ECLI:NL:RBMNE:2024:1666

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 februari 2024
Publicatiedatum
18 maart 2024
Zaaknummer
UTR 24/300
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens onredelijke late indiening in bestuursrechtelijke herbeoordeling

In deze zaak heeft eiseres, een B.V. gevestigd in [vestigingsplaats], op 3 oktober 2019 een verzoek om herbeoordeling ingediend bij de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Dit verzoek is op 4 oktober 2019 door verweerder ontvangen. Aangezien er geen beslissing op het verzoek is genomen, heeft eiseres verweerder op 14 april 2023 in gebreke gesteld, wat op 17 april 2023 door verweerder is ontvangen. Vervolgens heeft eiseres op 16 januari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit.

De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld kan worden met een besluit, zoals bepaald in artikel 6:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Tevens is in artikel 6:12 van de Awb bepaald dat een beroep niet-ontvankelijk is als het onredelijk laat is ingediend. De rechtbank heeft geoordeeld dat eiseres haar beroep pas na drie jaar en zes maanden in gebreke heeft gesteld en vervolgens pas na negen maanden het beroepschrift heeft ingediend. Dit wordt door de rechtbank als onredelijk laat beschouwd.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiseres onvoldoende feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen rechtvaardigen dat het beroep niet onredelijk laat is ingediend. De enkele stelling van eiseres dat zij meerdere malen telefonisch contact heeft gehad met verweerder, is niet voldoende om de te late indiening te rechtvaardigen. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en er is geen sprake van een vergoeding van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/300

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 februari 2024 in de zaak tussen

[eiseres] B.V., te [vestigingsplaats] , eiseres,

(gemachtigde: H.E. Wonnink),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 3 oktober 2019, ontvangen door verweerder op 4 oktober 2019, een verzoek om herbeoordeling ingediend. Vanwege het uitblijven van een beslissing op dit verzoek heeft eiseres verweerder op 14 april 2023, ontvangen door verweerder op 17 april 2023 in gebreke gesteld.
Op 16 januari 2024 heeft eiseres beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit ingesteld.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2.1.
Artikel 6:2, aanhef en onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat het niet tijdig nemen van een besluit gelijk wordt gesteld met een besluit.
2.2.
Artikel 6:12, tweede lid, onderdeel b, van de Awb bepaalt dat het beroep gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit ingesteld kan worden wanneer twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft meegedeeld dat het in gebreke is.
2.3.
Artikel 6:12, vierde lid, van de Awb bepaalt dat het beroep niet-ontvankelijk is als het beroep onredelijk laat is ingediend.
3. De wetgever heeft geen termijn vastgesteld voor het antwoord op de vraag wanneer een beroep onredelijk laat is ingediend. De beantwoording van de vraag of een beroepschrift dat is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, onredelijk laat is ingediend, is afhankelijk van de omstandigheden die volgens de belanghebbende de oorzaak zijn dat het beroepschrift zo laat is ingediend.
4. Eiseres heeft haar verzoek om herbeoordeling ingediend op 3 oktober 2019. In de wet is geen termijn opgenomen waarbinnen verweerder op dit verzoek moet beslissen. In zo’n geval geldt een beslistermijn van acht weken. Dit staat in de artikelen 4:13 en 4:14 van de Awb. Dit betekent dat verweerder uiterlijk op 28 november 2019 een beslissing op dit verzoek had moeten nemen.
5. Zoals in het procesverloop is vermeld heeft eiseres verweerder op 14 april 2023 in gebreke gesteld en op 16 januari 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op haar verzoek om herbeoordeling.
6. Nu eiseres verweerder pas na drie jaar en zes maanden in gebreke heeft gesteld en vervolgens pas na negen maanden het beroepschrift heeft ingediend, is de rechtbank van oordeel dat het beroep onredelijk laat is ingediend, als bedoeld in artikel 6:12, vierde lid, van de Awb. De enkele stelling van eiseres dat zij meerdere malen telefonisch contact heeft onderhouden met verweerder om naar de stand van zaken te vragen, is onvoldoende voor de rechtbank om anders over de te late indiening te oordelen. Als eiseres belang hechtte aan een spoedige beslissing op haar verzoek om herbeoordeling van 3 oktober 2019, had het op de weg van eiseres gelegen om eerder beroep in te dienen tegen het niet tijdig nemen van een besluit. Er zijn door eiseres geen feiten of omstandigheden aangevoerd die een bijzondere omstandigheid opleveren dat het beroep niet onredelijk laat is ingediend.
7. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
8. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.C.A van Kuijeren rechter, in aanwezigheid van
S. Ayyildiz, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 februari 2024.
de griffier de rechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.