In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 januari 2024, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) behandeld. Eiser had een Wajong-uitkering aangevraagd, maar het Uwv had deze aanvraag afgewezen met als ingangsdatum 30 oktober 2022. Eiser was het niet eens met deze ingangsdatum en stelde dat er sprake was van een uitzonderlijk geval, waardoor de uitkering eerder zou moeten ingaan. De rechtbank oordeelt dat het Uwv ten onrechte heeft beslist dat de Wajong-uitkering niet eerder kan ingaan dan op 30 oktober 2022. De rechtbank concludeert dat het Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met de medische situatie van eiser en de verzoeken om contact met zijn behandelend artsen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het Uwv op om aan eiser met ingang van 6 oktober 2021 een Wajong-uitkering toe te kennen. Tevens wordt het Uwv opgedragen het door eiser betaalde griffierecht te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming door het Uwv, vooral in gevallen waarin de medische situatie van de aanvrager complex is.