In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 18 maart 2024, wordt het beroep van eiseres behandeld. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat verweerder, de Belastingdienst/Toeslagen, volgens haar niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 13 februari 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres terecht beroep heeft ingesteld. Verweerder heeft op 28 februari 2024 een verweerschrift ingediend, maar de rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 22 mei 2024. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat hij de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt een vergoeding voor de proceskosten van € 218,75 en het door haar betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.