Op 26 februari 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Baarn. De eiser had op 29 september 2023 beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van de verweerder, die op 18 augustus 2023 was genomen. De rechtbank heeft echter besloten om de zaak niet inhoudelijk te behandelen, omdat de eiser het griffierecht van € 50,- niet op tijd had betaald.
De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, aangezien dit in deze zaak niet nodig werd geacht. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De rechtbank heeft op 12 december 2023 een aangetekende brief naar de eiser gestuurd, waarin werd aangegeven dat het griffierecht binnen vier weken moest worden betaald. Aangezien de rechtbank het bedrag niet tijdig heeft ontvangen en de eiser geen geldige reden heeft opgegeven voor de late betaling, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De beslissing houdt in dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk zal behandelen en dat er geen proceskostenvergoeding zal worden toegekend. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de beslissing.