In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 18 maart 2024, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 15 maart 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om uiterlijk op 21 mei 2024 een vooraankondiging te doen en binnen twee weken na ontvangst van de zienswijze een besluit bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft de termijnen die door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zijn vastgesteld overgenomen. Eiser heeft ook verzocht om de dwangsom vast te stellen, en de rechtbank heeft opgemerkt dat er geen griffierecht is geheven en dat er geen proceskosten zijn die voor vergoeding in aanmerking komen.