Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 maart 2024 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
6 februari 2024 is de rechtbank van oordeel dat de beroepen kennelijk gegrond zijn (artikel 8:54 van de Awb). De rechtbank vernietigt daarom de beslissingen op bezwaar van verweerder van 9 juni 2023. De rechtbank draagt verweerder op binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak inhoudelijk te beslissen op de bezwaren van eiseres. Dit betekent niet meteen dat eiseres inhoudelijk ook gelijk krijgt. Verweerder moet daarover nu gaan beslissen.
€ 875,-, omdat eiseres een professionele (juridische) hulpverlener heeft ingeschakeld om voor haar een beroepschrift in te dienen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.
Beslissing
P.W. Hogenbirk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 maart 2024.