4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
Door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] , [verbalisant 3] , [verbalisant 4] , [verbalisant 5] en [verbalisant 6] werd het volgende bevonden.
Door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] , [verbalisant 3] , [verbalisant 4] , [verbalisant 5] en [verbalisant 6] werd het volgende bevonden.
Op 15 september 2023 omstreeks 12:10 uur bevonden wij, verbalisanten, ons op de Rijksweg A12 naar aanleiding van een ANPR hit. Het kenteken in deze ANPR hit betrof [kenteken] . Dit betrof een grijze Volkswagen Jetta. Wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 6] , zagen dat het betrokken voertuig bij afrit "18 Houten" de Rijksweg A12 verliet en vervolgens [straat] te [woonplaats] inreed. Aldaar zagen wij het voertuig parkeren en bleef de bestuurder van het voertuig in het voertuig zitten. De bestuurder van de Volkswagen Jetta bleek later te zijn genaamd: [medeverdachte 1] .
Na ongeveer tien minuten zagen wij, verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 6] en [verbalisant 5] , het voertuig uit [straat] wegrijden. Hierbij reed het voertuig over het industrieterrein naar de parkeerplaats van de [winkel] . Wij, verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , zagen dat het voertuig bij binnenkomst van het parkeerterrein, direct rechtsaf sloeg en achterin tegen de buitenrand van het parkeerterrein parkeerde. Aldaar bleef [medeverdachte 1] wederom in zijn voertuig zitten.
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , ben naar de [winkel] gelopen en heb zicht gehouden op de Volkswagen Jetta door middel van de camera's van het parkeerterrein.
Ik zag dat er vervolgens een witkleurige bakwagen, voorzien van het kenteken [kenteken] , naast het betrokken voertuig parkeerde. De bestuurder van de Volkswagen Transporter bleek later te zijn genaamd: [verdachte] (de rechtbank begrijpt telkens: [verdachte] ).
Ik zag dat [medeverdachte 1] en [verdachte] uit hun voertuigen stapten en samen naar de achterzijde van de Volkswagen Transporter liepen.
Ik zag vervolgens dat [medeverdachte 1] en [verdachte] vervolgens spullen in de laadbak van de Volkswagen Transporter begonnen te verplaatsen.
Wij, verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , zagen vervolgens een zwarte Hyundai I20, kenteken [kenteken] , aan komen rijden en vlak naast de Volkswagen Transporter parkeerde. De bestuurder van de Hyundai I20 bleek later te zijn genaamd: [medeverdachte 2] .
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag dat [medeverdachte 2] uit het voertuig stapte, naar de achterzijde van zijn voertuig liep en dat [medeverdachte 1] en [verdachte] naar hem toe liepen. Ik zag dat de drie mannen hierbij contact hadden met elkaar.
Ik zag dat [verdachte] vervolgens een grote stalen plaat leek op te tillen in de laadbak. Ik zag dat [verdachte] vervolgens een stalen buis onder de stalen plaat leek te klemmen, waardoor de stalen plaat open bleef staan.
Ik zag dat [medeverdachte 2] de kofferbak van de Hyundai I20 opende. Ik zag dat [medeverdachte 1] hierbij bij de geopende kofferbak van de Hyundai I20 stond. Ik zag vervolgens dat de mannen twee witte dozen uit de kofferbak van de Hyundai I20 tilden.
Ik zag hierbij dat [verdachte] de twee dozen aanpakte en deze in de ruimte van de Volkswagen Transporter plaatste. Hierna zag ik dat [verdachte] de ruimte afsloot door de stalen plaat te laten zakken.
Wij, verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 2] , zijn vervolgens naar de laadbak van de betrokken Volkswagen Transporter gelopen. Wij hebben hierop de stalen plaat geopend. In deze ruimte zagen wij twee witte kartonnen staan met daarop het merk "Action". Wij zagen dat deze dozen waren dichtgemaakt door middel van plakband.
Wij hebben de dozen uit de verborgen ruimte hierop ter plaatse in beslag genomen en geopend. Hierbij zagen wij direct een grote partij blokken in de dozen zaten. Wij herkenden deze blokken ambtshalve als blokken cocaïne
.
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , trof in de rechter broekzak van [medeverdachte 2] een vijfeurobiljet aan. Het is mij ambtshalve bekend dat criminelen, tijdens het overdragen van strafbare goederen of middelen, gebruik maken van zogenoemde "tokens". Dit zijn veelal geldbiljetten waarvan zij de serienummers gebruiken als bewijs tijdens een overdracht, waarmee zij zich kunnen identificeren als de juiste ontvangende of leverende partij. Ik zag dat het betrokken vijfeurobiljet was voorzien van de volgende serienummers:
- EC0436573259
- 573259.
In de Hyundai I20 waar de dozen uit zijn gekomen, lag nog een ingeschakelde telefoon van het merk "REDMI" (de rechtbank begrijpt: een telefoon van het merk Xiaomi, type Redmi a1).
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , zag dat de "REDMI" telefoon, die in het voertuig van [medeverdachte 2] was aangetroffen, te openen was zonder toegangscode. Ik heb hierop een beperkt onderzoek ingesteld op deze telefoon. Ik zag hierbij dat er ten tijde van de aanhouding van [medeverdachte 2] meerdere keren was gebeld door het contact " [contact 1] ". Ik zag dat in de telefoon een gesprek met het contact " [contact 1] " stond in de "Siqnal" applicatie (de rechtbank begrijpt: Signal). Hierin stond onder andere het volgende bericht met daarboven "vandaag":
"VIP40
15/09
VIP
[telefoonnummer]
Token EC0436573259
Amount 40"
Ik zag dat in dit gesprek tevens, door de gebruiker van de "REDMI" telefoon, het volgende bericht werd verstuurd om 11:06 uur: " 12:30 horn"
Ik zag nog een tweede contact in de applicatie "Signal" genaamd " [contact 2] ". Hieraan was het volgende telefoonnummer gekoppeld: [telefoonnummer] . Ik zag dat dit telefoonnummer overeenkwam met het verstuurde bericht van het contact " [contact 1] ", waarbij ook het betrokken "token" nummer werd verstuurd.
Ik zag dat het contact " [contact 2] " twee foto's had verstuurd naar de "REDMI" telefoon. Ik zag dat deze foto's waren verstuurd op vrijdag 12:22 uur en op vrijdag 12:33 uur (de rechtbank begrijpt op vrijdag 15 september 2023).
Ik zag dat dit foto's betroffen van de locaties waar [medeverdachte 1] had stilgestaan met zijn Volkswagen Jetta. De foto van vrijdag 12:22 uur betrof de locatie [straat] , waar [medeverdachte 1] ongeveer tien minuten had stilgestaan. De foto van vrijdag 12:33 uur betrof de locatie parkeerplaats [winkel] was [medeverdachte 1] eerst alleen stond, en waarna [verdachte] en [medeverdachte 2] daar parkeerden.
In het bestuurdersportier van de Volkswagen Transporter werd een zwarte doos aangetroffen met daarin een "GPS sweeper". Dit betreft een apparaat waarmee signalen van een GPS tracker kunnen worden gedetecteerd.
Door verbalisanten [verbalisant 7] , [verbalisant 8] , [verbalisant 9] en [verbalisant 10] werden de blokken aangetroffen in het voertuig met kenteken [kenteken] onderzocht. Door verbalisanten werd het volgende bevonden.
Goednummer PLO900-2023281811-3222672
SIN AACT0525NL
relatie met SIN AAQI4811NL
Aantal 40 blokken
Gewicht netto 40000 gram.
Door het Nederlands Forensisch Instituut werd het volgende bevonden:
Kenmerk AAQI4811NL bevat cocaïne;
Verdachte heeft verklaard dat hij op 15 september 2023 met zijn Volkswagen Transporter naar de [winkel] in Nieuwegein was gereden, aldaar twee dozen heeft aangepakt en in de laadbak van zijn Volkswagen Transporter heeft geplaatst.
Bewijsoverwegingen
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte en [medeverdachte 1] beiden hun auto’s bij de [winkel] in Nieuwegein achteraan parkeerden, tegen de buitenkant, op de parkeerplaats, zover mogelijk uit het zicht van overige daar aanwezige personen. Op het moment dat alle drie de verdachten met hun auto’s ter plaatse waren, haalden medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] twee dozen uit de auto van medeverdachte [medeverdachte 2] . Verdachte heeft deze twee dozen aangepakt en in de laadbak van zijn eigen auto geplaatst.
Verdachte heeft op zitting verklaard dat hij op verzoek van medeverdachte [medeverdachte 1] naar de [winkel] in Nieuwegein is gereden. [medeverdachte 1] had hem meegedeeld dat hij ‘een handeltje’ gekocht had. Waarom deze dozen met ‘het handeltje’” van [medeverdachte 1] dan niet in de auto van [medeverdachte 1] zelf werden geplaatst, is de rechtbank echter niet duidelijk geworden.
Niet gebleken is dat er tussen verdachte en [medeverdachte 1] een zodanige relatie bestond, dat verdachte er op mocht vertrouwen dat [medeverdachte 1] hem niet zou betrekken bij illegale activiteiten. Verdachte heeft niet eerder zaken met [medeverdachte 1] gedaan, anders dan dat [medeverdachte 1] bij het autobedrijf van verdachte eens een auto had gekocht en die daar in onderhoud had.
Het had op de weg van verdachte geleden om, gelet op voornoemde feiten en omstandigheden, nader onderzoek te doen naar ‘het handeltje’ van [medeverdachte 1] en uit te zoeken waar hij zich mee inliet.
De rechtbank neemt daarnaast in aanmerking dat in de auto van verdachte een zogenoemde gps sweeper is aangetroffen, een apparaat waarmee signalen van een GPS-tracker kunnen worden gedetecteerd. Verdachte heeft hierover verklaard dat hij de sweeper voor het onderhoud aan auto’s gebruikt omdat hiermee ook storingen in, onder andere, navigatieapparatuur opgespoord kunnen worden en deze toevallig in zijn auto had liggen. De rechtbank acht deze verklaring op basis van algemene bronnen (internet) waaruit volgt dat het gaat om een antispyware apparaat, niet aannemelijk. Daarnaast had verdachte geen ander gereedschap voor het onderhoud van auto’s in de VW Transporter liggen. Verdachte had deze sweeper bij zich omdat hij kennelijk al het vermoeden had dat hij zich met illegale activiteiten inliet.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij betrokken was bij criminele activiteiten en zich willens en wetens bloot heeft gesteld aan het risico dat er verboden spullen, in dit geval cocaïne, in de dozen zat.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, samen met anderen,
40 kilogram cocaïne voorhanden heeft gehad.