ECLI:NL:RBMNE:2024:1675

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 februari 2024
Publicatiedatum
18 maart 2024
Zaaknummer
UTR 23/4293
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.C. van Stijnen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht en ontbreken uitspraak op bezwaar

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiseres tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen behandeld. Eiseres heeft op 28 augustus 2023 beroep ingesteld, maar heeft het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet betaald. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat de zaak niet inhoudelijk kon worden behandeld zonder betaling van het griffierecht. De rechtbank heeft eiseres op 18 oktober 2023 een aangetekende brief gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Aangezien de rechtbank geen betaling heeft ontvangen en eiseres geen geldige reden heeft opgegeven voor het niet betalen, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Daarnaast heeft eiseres ook geen kopie van de uitspraak op bezwaar ingediend, wat een aanvullende reden is voor de niet-ontvankelijkheid. De rechtbank besluit dat het beroep niet inhoudelijk zal worden behandeld en er geen proceskostenvergoeding zal plaatsvinden. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. van Stijnen en is openbaar uitgesproken op 22 februari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 23/4293

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 februari 2024 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser(es) heeft ingediend op 28 augustus 2023.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 50,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiseres op 18 oktober 2023 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiseres heeft daar geen geldige reden voor gegeven. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
6. De rechtbank stelt vast dat eiseres ook geen kopie van de uitspraak op bezwaar heeft ingediend, terwijl de rechtbank hier wel om heeft gevraagd bij aangetekende brief van
22 november 2023. Ook om die reden is het beroep niet-ontvankelijk.
7. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
8. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. van Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
S. Ayyildiz, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2024.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.