ECLI:NL:RBMNE:2024:1684

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 maart 2024
Publicatiedatum
18 maart 2024
Zaaknummer
571173 / HA RK 24-39
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van wrakingsverzoek wegens gebrek aan ondertekening door advocaat

Op 15 maart 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een wrakingszaak. Verzoekster had op 28 februari 2024 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. M.W.V. van Duursen in een lopende procedure. De wrakingskamer heeft verzoekster erop gewezen dat het wrakingsverzoek ondertekend diende te worden door een advocaat, aangezien er sprake was van verplichte procesvertegenwoordiging. Verzoekster kreeg de gelegenheid om dit verzuim te herstellen, maar heeft niet binnen de gestelde termijnen een geldig verzoek ingediend. Ondanks meerdere verzoeken om uitstel, heeft verzoekster geen advocaat gevonden die het verzoek wilde ondertekenen. Hierdoor heeft de wrakingskamer geoordeeld dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar wrakingsverzoek. De beslissing is genomen zonder mondelinge behandeling, omdat de niet-ontvankelijkheid evident was. De wrakingskamer heeft de griffier opgedragen om deze beslissing aan de betrokken partijen te sturen en heeft bepaald dat de hoofdzaak voortgezet moet worden in de stand waarin deze zich bevond voor de schorsing door het wrakingsverzoek.

Uitspraak

Beslissing
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
WRAKINGSKAMER
Locatie: Utrecht
Zaaknummer: 571173 / HA RK 24-39
Beslissing van de meervoudige kamer voor de behandeling van wrakingszaken van 15 maart 2024
op het verzoek in de zin van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) van:
[verzoekster] ,
wonende te [woonplaats] ,
(hierna: verzoekster).

1.De procedure

1.1.
De wrakingskamer heeft op 28 februari 2024 een wrakingsverzoek ontvangen van verzoekster gericht tegen mr. M.W.V. van Duursen (hierna: de rechter) in de zaak met kenmerk C/16/566172/FO RK 23/1396 (hierna: de hoofdzaak).
1.2.
Direct na ontvangst van het wrakingsverzoek heeft de wrakingskamer verzoekster er per brief op gewezen dat het wrakingsverzoek (mede) door een advocaat moet worden ondertekend omdat in de hoofdzaak sprake is van verplichte procesvertegenwoordiging. Verzoekster heeft tot en met 6 maart 2024 de tijd gekregen het verzuim te herstellen. Daarbij is medegedeeld dat het wrakingsverzoek anders niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
1.3.
Op 5 maart 2024 heeft de wrakingskamer per e-mail een verzoek om uitstel ontvangen van verzoekster omdat haar raadsvrouw in de hoofdzaak, mr. V.N. Sakkers, het wrakingsverzoek niet wenste te ondertekenen. De wrakingskamer heeft dit uitstelverzoek op 6 maart 2024 afgewezen omdat de omstandigheid dat de (toenmalige) advocaat van verzoekster het wrakingsverzoek niet wilde ondertekenen onvoldoende was om uitstel van de termijn te verlenen.
1.4.
Op 6 maart 2024 heeft verzoekster opnieuw om uitstel verzocht. Verzoekster heeft aangevoerd dat mr. Sakkers haar het advies heeft gegeven de wrakingskamer nogmaals om uitstel te vragen zodat verzoekster het wrakingsverzoek kon laten onderteken door een andere advocaat. De wrakingskamer heeft verzoekster op 6 maart 2024 uitstel verleend tot uiterlijk 13 maart 2024 om het wrakingsverzoek door een andere advocaat te laten ondertekenen.
1.5.
De wrakingskamer heeft, gelet op het onderstaande, afgezien van een mondelinge behandeling.
1.6.
De uitspraak is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
De wrakingskamer stelt vast dat in de hoofdzaak van verzoekster verplichte procesvertegenwoordiging geldt. In procedures waarin procesvertegenwoordiging verplicht is, is ondertekening van een schriftelijk wrakingsverzoek door een advocaat vereist (zie 2.1.2 van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank). Dit betekent dat verzoekster alleen met bijstand van een advocaat een schriftelijk wrakingsverzoek kan indienen.
2.2.
Het verzoek tot wraking dat op 28 februari 2024 is ontvangen door de wrakingskamer is niet ondertekend door een advocaat. De wrakingskamer heeft verzoekster twee maal een termijn gegund dit verzuim te herstellen en heeft haar er op gewezen dat het wrakingsverzoek anders niet-ontvankelijk wordt verklaard. Verzoekster heeft echter niet binnen de gestelde termijn alsnog een wrakingsverzoek ingediend dat is ondertekend door een advocaat.
2.3.
Omdat het wrakingsverzoek niet is ondertekend door een advocaat, is verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking.
2.4.
Op grond van deze kennelijke niet-ontvankelijkheid hoeft er geen mondelinge behandeling plaats te vinden. [1]

3.De beslissing

De wrakingskamer:
3.1.
verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar wrakingsverzoek;
3.2.
draagt de griffier van de wrakingskamer op deze beslissing te sturen aan verzoekster, de rechter waartegen het wrakingsverzoek is gericht, de betrokken teamvoorzitter van het team waarin de rechter werkzaam is, en de president van deze rechtbank;
3.3.
bepaalt dat de procedure van verzoekster met zaaknummer C/16/566172/FO RK 23/1396 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing vanwege het wrakingsverzoek.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.G. Nicholson, voorzitter, en mr. C.P. Lunter en mr. M.M. Janssen als leden van de wrakingskamer, bijgestaan door mr. N.S. Stekkel, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2024.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie 4.2 onder d van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank.