In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 18 maart 2024, wordt het beroep van eiseres behandeld. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, volgens haar niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 15 februari 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft op 9 februari 2024 een ingebrekestelling verzonden en heeft daarna beroep ingesteld. De rechtbank heeft geen zitting nodig geacht en heeft het beroep gegrond verklaard. Verweerder is opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. De rechtbank heeft de termijnen die zijn vastgesteld door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overgenomen en bepaald dat verweerder uiterlijk op 17 mei 2024 een besluit op bezwaar moet bekendmaken. Tevens is verweerder veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 100,- per dag bij overschrijding van de termijn, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een vergoeding van € 218,75 voor de proceskosten en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed.