Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[procesdeelnemer II]in hoedanigheid van executeur testamentair en vereffenaar in de nalatenschap van
[A]die tijdens deze procedure is overleden,
1.De procedure1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in vrijwaring van 12 juli 2022 met producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- de akte met een eiswijziging van [A] c.s.,
- de akte waarbij [A] c.s. het procesdossier uit de hoofdzaak heeft overgelegd.
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De beoordeling van de vorderingenDe beslissing
ivm gedeeltelijke overname aandelen in de apotheek en/of lening aan apotheek’ geplaatst. [procesdeelnemer III] heeft dat geld gebruikt om diezelfde dag de medicijnleverancier van de Apotheek te betalen. [procesdeelnemer III] heeft voldoende onderbouwd dat de betaling aan de medicijnleverancier nodig was om de continuïteit van de Apotheek te waarborgen. [A] c.s. heeft gesteld dat het niet nodig was dat [procesdeelnemer III] zo’n groot bedrag ineens aan de leverancier betaalde. [A] c.s. zou namelijk een betalingsregeling hebben met de medicijnleverancier. Maar [A] c.s. heeft deze stelling niet onderbouwd. Het ligt ook niet voor de hand dat [procesdeelnemer III] privégeld in de Apotheek zou stoppen om dat vervolgens over te boeken aan de medicijnleverancier, als dat niet strikt noodzakelijk zou zijn om de Apotheek in leven te houden.
- griffierecht € 314,-
€ 178,-(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)