In deze beschikking van de Rechtbank Midden-Nederland, uitgesproken op 15 maart 2024, staat de vraag centraal of het besluit van de Staat der Nederlanden, in het bijzonder het Ministerie van Infrastructuur en Watermanagement, om de Oostkolk van de sluis Terneuzen tijdens de nachtelijke uren te stremmen, instemmingsplichtig is volgens artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR). De ondernemingsraad van Rijkswaterstaat Verkeer en Watermanagement (RVWM) heeft de nietigheid van dit besluit ingeroepen, stellende dat het een wijziging van de arbeidstijdenregeling betreft die instemming behoeft. RVWM betwist dit en stelt dat het gaat om een tijdelijke noodmaatregel vanwege personeelstekort, die geen instemming vereist.
De procedure is gestart met een verzoekschrift van de ondernemingsraad, dat op 16 februari 2024 mondeling is behandeld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het normrooster, dat door RVWM ter instemming aan de ondernemingsraad moet worden voorgelegd, een regeling is in de zin van artikel 27 WOR. Echter, de kantonrechter oordeelt dat het besluit van 8 augustus 2023, dat de stremming van de Oostkolk betreft, niet instemmingsplichtig is. Dit besluit had een tijdelijk karakter en was bedoeld om een personeelstekort op te vangen, zonder dat het normrooster duurzaam werd gewijzigd.
De kantonrechter wijst de verzoeken van de ondernemingsraad af, omdat het besluit van RVWM niet als een wijziging van het normrooster kan worden gekwalificeerd. De rechter concludeert dat de uitvoering van het besluit in tijd en omvang beperkt is gebleven en dat er geen sprake is van een doorlopend of duurzaam besluit. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. Y.M. Vanwersch.