel is een half pakje bij jou?
[telefoonnummer 6] : Vijfentwintig
[telefoonnummer 7] : Oké, en hoe laat kan je ongeveer in Nieuwegein zijn?
[telefoonnummer 6] : Als je mij adres stuurt dan laat ik jou gelijk weten precies hoe laat.
[telefoonnummer 7] : Is goed Oké.
Interpretatie door onderzoeksteam
De gebruikster van telefoonnummer [telefoonnummer 7] vroeg hoeveel een halve gram cocaïne (half pakje) [8] was bij " [telefoonnummer 6] , die kostte bij [telefoonnummer 6] vijfentwintig euro.
In het gesprek dat hierop volgde om 18:43 uur zei de afneemster dat zij er 'eentje' wilde en dat ze op het Muntplein wilde afspreken.
Reisbeweging [kenteken 3] naar Muntplein Nieuwegein
De personenauto met kenteken [kenteken 3] reed vanuit [woonplaats 1] naar het Muntplein te Nieuwegein, waar hij rond 18:54 uur aan kwam, en reed vervolgens weer terug naar [woonplaats 1] . [9]
20-06-2023 13.44 gesprek met [telefoonnummer 8]
vraagt of iemand met spoed bij de pinautomaat van het stadje kan komen. Hij geeft aan dat hij naar de action moet. [telefoonnummer 6] geeft aan dat hij bij de molen moet gaan staan en dat hij moet gaan bellen als hij daar is.
Interpretatie door onderzoeksteam
De gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 8] wilde snel verdovende middelen afnemen, * [telefoonnummer 6] zei dat de afnemer naar de molen moest gaan. Om 14:07 uur volgde een gesprek waarin de afnemer zei dat hij er over één minuut zou zijn.
Waarneming observatieteam
Door het observatieteam werd waargenomen dat de personenauto [kenteken 2] richting de molen in [woonplaats 1] reed (molen op de [straat] ), daar een korte stop maakte om een overdracht van
vermoedelijk verdovende middelen te doen en weer wegreed. Waargenomen werd dat de persoon die de verdovende middelen aannam deze direct gebruikte. Als bestuurder van de personenauto [kenteken 2] werd [medeverdachte 3] herkend. [10]
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Gedurende het onderzoek zijn van verdachten telecommunicatienummers achterhaald (telefoonnummer, IMEI, IMSI). Dit betreffen de volgende verdachten en nummers:
Verdachte
Nummers
[medeverdachte 1]
[telefoonnummer 9]
[IMEI-nummer 1] (IMEI)
[medeverdachte 2]
[IMSI-nummer 1] (IMSI)
[IMSI-nummer 2] (IMSI)
[IMEI-nummer 2] (IMEI)
[medeverdachte 3]
[telefoonnummer 10]
[verdachte]
[IMEI-nummer 3] (IMEI)
[telefoonnummer 11]
Op de dealerlijn * [telefoonnummer 6] loopt vanaf 27 maart 2023 een telefoontap. Uit onderzoek naar afgeluisterde telefoongesprekken is gebleken dat er zeer veel bestellingen van gebruikershoeveelheden cocaïne werden gedaan waarbij als overdrachtslocatie de nabije omgeving van een vestiging van [instelling] werd gekozen. Deze locatie betrof de [straat 2] te [plaats 1] , nabij perceel [perceelnummer] . [11] Hierna volgen in chronologische volgorde reisbewegingen en verplaatsingen van telecom betreffende de vermoedelijke aflevering van verdovende middelen.
31-03-2023
Reisbeweging [kenteken 1] naar [straat 2] en weer terug naar [woonplaats 1] , overeenkomende
verspringing dekkingsgebieden IMSI [IMSI-nummer 1] ( [medeverdachte 2] ). [12]
Telefoongesprekken
Om 07:32 uur werden 'twee witte' besteld bij * [telefoonnummer 6] . Om 09:04 uur zei * [telefoonnummer 6] dat de afnemer naar buiten moest komen.
04-04-2023
Reisbeweging * [telefoonnummer 6] , [telefoonnummer 10] ( [medeverdachte 3] ) en [telefoonnummer 11] ( [verdachte] ) naar [straat 2] en weer terug naar [woonplaats 1] .
Telefoongesprekken
Om 16.20 uur werden 'twee witte' besteld bij * [telefoonnummer 6] en om 16:59 uur zei * [telefoonnummer 6] dat hij er over tien seconden zou zijn. [13]
18-04-2023
Reisbeweging [telefoonnummer 10] ( [medeverdachte 3] ) en [telefoonnummer 9] + [IMEI-nummer 1] ( [medeverdachte 1] ) naar [straat 2] en terug naar [woonplaats 1] .
Telefoongesprekken
Om 22:19 uur zei * [telefoonnummer 6] tegen een vaste afnemer dat hij eraan kwam. [14]
02-05-2023
Reisbeweging [kenteken 3] naar [straat 2] , overeenkomende verspringingen * [telefoonnummer 6] en [IMEI-nummer 2] + [IMSI-nummer 2] (simkaart met dit IMSl-nummer was geplaatst in het toestel met genoemd IMEI, [medeverdachte 2] ) [15]
Telefoongesprekken
Om 15.37 uur gaf een afnemer door dat zij klaar stonden, er moesten verschillende hoeveelheden cocaïne geleverd worden. Deze overdacht werd door het observatieteam waargenomen, als bestuurder van de [kenteken 3] werd [medeverdachte 2] herkend. [16]
29-05-2023
Reisbeweging [kenteken 3] naar [straat 2] , overeenkomende verspringingen [telefoonnummer 6] en
[IMSI-nummer 1] (dealerlijn en [medeverdachte 2] ).
Telefoongesprekken
Om 21:56 uur werd bij * [telefoonnummer 6] een 'twintigje wit' besteld, om 22:20 uur zei * [telefoonnummer 6] tegen de afnemer dat hij om de hoek was. [17]
13-06-2023
Reisbeweging [kenteken 2] naar [straat 2] , overeenkomende verspringingen * [telefoonnummer 6] (deallijn), [telefoonnummer 10] ( [medeverdachte 3] ) en [telefoonnummer 11] ( [verdachte] ).
Telefoongesprekken
Om 12:30 uur werd bij * [telefoonnummer 6] voor zestig euro besteld, het moest naar [instelling] . * [telefoonnummer 6] zei dat het twintig minuten zou duren. Om 12:55 uur zei * [telefoonnummer 6] dat de afnemer kon gaan lopen. [18]
16-06-2023
Reisbeweging [kenteken 3] naar [straat 2] , overeenkomende verspringingen [telefoonnummer 6]
(deallijn) en [IMEI-nummer 1] ( [medeverdachte 1] ). [19]
Telefoongesprekken
Om 16:51 uur werd bij * [telefoonnummer 6] 'eentje van 20' besteld, het zou een half uur duren. Om 17:10 uur zei [telefoonnummer 6] dat het nog tien minuten duurde en om 17:38 uur zei de afneemster dat het halve [instelling] stond te wachten. [20]
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Uit onderzoek is gebleken dat in opsporingsonderzoek Sirius een telefoontap heeft gelopen op het telefoonnummer [telefoonnummer 1] (* [telefoonnummer 1] ) en dat er zeer veel geïntercepteerde telefoongesprekken zijn die het vermoeden bevestigen dat dit een dealerlijn betrof. [21] Ik, verbalisant, heb gedurende onderzoek Obando zeer veel geïntercepteerde telefoongesprekken beluisterd en uitgewerkt die waren gevoerd met telefoonnummer [telefoonnummer 6] . Deze gesprekken vertoonden grote gelijkenissen met de in onderhavig proces-verbaal weergegeven gesprekken, geïntercepteerd middels de telefoontap op [telefoonnummer 1] . Er werd in zeer veel gesprekken afgesproken bij [instelling] op de [straat 2] bij De Meern en bij het nabijgelegen bruggetje. Ook de werkwijze, namelijk dat er een bestelling werd gedaan bij de beheerder van * [telefoonnummer 1] waarna een derde persoon de verdovende middelen kwam leveren, kwam volledig overeen. [22]
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Tijdens de doorzoeking van de woning aan de [adres 1] in [woonplaats 1] , waar verdachte [verdachte] woonachtig is, werden een aantal mobiele telefoons in beslag genomen. Onder andere de iPhone 7 op de slaapkamer van [verdachte] (op het bed). Het telefoonnummer wat in gebruik is op de mobiele telefoon betreft [telefoonnummer 6] . [23] De WhatsApp username welke op de dealtelefoon geregistreerd is, betreft: [bijnaam verdachte] . De in deze telefoon aangetroffen WhatsApp chats zijn in zijn geheel te relateren aan de handel in verdovende middelen. Op 25 februari 2023 (een dag na ingebruikname van het nieuwe dealnummer) verstuurt [bijnaam verdachte] het volgende bericht in een groep chat met 97 contacten en afzonderlijk naar zijn Whatsapp contacten: "We zijn weer 24/7 actief op ons nieuwe nummer groetjes [bijnaam verdachte] ". [24]
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Op 4 juli 2023 werd bij de doorzoeking van de woning van de verdachte [verdachte] , [adres 1] te [woonplaats 1] , in de slaapkamer van de verdachte een iPhone 6s aangetroffen. De mobiele telefoon bleek voorzien van het imeinummer [IMEI-nummer 4] . In de telefoon was een simkaart aanwezig die uitgelezen werd. De simkaart was voorzien van het daaraan gekoppelde imsinummer [IMSI-nummer 3] . Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] van 20-09-2022 tot en met 19-03-2023 blijkt dat het genoemde telefoonnummer in genoemde periode alleen gebruikt werd in een mobiele telefoon voorzien van het imeinummer [IMEI-nummer 4] en dat het genoemde telefoonnummer gekoppeld was aan het imsinummer [IMSI-nummer 3] . De IMEI is een uniek 14-cijferig nummer op basis waarvan een mobiel toestel in het radionetwerk van de aanbieder wordt herkend. Het 15e getal betreft een controlegetal en wordt door de providers wisselend weergegeven. [25]
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Uit het beluisteren en uitwerken van taplijn TA007 kwam naar voren dat de gebruiker van het
nummer [telefoonnummer 11] (zoals vastgesteld is dit [verdachte] ) de bijnaam ' [bijnaam medeverdachte 3] ' heeft. [26]
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Gedurende het onderzoek bleek dat met name [medeverdachte 3] ten behoeve van de handel in verdovende middelen veelvuldig gebruik maakte van een personenauto van het merk Toyota Yaris, voorzien van kenteken [kenteken 2] , die op naam stond van zijn moeder. Tussen 3 april 2023 en 2 mei 2023 is vertrouwelijke communicatie opgenomen die plaatsvond in genoemde personenauto. Ik, verbalisant, heb steekproefsgewijs enkele gesprekken van de opgenomen vertrouwelijke communicatie beluisterd en hoorde dat er door verschillende personen (in wisselende samenstelling) in het voertuig veelvuldig gesproken werd over de handel in verdovende middelen. Daarnaast vonden er zeer veel korte stop-momenten plaats waarbij duidelijk sprake was van de overdacht van een gebruikershoeveelheid verdovende middelen. [27]
21 april 2023
Op 21 april 2023 vond een reisbeweging plaats van de personenauto vanuit IJsselstein naar de wijk [locatie 3] in Utrecht. Uit analyse is gebleken dat de telefoonnummers in gebruik bij [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 10] en [telefoonnummer 9] ) een volledig overeenkomende reisbeweging maakten. Uit de opgenomen vertrouwelijke communicatie in de personenauto bleek dat er gedurende de reisbeweging vanuit IJsselstein naar Utrecht [locatie 3] twee mannen in het voertuig zaten. Kort nadat het voertuig in beweging was gekomen zei de ene man tegen de andere: "Race, race he [medeverdachte 3] , race", waaruit valt af te leiden dat [medeverdachte 3] de bestuurder was. Later in het gesprek, om 22:40 uur werd door [medeverdachte 3] het telefoonnummer ' [telefoonnummer 12] ' genoemd, dit nummer moest worden gebeld. Te horen was dat vermoedelijk de andere man in de auto dit nummer op een telefoon intoetste en belde, hij zei dat hij geen verbinding kreeg.
Uit onderzoek naar de telefoontap op het telefoonnummer * [telefoonnummer 9] van [medeverdachte 1] is gebleken dat er op 21 april 2023 [28] om 22:40:55 en 22:41:05 uur twee uitgaande gesprekspogingen waren naar het door [medeverdachte 3] genoemde telefoonnummer, er kwam echter geen verbinding tot stand. Gezien al deze feiten en omstandigheden is het aannemelijk dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] de personen waren die op 21 april 2023 in onderstaande communicatie te horen waren.
[medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 3] : "Ik ga nog niet maken, ik moet eerst testen en dan ga ik terugkomen hierheen, dan gaan we pas maken."
[medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 1] : Hoe beter hoe drukker hoe meer geld. Als je die lijn gaat verkopen je hebt nu voor 120 doezoe, 55 doezoe... nieuw blok nemen.
Nadat [medeverdachte 1] in [locatie 3] enige tijd uit het voertuig is geweest en hierna weer instapt:
[medeverdachte 1] : Hij zei dat kanker goed is.
[medeverdachte 1] : Ik moet iemand vragen die kan snuiven.
[medeverdachte 1] : Ja die eh, die kan testen
[medeverdachte 3] : Ja. [bijnaam medeverdachte 3] heeft die nummers
[medeverdachte 1] : [medeverdachte 2] heeft hem nu.
[medeverdachte 3] in een telefoongesprek: "Maar hee, laat weten of hij voor rook of snuif wil. Maar roken is al net uitgetest he. Ja maar diegene moet het in zijn neus doen." [29]
Nadat er twee personen in de auto zijn gestapt, vermoedelijk om drugs te testen:
NNv: It is not speed he?
[medeverdachte 3] : new coke.. So ehh can you try it and let us know how it's
[medeverdachte 3] : This is one gram he?
NNv: Oke then. I will write you
Kort nadat de twee personen zijn uitgestapt:
Telefoon gaat over. [medeverdachte 3] neemt op en zegt: "Jo. Ja is goed...Ehh...ze had hem eerst geproefd gewoon met haar tong, toen zei ze eh dat goed proefde... Toen zei ik tegen haar als je gaat gebruiken door je neus, moet je mij een berichtje sturen..."
26 april 2023
Op 26 april 2023 zaten [medeverdachte 3] en [verdachte] samen in het voertuig en voerden het volgende gesprek over het dealen van drugs, waarbij [medeverdachte 3] dacht dat hij binnenkort wel zou worden aangehouden:
[medeverdachte 3] : Maar bro deze auto sowieso kanker heet.
[medeverdachte 3] : Ik denk ook niet dat ik nog lang te gaan heb hoor. Ik deal nu al zes of uuh vijfmaanden. Vijf maanden doe ik nu al dealen. [30]
[verdachte] : Ik heb het wel ongeveer een taya (een jaar) volgehouden. [31]
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Op 7 juli 2023 zijn de volgende personen als getuige gehoord:
• [getuige 1] , [geboortedatum 2] -1988;
• [getuige 2] , [geboortedatum 3] -1989.
Tijdens deze verhoren zijn er aan de getuigen foto's van de verdachten getoond. In de proces-verbalen wordt gesproken over foto 1, 2, 3 en 4. Dit betreft de volgende foto's:
Foto 1: Verdachte [medeverdachte 3]
Foto 2: Verdachte [verdachte] [32]
Een proces-verbaal van verhoor getuige, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Getuige: [getuige 1] , adres [adres 2] te [plaats 1] . [33]
V: Wat gebruik je dan?
A: Ik gebruik cocaïne. Als jij tien keer op een dag komt dan wordt je wel eens gezien.
V: Kwamen ze zo vaak?
A: Op en neer joh, op en neer. [34]
V: Bij welk nummer bestelde jij?
A: Ja, bij die nu opgepakt zijn. [35]
V: Waar spraken jullie dan af?
A: Hier in de buurt. Vijf minuten lopen.
V: Weet je misschien waar het nummer op eindigt? Of op begint?
A: 4,8 4 ofzo?
V: Als je dan met die jongens gebeld had. Hoe kwamen ze dat dan brengen?
A: Met de auto, of de scooter. [36]
V: Ze kwamen ook wel eens met een andere auto?
A: Ja.
V: Als je met die jongens belde, kwamen zij het dan ook brengen? Of kwam er iemand anders brengen?
A: Weet ik niet. Volgens mij kwam er gewoon iemand aan ofzo.
V: Hoe weet je dat? Dat het een andere jongen was.
A: Als ik met ze bel, dan kreeg ik iemand aan de lijn en dan zei hij 'er is iemand onderweg'. Dat zeggen ze ook, 24 uur weet je wel. 24/7.
Aan de getuige wordt foto 1 getoond.
A: Ja, dat is er een die ik ken.
Aan de getuige wordt foto 2 getoond.
A: Ken ik ook. Hij heeft een beugel in zijn bek.
V: Hoe ken je hem?
A: Hij was altijd wel van de telefoon.
V: Hij nam op?
A: Ja. De rest die kwam het brengen. [37]
V: Hoe weet je dan dat hij het is?
A: Ik heb hem vaker gezien. Hij kwam ook wel eens meerijden. Voor de rest nam hij wel op.
V: Hoe weet je dan dat hij dan die telefoon opneemt.
A: Omdat ik dan zijn stem hoor.
V: Wat is dan zo kenmerkend aan zijn stem?
A: Zijn beugel. Dan hoor je toch weer een ander iets.
Aan de getuige wordt foto 2 getoond.
V: Als hij de telefoon opnam, kwam dan iemand anders brengen?
A: Ja. Getuige wijst naar foto 1. Dan kwam hij brengen.
V: Was dat altijd zo?
A: Meestal wel.
0: Ik ga twee nummers opschrijven en dan vraag ik of jij die herkent. Het eerste nummer is
[telefoonnummer 6] .
A: Ik denk dat dat hem wel is. Ik denk dat dat het enige goede nummer is. Daar heb ik laatst nog op gebeld, en die stond uit. [38]
Een proces-verbaal van verhoor getuige, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Getuige: [getuige 2] , adres te [plaats 1] . [39]
V: Wat doen die jongens dan met jouw telefoon?
A: Ze bellen hun dealer op, of ik bel hem op. [40]
A: Ik heb ook wel eens [verdachte] mijn telefoon meegegeven. Hier op de hoek. Hij is ook een van die gasten die 'hun' altijd belden. [41]
A: Die jullie hebben opgeruimd. Het zijn toch jonge jongens.
V: Bellen ze dan voor cocaïne?
A: Ja
V: Wie bedoel je dan?
A: Ja, die jongens uit [woonplaats 1] . [42]
Aan de getuige wordt foto 1 getoond.
A: Ja, die herken ik.
V: Waaraan herken je deze persoon?
A: Die komt uit [woonplaats 1] . Ik heb hem vaker gezien in een scooter of een auto. Ik heb hem meerdere malen gezien.
Aan de getuige wordt foto 2 getoond.
A: Die ken ik al voordat hij...
V: Wat was zijn bijnaam?
A: [bijnaam verdachte] . [43]
Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, voor zover inhoudende, en de aangehechte bijlage inbeslaggenomen goederen:
Op 4 juli 2023 werd voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in een woning gelegen aan de [adres 1] , [woonplaats 1] Ut. Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
Ponypacks "Scarface" met inhoud (aangetroffen in kelderbox van woning)
Brokken wit poeder (aangetroffen in kelderbox van woning)
5 blokken hasj (aangetroffen in kelderbox van woning)
5 blokken hasj (aangetroffen in kelderbox van woning) [44]
Een proces-verbaal uitslag forensisch onderzoek, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Op dinsdag 4 juli 2023 werd in perceel [adres 1] te [woonplaats 1] een verdachte aangehouden, genaamd: [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 2003 te [geboorteplaats] . Tijdens een ingestelde doorzoeking in perceel [adres 1] te [woonplaats 1] werden op verdovende middelen gelijkende stoffen aangetroffen en in beslag genomen.
Een brok wit poeder (AAPC9589NL) met een netto gewicht van 80,6 gram en een zakje met 20 papieren wikkels (AAPC9569NL) met een witkleurig poeder.
De monsters AAQI4896NL, afkomstig van AAPC9589NL (brok wit poeder) en AAQI4897NL, afkomstig van AAPC9569NL (20 wikkels) testten hierbij positief op de aanwezigheid van cocaïne. [45]
Een rapport identificatie van drugs, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
AAQI4896NL monster bevat cocaïne
AAQI4897NL monster bevat cocaïne
In het onderzoeksmateriaal is cocaïne aangetoond. Cocaïne is vermeld op lijst I van de Opiumwet. [46]
Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Verdachte [verdachte] . [47] Betreft onderzoek aan: [48]
Gripzak met 5 bruine blokken hasjiesj, 493,5 gram: positief voor THC (cannabis)
Gripzak met bruine blokken hasjiesj, 492,6 gram: [49] positief voor THC (cannabis) [50]

Over het bewijs

De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.

Bewijsoverwegingen drugshandel (feit 1)

De rechtbank acht op basis van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 11 november 2022 tot en met 4 juli 2023 samen met anderen heeft gehandeld in cocaïne.
In de slaapkamer van verdachte zijn op 4 juli 2023 twee telefoons aangetroffen. In deze telefoons zaten de telefoonnummers eindigend op * [telefoonnummer 1] en * [telefoonnummer 6] . Zoals volgt uit het dossier, zijn dit dealnummers voor handel in harddrugs. Het eerste contact met een harddrugsgebruiker met telefoonnummer * [telefoonnummer 1] vindt plaats op 11 november 2022 (de startdatum van de bewezenverklaarde periode). Nummer * [telefoonnummer 1] wordt op een gegeven moment vervangen door het telefoonnummer * [telefoonnummer 6] . Ook * [telefoonnummer 6] heeft veelvuldig contact met harddrugsgebruikers. Verdachte wordt door afnemers van harddrugs herkend als de persoon die de telefoon opnam of de drugs kwam afleveren. Een van de afnemers spreekt over nummer * [telefoonnummer 6] als zijn dealnummer en de andere afnemer verklaart dat zijn drugsdealer zichzelf ‘ [bijnaam verdachte] ’ noemde. Het whatsappaccount van nummer * [telefoonnummer 6] heeft de naam [bijnaam verdachte] . Beide getuigen verklaren dat deze dealer kwam voor het afleveren van cocaïne. In de tapgesprekken wordt gesproken over ‘witte’, waarmee cocaïne wordt bedoeld. Op 4 juli 2023 is bij verdachte in de berging bij zijn woning cocaïne aangetroffen. Verdachte heeft zich op zijn zwijgrecht beroepen. Dit betekent dat de rechtbank geen verklaring van verdachte heeft gehoord over bij hem aangetroffen telefoons met nummer * [telefoonnummer 1] en * [telefoonnummer 6] of over de bij hem aangetroffen cocaïne. Bovendien zegt verdachte in een afgeluisterd gesprek van 26 april 2023 dat hij het dealen een jaar heeft volgehouden. Op basis van al het voorgaande houdt de rechtbank verdachte verantwoordelijk voor het dealen in cocaïne vanaf dat eerste contactmoment op 11 november 2022 tot 4 juli 2023.
Uit de bewijsmiddelen volgt verder dat verdachte niet alleen handelde, maar dat hij dit samen met anderen deed. De rechtbank constateert dat verdachten samenwerkten voor het opnemen en afleveren van de bestellingen, omdat degene die de telefoon opnam soms een ander was dan degene die de drugs kwam afleveren. Ook constateert de rechtbank dat verdachten soms samen zorgden voor de aflevering van de drugs op de [straat 2] . Verder wordt er gesproken in meervoudsvorm vanuit het WhatsAppaccount [bijnaam verdachte] . De rechtbank ziet dat er ook overleg plaatsvindt over de handelswaar, de cocaïne. Uit dat overleg op 21 april 2023 blijkt dat er sprake is van een onderlinge taakverdeling: [bijnaam medeverdachte 3] (verdachte) heeft de nummers, medeverdachte [medeverdachte 1] legt contact met de testers en medeverdachte [medeverdachte 3] rijdt naar de locatie en houdt contact met de testers. Uit alles blijkt dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en anderen. De rechtbank vindt de bijdragen van verdachte ook voldoende wezenlijk: verdachte wordt door één van de getuigen aangeduid als degene die hoofdzakelijk de telefoon opnam (wat in lijn is met het gegeven dat de dealtelefoons in de slaapkamer van verdachte zijn aangetroffen) en verdachte is door getuigen ook herkend als de persoon die de drugs daadwerkelijk kwam bezorgen.

Bewijsmiddelen 16.012806.24

Een proces-verbaal van aangifte, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Pleegdatum/tijd: 26 april 2023
Aangever: [benadeelde] , [adres 3] , [woonplaats 2] .
Ik doe aangifte van brandstichting en vernieling van mijn auto. Op woensdag 26 april omstreeks 01:17 uur werd ik wakker van een knal. Ik keek vervolgens uit het raam en zag dat mijn auto in brand stond. Later heb ik samen met de politie de camerabeelden uitgekeken. Ik heb een aantal camera's aan mijn woning bevestigd. Op die beelden zag ik dat er een scooter met daarop twee personen op de hoek van de straat stopte. Ik zag dat een van de twee personen afstapte en met een jerrycan richting mijn auto liep. Ik zag dat de persoon volledig zwart gekleed was en een zwarte integraal helm droeg. Ik zag dat hij met de jerrycan een vloeistof over mijn auto goot. Ik zag dat hij dit over de hele lengte van de auto goot. Vervolgens zag ik dat hij de jerrycan neerzette en een doek pakte. Ik zag dat hij deze doek aanstak en dat hij deze richting de auto gooide. Op dat moment zag ik dat er een ontploffing plaatsvond en dat mijn auto helemaal in brand vloog. [51]
Een proces-verbaal van verhoor van aangever, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Aangever: [benadeelde] , [adres 3] , [woonplaats 2] .
V: Klopt het dat u aangifte heeft gedaan van brandstichting van uw voertuig, Mercedes-Benz, voorzien van kenteken [kenteken 4] ?
A: Ja
V: Waar stond uw voertuig ten tijde van de brandstichting?
A: Die stond precies voor de deur van de garage en voor de deur van mijn huis. Ongeveer 50 centimeter van mijn huis af. [52]
V: Is er, als gevolg van deze brandstichting, schade ontstaan aan uw woning?
A: Ja, heel veel roetschade aan de voorkant van het huis dat is allemaal schoongemaakt door een schoonmaakbedrijf. Verfschade, dat was afgebladderd. Het lood boven de garage was helemaal gesmolten, dit lag helemaal gesmolten op de grond. Wij hebben heel veel geluk gehad dat ik gelijk ben gaan blussen anders was mijn woning en de woning van de buren helemaal afgebrand. [53]
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Door het onderzoeksteam is telecommunicatie geïntercepteerd en vertrouwelijke communicatie opgenomen waarin door [C] , [medeverdachte 3] en [verdachte] werd gesproken. Door het onderzoeksteam zijn de stemmen van [C] , [medeverdachte 3] en [verdachte] herkend. Door mij werden de in dit proces-verbaal gerelateerde OVC-gesprekken nageluisterd. Ik herkende de stemmen als zijnde die van [C] , [medeverdachte 3] en [verdachte] .
Op dinsdag 25 april 2023, omstreeks 20.30 uur, vindt er een OVC-gesprek plaats waarin onder
andere het volgende gezegd wordt:
[C] : Het is daar.
[medeverdachte 3] : Ja ik weet.
[C] : Zie je waar Mercedes staat?
[verdachte] : Hmm
[medeverdachte 3] : Ja.
[C] : Die. [54]
Op dinsdag 25 april 2023, omstreeks 20.45 uur, vindt er een OVC-gesprek plaats waarin onder andere het volgende gezegd wordt:
[C] : Ja toch. Ga je met waggie (auto) of moet je die ding hebben?
[verdachte] : Watte?
[C] : 180 (180cc motorscooter)
[medeverdachte 3] : 180 (180cc motorscooter)
[verdachte] : Dat zou wel beter zijn ja haha.
[verdachte] : Waar zijn die kleintjes? Moeten ze effe benzine gaan halen in Nieuwegein ofzo.
[verdachte] heeft telefoongesprek met iemand
[verdachte] : Ok je moet effe wat voor mij doen zo. Effe wat mazout (brandstof) halen. [55]
Op woensdag 26 april 2023, omstreeks 00.40 uur, vindt er een OVC-gesprek plaats waarin onder andere het volgende gezegd wordt:
[medeverdachte 3] : Waar is die jerry? (jerrycan)
[verdachte] : Ik ga kleren pakken.
[medeverdachte 3] : Waar is die jerry?
[verdachte] : Die jerry pak ik ook wel.
[medeverdachte 3] : Is die hier?
[verdachte] : Bij mij achter. [56]
Op woensdag 26 april 2023, omstreeks 20.18 uur, vindt er een OVC-gesprek plaats waarin onder andere het volgende gezegd wordt:
[verdachte] : Hey ik denk sowieso niks aan de hand met die jerrycan man.
[medeverdachte 3] : Ik heb hem zo gegooid, zat ik te kijken. Ging ik aftellen. Bro, binnen één minuut was ie al kanker ver. Dus dat is een dus die ding wordt sowieso niet gevonden daar. Begrijp je, hij wordt kanker ver gevonden. En twee bro, hij zinkt.
[medeverdachte 3] : Onze lifestyle, mensen gaan in de fik, haha als ik eraan denk he [bijnaam medeverdachte 3] (bijnaam [verdachte] ) ik moet er nog steeds om lachen he. Maar ik verwachtte niet he.
[medeverdachte 3] : Dat dat ding zo heftig was, boem (doet geluid na) Dat wist ik niet he. Ik kreeg gewoon in, op mij.
[verdachte] : Zag je niet alles geel zeg maar?
[medeverdachte 3] : Ja bro, ik schrok.
[verdachte] : Jouw wimpers waren ook beetje he.
[medeverdachte 3] : Ja want ik was ook dichtbij
[medeverdachte 3] : na twee maanden heb ik alweer wenkbrauwen.
[medeverdachte 3] : Hayek lelijk en overal brand wonden over mijn lichaam heen. Hier bij mijn been. Bij mijn been wordt sowieso litteken. [57]
[verdachte] : Bro ik heb jou gewoon in de fik zien staan he. Ik kijk naar achteren, ik zie jouw hele borst staat in de fik. [58]
Op zaterdag 29 april 2023, omstreeks 15.10 uur, vindt er een OVC-gesprek plaats waarin onder
andere het volgende gezegd wordt:
[medeverdachte 3] : Ja, nee, ik had zo'n doekje gegooid maar ik stond veel te dichtbij bro. Zoef, bam (doet geluid knal na) tegen de zijkant bro. Ik wist niet bro, Wajow dus ik zie mijn hand staat in de fik haha. [59]
[medeverdachte 3] : Ja bro maar ik wist niet, ik doe alles. Weetje wat alles is? Bro, heel die ding heb ik over die ding heen gegooid.
NNM: Heb je wel lijntje gemaakt?
[medeverdachte 3] : Nee bro gewoon brrrbrrr (doet geluid na) [bijnaam medeverdachte 3] zegt, [bijnaam medeverdachte 3] zei tegen mij, [bijnaam medeverdachte 3] ging mij uitleggen. [bijnaam medeverdachte 3] zei tegen mij.
[medeverdachte 3] : [bijnaam medeverdachte 3] zei tegen mij, je moet die voorkant, hier gewoon, hier. Daar moet je ntv doen. Maar ik nam dat iets te serieus.
[medeverdachte 3] : Ja. Bro, ik doe zo, psshh psshh psshh (doet geluid na) Ewa broer, ntv die ding is gelukt.
[medeverdachte 3] : Maar [bijnaam medeverdachte 3] wou hem doen. Ik zei tegen hem, ik wil hem doen. Ik zei tegen hem ik heb nog nooit gedaan. [60]
Een proces-verbaal van bevindingen, zakelijk weergegeven, voor zover inhoudende:
Uit het baken in de Toyota Yaris met kenteken [kenteken 2] blijkt dat deze op 25 april 2023 omstreeks 20:25 uur vanaf de [straat 4] in [woonplaats 1] de A2 richting [plaats 2] op rijdt. Vervolgens wordt omstreeks 20:26 uur afrit [plaats 2] genomen om via de [straat 5] te [plaats 2] naar de [straat 6] te rijden. Uit de OVC en het baken in de Toyota blijkt dat vanaf omstreeks 20:31 uur [C] wordt opgehaald op de [straat 6] te [plaats 2] door [medeverdachte 3] en [verdachte] ( [bijnaam medeverdachte 3] genoemd in het OVC-gesprek). Vervolgens rijdt de Toyota door [plaats 3] heen en wordt er vermoedelijk gesproken over een conflict tussen de opa van [C] en een onbekende man. Hierna, tussen omstreeks 20:32:16 uur en 20:32:20 uur zeggen [C] , [verdachte] en [medeverdachte 3] het volgende:
[C] : Rijd hierzo rechts.
[medeverdachte 3] : Hiernaar rechts?
[C] : Zie je waar Mercedes staat? [61]
[medeverdachte 3] : Ja
[C] : Die.
De Toyota rijdt op dat moment op de [straat 7] richting de kruising met de [straat 3] en bevindt zich ook op enkele meters van die kruising. Kennelijk wordt door [C] aan [medeverdachte 3] en [verdachte] een Mercedes aangewezen. Uit bovenstaande valt op te maken dat [C] praat over een Mercedes waar zij zicht op hebben en die zich bij de kruising [straat 7] / [straat 3] te Nieuwegein in de buurt bevindt. [62]
Na het afzetten van [C] voeren [medeverdachte 3] en [verdachte] nog het volgende gesprek: [63]
[verdachte] : Hoe laat gaan we dan?
[medeverdachte 3] : Uuh, hoe laat jij wil.
[verdachte] : Één uur?
[verdachte] : op een motorscooter.
[medeverdachte 3] : Ja degene die rijdt.
[verdachte] : ntv met die hele jerry (jerrycan)
[medeverdachte 3] : Ja ja ja
[verdachte] : gooi het hiervoor. Hiertussen. Zie je dit, waar die motorkap opengaat. Bij die gaatjes. Daar moet je ingooien. [64]

Bewijsoverweging

De rechtbank acht op basis van de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte samen met anderen op 26 april 2023 brand heeft gesticht in een Mercedes. Uit de gegevens van het baken dat geplaatst was in de Toyota Yaris volgt dat de Toyota op 25 april 2023 op het moment dat [C] de Mercedes aanwijst, rijdt op de [straat 7] in [plaats 2] richting de kruising met de [straat 3] . Aangever is woonachtig aan de [straat 3] in [plaats 2] en is eigenaar van een Mercedes. Naast [C] zaten verdachte en medeverdachte [medeverdachte 3] op dat moment in deze auto, zoals volgt uit de in die auto opgenomen gesprekken. De rechtbank concludeert dat op 25 april 2023 een voorverkenning heeft plaatsgevonden. Uit de ovc-gesprekken volgt dat [C] aanwijst welke auto in brand gestoken moet worden en dat hij het vluchtvoertuig regelt. Verdachte en [medeverdachte 3] nemen de details van het plan voor de brandstichting door. Het gaat over het tijdstip, het vervoersmiddel en de benodigde benzine. Uit de ovc-gesprekken na de nacht van 26 april 2023 leidt de rechtbank af dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 3] de brand in de Mercedes ook daadwerkelijk gesticht hebben. Zij spreken samen over het vuur dat er te zien was, over het weggooien van de jerrycan en over het letsel van [medeverdachte 3] . Uit de verklaring van aangever blijkt dat er sprake is geweest van gevaar voor goederen, nu de brand zo dichtbij de woning van aangever heeft plaatsgevonden en de woning ook beschadigd is door het vuur.

BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
16.134684.23
1op meerdere momenten in de periode van 11 november 2022 tot en met 4 juli 2023 te IJsselstein en/of Nieuwegein en/of Utrecht, tezamen en in vereniging met anderen, telkens opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2op 4 juli 2023 te IJsselstein opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 88,7 gram van een materiaal bevattende cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3op 4 juli 2023 te IJsselstein opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 986,1 gram van een materiaal bevattende hasjiesj, zijnde hasjiesj een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
16.012806.24op 26 april 2023 te Nieuwegein, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk brand heeft gesticht in een auto (te weten een Mercedes-Benz met kenteken [kenteken 4] ), immershebben verdachte en zijn mededader toen en aldaar opzettelijk een brandbare (vloei)stof over die auto gegoten en vervolgens (open) vuur in aanraking met die brandbare (vloei)stof gebracht, ten gevolge waarvan die auto is verbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor de naastgelegen woning en/of schuur en/of goederen (in die woning en/of schuur), in elk geval gemeen gevaar voor goederen te duchten was.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
16.134684.23
Feit 1:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
Feit 2:opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 3: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
16.012806.24
medeplegen van opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.

STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

OPLEGGING VAN STRAF

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd te veroordelen tot:
- een gevangenisstraf van 48 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, het meewerken aan dagbesteding, het geven van inzicht in zijn financiën en een locatiegebod met elektronische monitoring (enkelband);
- een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), inhoudende een contactverbod met medeverdachten en [D] , een locatieverbod voor de plaats waar verdachte drugs verkocht en een locatieverbod voor de plaats van de brandstichting. Als verdachte zich niet aan deze maatregel houdt, moet hij per overtreding een maand in detentie doorbrengen, met een maximum van 6 maanden detentie.
De officier van justitie heeft gevorderd de 38v-maatregel dadelijk uitvoerbaar te verklaren.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft aangevoerd dat de eis van de officier van justitie buitensporig hoog is. De raadsman verwijst daarbij naar de oriëntatiepunten van de rechtbank (LOVS). De raadsman is het verder niet eens met de officier van justitie dat het in deze zaak gaat om drugshandel op straat die heftiger is dan andere drugshandelzaken. Verdachte zit bovendien al acht maanden in voorarrest. De reclassering adviseert de rechtbank om verdachte een enkelband te geven, in de vorm van een bijzondere voorwaarde. De raadsman stelt dat het dragen van een enkelband moet worden gezien als een verlenging van de straf en verzoekt de rechtbank om daar rekening mee te houden. Ten aanzien van de brandstichting heeft de raadsman aangevoerd dat moet worden uitgegaan van beperkte schade, in tegenstelling tot grote schade, zoals de officier van justitie lijkt te doen. De raadsman verzoekt de rechtbank om aansluiting te zoeken bij de straffen die worden opgelegd in de vergelijkbare zaken die bij het pleidooi zijn gevoegd. Concluderend is de raadsman van oordeel dat verdachte niet langer vast moet blijven zitten. Een voorwaardelijke gevangenisstraf voor zover de straf het voorarrest overstijgt en een taakstraf zouden een passende straf zijn.

Het oordeel van de rechtbank

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft tijdens een periode van ongeveer acht maanden samen met anderen gehandeld in cocaïne. Verdachte en zijn medeverdachten hebben deze drugshandel professioneel aangepakt. Er werd administratie bijgehouden, de samenwerking werd afgestemd, de taken waren verdeeld en er waren meerdere voertuigen beschikbaar om de drugs af te leveren. De cocaïne werd vooral verkocht aan kwetsbare mensen; verslaafde mensen die wonen op een locatie van [instelling] in [plaats 1] en daar begeleiding krijgen. Dat verdachte cocaïne aan deze verslaafde mensen op deze locatie verkocht, vindt de rechtbank ernstig. Juist deze mensen moeten beschermd worden tegen de gevaren van drugs. Deze handelswijze laat volgens de rechtbank zien dat verdachte alleen heeft gedacht aan zichzelf en het geld dat hij kon verdienen met de handel in cocaïne. Voor de strafmaat vindt de rechtbank het daarnaast van belang dat drugshandel in algemene zin de maatschappij schade toebrengt. Drugsgebruik heeft een negatief effect op de volksgezondheid en handel in drugs zorgt voor veel criminaliteit en overlast. Dat zijn redenen om drugshandel te bestraffen. Ook houdt de rechtbank bij de strafoplegging rekening met het feit dat verdachte zowel cocaïne als hasjiesj in zijn woning had.
Naast drugshandel heeft verdachte zich samen met anderen schuldig gemaakt aan brandstichting door een auto in brand te steken. De auto stond geparkeerd vlak voor een huis en is ’s nachts in brand gestoken, terwijl de bewoners van dat huis lagen te slapen. De manier waarop verdachten de brandstichting hebben voorbereid en uitgevoerd (in opdracht en met een plan), hoe zij hebben gesproken over de brandstichting (lacherig en grapjes makend) en de reden waarom verdachten de brand hebben gesticht (iemand bang maken), vindt de rechtbank stuitend. Verdachte heeft zich geen seconde bekommerd om de gevolgen van de brandstichting. De gevaren van een brandende auto waren duidelijk ondergeschikt aan het geld en de kick voor verdachte. Op de zitting heeft het slachtoffer van de brandstichting verteld hoeveel angst de brandstichting bij hem en zijn vrouw teweeg heeft gebracht en hoeveel onbegrip zij ervaren over het waarom van de brandstichting. Dat verdachte geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen, rekent de rechtbank verdachte aan.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 1 januari 2024;
- een reclasseringsadvies van 27 februari 2024, uitgebracht door Reclassering Nederland.
Het uittreksel van de justitiële documentatie (het strafblad) van verdachte is blanco, op een strafbeschikking voor te hard rijden na. De reclasseringsmedewerker schrijft in het advies dat zij het risico op herhaling van strafbaar gedrag door verdachte niet goed kan inschatten, omdat verdachte zich op zijn zwijgrecht heeft beroepen en dus geen vragen wilde beantwoorden. De reclasseringsmedewerker maakt zich zorgen om het sociale netwerk van verdachte, zijn dagbesteding en zijn financiële situatie. Het advies aan de rechtbank is om verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen, zodat aan de straf bijzondere voorwaarden kunnen worden verbonden. Die voorwaarden stellen de reclassering in staat om een beter beeld te krijgen van het doen en laten van verdachte, waardoor de risicofactoren beter kunnen worden ingeschat. Op de zitting heeft verdachte verklaard dat hij bereid is om mee te werken met de reclassering, als de rechtbank dat nodig vindt.
Strafoplegging
De rechtbank stelt voorop dat de bewezenverklaarde feiten zo ernstig zijn dat de zwaarste strafmodaliteit, een gevangenisstraf, op zijn plaats is. De rechtbank kijkt voor het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf onder meer naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS voor het dealen van drugs. Voor een dealperiode van 6 tot 12 maanden is het oriëntatiepunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden. Voor brandstichting is er geen oriëntatiepunt. De raadsman heeft aangevoerd dat de eis van de officier van justitie voor – met name de brandstichting – te hoog is. Hoewel de rechtbank het met de raadsman eens is dat de eis van de officier van justitie (te) fors is, is de rechtbank van oordeel dat de door de raadsman overgelegde jurisprudentie waarin aanzienlijk lagere straffen voor brandstichting werden opgelegd (variërend van werkstraffen tot enkele maanden gevangenisstraf) niet vergelijkbaar is met de onderhavige zaak. Hoewel het juist is dat de schade in de onderhavige zaak relatief beperkt is gebleven (overigens mede door handelen van aangever zelf), is de wijze waarop en de reden waarom de brand is gesticht voor de rechtbank reden om een hogere straf op te leggen. Verdachte heeft doelbewust en tegen betaling brand gesticht met het oogmerk om aangever angstig te maken. De straf die volgens de rechtbank op basis van het al voorgaande passend is en aan verdachte oplegt, is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, met aftrek van het voorarrest.
De rechtbank kiest niet voor een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden, omdat verdachte onvoldoende aan de rechtbank heeft laten zien dat hij inzicht heeft in zijn eigen handelen en gemotiveerd is om mee te werken aan de reclassering. De rechtbank is van oordeel dat dit in deze zaak twee belangrijke voorwaarden zijn om te komen tot een voorwaardelijk strafdeel met bijzondere voorwaarden. Verdachte heeft op geen enkele manier verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen. Hij heeft gedurende vrijwel het hele proces gezwegen en slechts gezegd dat hij aan het werk wil gaan en een opleiding wil volgen als hij uit detentie komt.
De rechtbank ziet gelet op de aard van de feiten waarvoor verdachte wordt veroordeeld geen aanleiding om een vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Sr op te leggen.

VOORLOPIGE HECHTENIS

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft de gevangenneming van verdachte voor de brandstichting gevorderd.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich verzet tegen de vordering tot gevangenneming.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is van oordeel dat er ernstige bezwaren zijn voor de brandstichting, gelet op de bewezenverklaring, zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld. De rechtbank is eveneens van oordeel dat er gronden bestaan voor de brandstichting. Er moet ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte zich in de toekomst weer schuldig zal maken aan strafbare feiten, waardoor de veiligheid van de staat of de gezondheid of veiligheid van personen in gevaar kan worden gebracht, dan wel algemeen gevaar voor goederen kan ontstaan. Daarbij wordt het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft geen inzicht gegeven in zijn beweegredenen. Uit het dossier volgt wel dat verdachte een financiële vergoeding zou krijgen voor de brandstichting. Omdat verdachte geen legaal inkomen heeft, bestaat er gegronde reden om te vermoeden dat verdachte door strafbare feiten in zijn levensonderhoud voorziet. De situatie als bedoeld in artikel 67a lid 3 Sr is niet aan de orde. De rechtbank zal daarom de gevangenneming bevelen.

BESLAG

De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft kortgezegd gevorderd dat de telefoons, het versnijdingsmiddel en de verpakkingen verbeurd worden verklaard. De drugs moeten volgens de officier van justitie worden onttrokken aan het verkeer.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

Het oordeel van de rechtbank

Verbeurdverklaring

De rechtbank zal de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
- Nokia (776543)
- iPhone (776431);
- iPhone (776434);
- iPhone (776532);
- versnijdingsmiddel (776528);
- ongevouwen ponypacks (776530) en
- sealbags (776656)
verbeurd verklaren. Met betrekking tot deze voorwerpen is het onder 1 bewezen verklaarde feit begaan dan wel voorbereid.

Onttrekking aan het verkeer

De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerpen, te weten
- ponypack met inhoud (776522);
- brokken wit poeder (776524);
- 5 blokken hasj (776525);
- 5 blokken hasj (776526);
- pillen in strips (776527);
onttrekken aan het verkeer, gelet op de inhoud van artikel 13a van de Opiumwet.

BENADEELDE PARTIJ

[benadeelde] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 3.500,00 bestaande uit immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte onder 16.012806.24 ten laste gelegde feit.

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal kan worden toegewezen. De officier van justitie heeft hoofdelijkheid gevorderd.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

Het oordeel van de rechtbank

Een vergoeding voor immateriële schade kan slechts worden toegekend in één van de in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek genoemde gevallen. De vraag die in dit geval voorligt, is of de benadeelde partij ‘op andere wijze’ in de persoon is aangetast. Daarvan is in ieder geval sprake indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Ook kan het zo zijn dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde meebrengen dat sprake is van de in art. 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’. De benadeelde moet dit met concrete gegevens onderbouwen, behalve als de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de nadelige gevolgen voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen.
De benadeelde partij heeft gesteld dat hij niet begrijpt waarom de brandstichting hem is aangedaan. Deze vraag houdt hem tot op de dag van vandaag bezig. Hij heeft gesteld dat het moment waarop hij erachter kwam dat er brand was en de momenten die volgden met het blussen van de brand zeer heftig en beangstigend waren. Benadeelde ervaart nog steeds angst als hij denkt aan de brandstichting, maar ook als hij ’s avonds gaat slapen. De gedachte dat er opnieuw brand kan worden gesticht, is elke dag aanwezig.
De rechtbank merkt de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde aan als zodanig ernstig, dat daarom wordt aangenomen dat sprake is van de hiervoor bedoelde aantasting in de persoon ‘op andere wijze’. De aantasting is gelegen in de gevoelens van angst, onveiligheid en onzekerheid met betrekking tot het lijf en goed van de benadeelde. Verdachte heeft de auto van de benadeelde partij in de nachtelijke uren in brand gestoken, terwijl deze auto voor de woning van benadeelde geparkeerd stond. Door de brandstichting is er gevaar voor goederen te duchten geweest. De auto van de benadeelde is afgebrand, en zijn woning is beschadigd. Benadeelde, zijn echtgenote en hun gehandicapte zoon lagen op dat moment in hun eigen woning te slapen.
De benadeelde partij heeft dus als gevolg van de hiervoor bewezenverklaarde brandstichting rechtstreeks schade geleden. De rechtbank stelt deze schade naar billijkheid vast op € 3.500,00 en zal de vordering tot dat bedrag toewijzen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 26 april 2023 tot de dag van volledige betaling.
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 3.500,00 te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 26 april 2023 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 45 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Verdachte is voor de verplichting tot het vergoeden van schade met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte van zijn verplichting is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.

TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen
  • 33, 33a, 36f, 47, 57 en 157 van het Wetboek van Strafrecht en
  • 2, 3, 10, 11 en 13a van de Opiumwet;
zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1, 2 en 3 van 16.134684.23 ten laste gelegde en het onder 16.012806.24 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 30 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Voorlopige hechtenis
- beveelt de gevangenneming voor verdachte inzake 16.012806.24;
Beslag
- verklaart de volgende voorwerpen verbeurd:
 Nokia (776543)
  • iPhone (776431);
  • iPhone (776434);
  • iPhone (776532);
  • versnijdingsmiddel (776528);
  • ongevouwen ponypacks (776530) en
  • sealbags (776656);
- verklaart de volgende voorwerpen onttrokken aan het verkeer:
  • ponypack met inhoud (776522);
  • brokken wit poeder (776524);
  • 5 blokken hasj (776525);
  • 5 blokken hasj (776526);
  • pillen in strips (776527);
Benadeelde partij (16.012806.24)
- wijst de vordering van [benadeelde] toe tot een bedrag van € 3.500,00, bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 april 2023 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde] aan de Staat € 3.500,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente 26 april 2023 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 45 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. van de Lustgraaf, voorzitter, mr. A.M.M. Lemmen en mr. O. Böhmer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.M. Dijkstra, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 maart 2024.

Bijlage: de tenlastelegging

Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:

16.134684-231hij op één of meerdere moment(en) in of omstreeks de periode van 11 november2022 tot en met 4 juli 2023 te IJsselstein en/of Nieuwegein en/of Utrecht, althans inhet arrondissement Midden-Nederland, en/of elders in Nederland,tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,(telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/ofafgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezigheeft gehad,één of meer hoeveelheden van een materiaal bevattende cocaïne,zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

( art 10 lid 4 Opiumwet, art 2 ahf/ond B Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 4 juli 2023 te IJsselstein
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 88,7 gram van een materiaal bevattende
cocaïne,
een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3
hij op of omstreeks 4 juli 2023 te IJsselstein tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 986,1 gram, althans
een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende hasjiesj, zijnde hasjiesj een middel
vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II.

16.012806-24hij op of omstreeks 26 april 2023 te Nieuwegein, in elk geval in Nederland, tezamenen in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk brand heeftgesticht in een auto (te weten een Mercedes-Benz met kenteken [kenteken 4] ), immersheeft verdachte en/of zijn mededader(s) toen en aldaar opzettelijk een brandbare(vloei)stof in/over die auto gegoten/gesprenkeld en vervolgens (open) vuur inaanraking met die brandbare (vloei)stof gebracht, ten gevolge waarvan die auto isverbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor de naastgelegen woning en/of schuuren/of goederen (in die woning en/of schuur), in elk geval gemeen gevaar voorgoederen te duchten was;

( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm door politie Midden-Nederland opgemaakte processen-verbaal van 6 oktober 2023, genummerd 2310021526.EIND.OBANDO, doorgenummerd 1 tot en met 1021, en van 27 december 2023, genummerd 2312220900.AANV.OBANDO, doorgenummerd 1022 tot en met 1270. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Een proces-verbaal van bevindingen van 26 juni 2023, pagina 333.
3.Een proces-verbaal van bevindingen van 26 juni 2023, pagina 334.
4.Een proces-verbaal van bevindingen van 26 juni 2023, pagina 335.
5.Een proces-verbaal van bevindingen van 28 juni 2023, pagina 337.
6.Een proces-verbaal van bevindingen van 28 juni 2023, pagina 338.
7.Een proces-verbaal van bevindingen van 28 juni 2023, pagina 340.
8.Een proces-verbaal van bevindingen van 28 juni 2023, pagina 356.
9.Een proces-verbaal van bevindingen van 28 juni 2023, pagina 357.
10.Een proces-verbaal van bevindingen van 28 juni 2023, pagina 362.
11.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 juli 2023, pagina 445.
12.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 juli 2023, pagina 446.
13.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 juli 2023, pagina 447.
14.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 juli 2023, pagina 450.
15.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 juli 2023, pagina 451.
16.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 juli 2023, pagina 452.
17.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 juli 2023, pagina 456.
18.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 juli 2023, pagina 459.
19.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 juli 2023, pagina 460.
20.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 juli 2023, pagina 461.
21.Een proces-verbaal van bevindingen van 10 november 2023, pagina 1049.
22.Een proces-verbaal van bevindingen van 10 november 2023, pagina 1053.
23.Een proces-verbaal van bevindingen van 13 juli 2023, pagina 705.
24.Een proces-verbaal van bevindingen van 13 juli 2023, pagina 706.
25.Een proces-verbaal van bevindingen van 4 oktober 2023, pagina 721.
26.Een proces-verbaal van bevindingen van 13 april 2023, pagina 1227.
27.Een proces-verbaal van bevindingen van 24 november 2023, pagina 1067.
28.Een proces-verbaal van bevindingen van 24 november 2023, pagina 1070.
29.Een proces-verbaal van bevindingen van 24 november 2023, pagina 1071.
30.Een proces-verbaal van bevindingen van 24 november 2023, pagina 1072.
31.Een proces-verbaal van bevindingen van 24 november 2023, pagina 1073.
32.Een proces-verbaal van bevindingen van 18 juli 2023, pagina 860.
33.Een proces-verbaal van verhoor getuige van 11 juli 2023, pagina 842.
34.Een proces-verbaal van verhoor getuige van 11 juli 2023, pagina 843.
35.Een proces-verbaal van verhoor getuige van 11 juli 2023, pagina 844.
36.Een proces-verbaal van verhoor getuige van 11 juli 2023, pagina 845.
37.Een proces-verbaal van verhoor getuige van 11 juli 2023, pagina 846.
38.Een proces-verbaal van verhoor getuige van 11 juli 2023, pagina 847.
39.Een proces-verbaal van verhoor getuige van 11 juli 2023, pagina 849.
40.Een proces-verbaal van verhoor getuige van 11 juli 2023, pagina 850.
41.Een proces-verbaal van verhoor getuige van 11 juli 2023, pagina 851.
42.Een proces-verbaal van verhoor getuige van 11 juli 2023, pagina 852.
43.Een proces-verbaal van verhoor getuige van 11 juli 2023, pagina 853.
44.Een proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming van 4 juli 2023, pagina 1013.
45.Een proces-verbaal uitslag forensisch onderzoek van 5 juli 2023, pagina 747.
46.Een geschrift, te weten een rapport identificatie van drugs van het NFI, opgesteld door ing. P.H. Wallinge van 23 augustus 2023, pagina 756.
47.Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 8 augustus 2023, pagina 748.
48.Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 8 augustus 2023, pagina 749.
49.Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 8 augustus 2023, pagina 752.
50.Een proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 8 augustus 2023, pagina 753.
51.Een proces-verbaal van aangifte van 26 april 2023, pagina 883.
52.Een proces-verbaal van verhoor aangever van 12 december 2023, pagina 1239.
53.Een proces-verbaal van verhoor aangever van 12 december 2023, pagina 1240.
54.Een proces-verbaal van bevindingen van 5 december 2023, pagina 1100.
55.Een proces-verbaal van bevindingen van 5 december 2023, pagina 1101.
56.Een proces-verbaal van bevindingen van 5 december 2023, pagina 1105.
57.Een proces-verbaal van bevindingen van 5 december 2023, pagina 1106.
58.Een proces-verbaal van bevindingen van 5 december 2023, pagina 1107.
59.Een proces-verbaal van bevindingen van 5 december 2023, pagina 1108.
60.Een proces-verbaal van bevindingen van 5 december 2023, pagina 1109.
61.Een proces-verbaal van bevindingen van 6 december 2023, pagina 1141.
62.Een proces-verbaal van bevindingen van 6 december 2023, pagina 1142.
63.Een proces-verbaal van bevindingen van 6 december 2023, pagina 1144.
64.Een proces-verbaal van bevindingen van 6 december 2023, pagina 1145.