ECLI:NL:RBMNE:2024:1677
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.C. van Stijnen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser behandeld dat op 5 april 2023 is ingediend. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het griffierecht niet is betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen om een beroep in te dienen. In dit geval bedraagt het griffierecht € 50,-. De rechtbank heeft eiser op 19 juli 2023 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien het bedrag niet is ontvangen en eiser geen geldige reden heeft gegeven voor de niet-betaling, is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb.
Daarnaast heeft de rechtbank opgemerkt dat eiser ook geen kopie van de uitspraak op bezwaar heeft ingediend, ondanks een verzoek daartoe in een aangetekende brief van 27 november 2023. Dit gebrek aan informatie heeft bijgedragen aan de beslissing om het beroep niet inhoudelijk te behandelen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van een vergoeding van proceskosten, aangezien het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. van Stijnen, rechter, en is openbaar uitgesproken op 22 februari 2024. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.